Nieuws over de Orde

Op verzoek van het Latijns Patriarchaat van Jeruzalem heeft de Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem de opdracht de realisatie van vele grote en kleine projecten in het Heilig Land te ondersteunen. Onderstaand artikel stelt even de projecten voor die in vorig kalenderjaar tussen september en december werden afgerond, dit dankzij de bijdragen van verschillende landscommanderijen van over de hele wereld die via het Grootmeesterschap hiertoe de vraag hadden gekregen. Eenmaal deze werken waren voltooid, droegen zij ertoe bij dat onze broeders en zusters in dit deel van de wereld voortaan een beter leven konden leiden. In de school van Gaza werden drie tussenkomsten afgerond De renovatie van de hal en het laboratorium van de school waren heel noodzakelijke projecten. Er stelden zich heel wat problemen met de functionaliteit van deze twee gebouwen. Het belang van de hal van de school kan niet overschat worden. Ze wordt immers zowat voor alle schoolactiviteiten gebruikt, zoals onder meer voor vergaderingen, conferenties en tal van bijeenkomsten. Hier dienden de ramen vervangen te worden, het verlichtings- en ventilatiesysteem moest grondig worden vernieuwd en het hele beveiligingssysteem moest worden aangepakt. Anderzijds was het laboratorium van de school ten gevolge van een waterlek compleet onbruikbaar geworden. De omvang van de schade maakte het onmogelijk om dit zo maar op te lappen. Dankzij de inbreng van de Landscommanderijen van Engeland en van Wales zijn de noodzakelijke werken kunnen uitgevoerd worden zodat deze dubbele infrastructuur weer veilig kan gebruikt worden. Een tweede ingreep die tijdens deze maanden tot een goed einde is gebracht, was de installatie van een nieuwe stalen overkapping over de speelplaats van de school. Dit kon gerealiseerd worden dank zij de bijdrage van de Landscommanderij van Nederland. Dit project werd naar voor geschoven als een aanvulling op het engagement van het Latijns Patriarchaat om de leerlingen een geschikte schoolomgeving te bieden en zo een bijdrage te leveren tot een betere gezondheid en degelijker welzijn. De nieuwe beschutting zorgt voor een schaduwrijk onderkomen waar de leerlingen tijdens de pauze even kunnen verademen en zich ook kunnen beschermen tegen de schadelijke effecten van zon en de ongemakken van de regen. Op die wijze kunnen zij voortaan veiliger spelen, hetgeen op zijn beurt de studie ook weer ten goede komt. Als bijkomend voordeel zal de beter beschermde speelplaats de parochie ook van dienst zijn bij de vele familiale- en sociale evenementen waarvoor een schaduwrijke buitenruimte nodig is. Ten slotte financierde de Franse Landscommanderij op haar beurt ook nog de uitbouw van het computerlaboratorium voor de leerlingen en leraren van de school in Gaza. Herstructurering van de gebouwen van de katholieke kerk in Jordanië De Duitse Landscommanderij financierde de renovatie van de Latijnse parochie in Smakiyeh. Het betrof de renovatie van de kerk en van de priesterwoning, alsook de vernieuwing van de polyvalente zaal. Deze parochie ligt in een eerder gemarginaliseerde wijk buiten de hoofdstad Amman. De vervallen gebouwen waren reeds tientallen jaren niet meer hersteld. Dankzij dit project heeft het Latijns Patriarchaat een geschikte pastorale omgeving kunnen creëren waar wonen, bidden en het bijwonen van de missen en de parochiële evenementen opnieuw haar aantrekkingskracht heeft herwonnen. Misdar is een van de armste wijken van Amman in het oosten van de stad. Hier hebben de meeste gezinnen alle moeite om in hun dagelijkse behoeften te voorzien. De lokale parochie werd er in 1924 opgericht en de bouw van de kerk en de school werd er in 1928 voltooid. Tot 1948 bleef de parochie er normaal functioneren. Maar dan ontvluchtten heel wat Palestijnen hun land en vestigden zich in deze regio, waardoor er een nieuwe situatie ontstond. Zo is de parochie in de loop der jaren inderdaad sterk gegroeid, vooral omdat er veel meer vluchtelingen uit de landen in het Midden-Oosten waren weggetrokken en de regio een bestemming werd voor heel veel van deze immigranten. Ondertussen hadden beide gebouwen een dringend onderhoud nodig om aan de minimumnormen inzake gezondheid en veiligheid te voldoen. Het renovatieproject omvatte onder meer het tegelwerk van 400m van de Christus Koningkerk. Dit alles werd mogelijk gemaakt door de genereuze bijdrage van de Landscommanderijen van Engeland en Wales. Eveneens in Jordanië heeft de Landscommanderij van Luxemburg via giften de herstellingen aan de zaal voor vergaderingen en diverse activiteiten van het JEC (het christen jong-studentenverbond) in Jabal Amman gefinancierd. De jeugdpastor en het managementteam van het JEC hebben altijd aangedrongen op de noodzaak om in de hoofdvestiging van JEC in een professionele omgeving te voorzien die voor de vele vergaderingen en hun polyvalente activiteiten zou kunnen worden gebruikt. De gerenoveerde ruimte is dan ook ideaal voor hun netwerkvergaderingen, voor de formele commissievergaderingen of voor hun vormingsinitiatieven. Maar de accommodatie zal evengoed voor online-vergaderingen, voor videoconferenties, presentaties, lezingen en voor interviews gebruikt worden. Projecten voor alle bisdommen De Luxemburgse Landscommanderij steunde ook de vernieuwing van het IT-beheersysteem voor het hele patriarchaat Jeruzalem. Het Latijns patriarchaat moest eveneens over een gecentraliseerd webapplicatiesysteem beschikken dat door het data-centrum van het patriarchaat kon worden gehost en dat voor alle parochies, voor de Kanselarij, maar ook voor de Custode van het Heilig Land (de Franciscanen) toegankelijk zou zijn. De Landscommanderij van Oostelijk Spanje gaf dan weer de nodige steun aan de uitbouw van de opleiding van de medewerkers van het Latijns Patriarchaat en van de medewerkers van het Beit Afram verzorgingstehuis, het seminarie, de drukkerij, de vicariaten en dergelijke meer. Het stelde hiervoor tal van cursussen ter beschikking voor het versterken van de vaardigheden. Het programma dat door de afdeling Personeelszaken van het patriarchaat werd opgezet, omvatte onder meer cursussen over de beginselen van de uitbouw van het archief, voor de boekhouding, voor het salaris- en loonbeheer, voor de strategische keuzes van de schoolhoofden, voor technische opleidingen in elektriciteit, masteropleidingen in medische verpleging voor volwassenen en culinaire kunsten, alsook muzikale opleiding voor kleuteronderwijzers. Bron : Website Latijns Patriarchaat van Jeruzalem Foto: © Latijns Patriarchaat van Jeruzalem Vertaling : Luk & Karien De Staercke-Audoore © Belgische Landscommanderij - Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem

Laten we bij het begin van dit nieuwe jaar onze vooruitzichten en onze plannen in de handen van de Heer leggen om Hem en onze broeders dienstbaar te zijn. Inderdaad, de dienstbaarheid is de kern van onze roeping binnen de Orde. Dit bracht ook Paus Franciscus ons reeds eerder in herinnering tijdens zijn toespraak ter gelegenheid van de bijeenkomst van verenigingen van gelovigen, kerkelijke bewegingen en nieuwe gemeenschappen. “De bestuursfuncties en verantwoordelijkheden die u in de lekenverenigingen waartoe u behoort, zijn toevertrouwd, zijn niets anders dan een oproep om te dienen. Maar wat betekent dit nu voor een christen om dienstbaar te zijn?” (16 september 2021). In het vervolg van zijn betoog liet de Heilige Vader ons nadenken over de hindernissen die mensen op hun weg van dienstbaarheid kunnen ontmoeten. En zijn woorden zijn ook voor ons, Ridders en Dames van de Orde van het Heilig Graf, evenzeer van tel. Ze benadrukken twee gevaarlijke houdingen: de machtshonger en het gebrek aan loyauteit. “ Hoe vaak, ” zo stelt ons de paus de vraag, “hebben wij de anderen onze honger naar macht al niet laten voelen?” Jezus leerde ons dat diegene die wil bevelen zelf eerst moet worden als degene die dient. (cfr. Lc 22, 24-26) en dat “indien iemand de eerste wil zijn, hij de knecht van alle anderen moet worden” (Mc 9, 35). Dat wil zeggen dat Jezus de wereldse waarden onderuit haalt en zelfs regelrecht omkeert. Welnu, onze zucht naar macht komt ook binnen de Kerk op vele manieren tot uiting. Laten we op onze hoede zijn om niet aan deze verleiding toe te geven. Ze kan ieder van ons overvallen en is niet zelden in alle oprechtheid met de beste bedoelingen verhuld. Laten we leren gevoelig te zijn en in te zien dat er soms – zelfs in onze dienstbaarheid die geïnspireerd wordt door de wens om goed te doen – een vorm van machtswellust schuilt gaat. Deze kan "op vele manieren in het leven van de Kerk tot uiting komen" en die "kan elke vorm van subsidiariteit teniet doet. Dergelijke houding is niet mooi en leidt ertoe dat het kerkelijk lichaam zijn kracht verliest.” De tweede verleiding is het gebrek aan loyauteit. “Met onze lippen beweren we dat we God en de anderen willen dienen, maar in werkelijkheid staan onze daden in dienst van ons eigen ego en geven we toe aan ons verlangen om onszelf naar voor te schuiven, om zelf erkend en gewaardeerd te worden.” Ten allen tijde moeten we in gedachten houden dat “niemand meester is over de gaven die hij voor het welzijn van de Kerk ontvangt. We krijgen deze enkel in beheer. Niemand mag ze verstoppen of verstikken, maar moet ze samen met mij en met diegene die na mij komt, laten groeien.” Mogen onze Magistrale Delegaties, onze Secties en onze Landscommanderijen levende realiteiten zijn waarin de Geest werkzaam is, en niet vervallen tot de uitdrukking van de wil en het beheer van enkelingen. Laten wij bij het begin van dit nieuwe jaar het voorbeeld van de Wijzen uit het Oosten in acht nemen. Zij waren de grote wijze mannen die nederig aan hun reis waren begonnen en niet onder de indruk kwamen van het machtsvertoon van hen die niet Degene waren waar zij naar zochten. Laten we onze gaven aanreiken en ze aan de voet van de kribbe leggen, want daar zullen ze tot eer van God gebruikt worden. Voor een God die een kind wordt, leren we oprecht klein te zijn. Fernando Kardinaal Filoni Bron : Website Grand Magistère Foto : © Grand Magistère Vertaling : Luk & Karien De Staercke-Audoore © Belgische Landscommanderij - Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem

Een herinnering van Kardinaal Fernando Filoni Paus Benedictus XVI was een profeet in onze tijd, een meester in de Kerk, een vader voor ons allen. Peter Seewald, de befaamdste onder zijn biografen, schreef: “voor sommigen was hij een lastig iemand die zijn tegenstanders in de war bracht.” Hij bracht de Franse filosoof Bernard Henri Levy in herinnering die stelde dat zijn faam vaak aan vooringenomenheid onderhevig was en dat niet zelden vanuit kwader trouw en stoelend op foute informatie. “Daartegenover,” zo stelde Seewald, “wist Joseph Ratzinger doorgaans door zijn nobele manier van doen, door zijn verheven geest, door de eerlijkheid van zijn analyses en door de diepte en de schoonheid van zijn woorden zijn toehoorders meestal te fascineren Zijn boodschap mocht al eens verontrustend zijn, toch bleef hij steeds trouw aan de leer van het Evangelie, aan de leerstellingen van de kerkvaders en aan de hervormingen van het Tweede Vaticaans Concilie..” (Benedetto XVI – Una vita[1], Garzanti, 2020). Ik deel deze mening volkomen, ook vanuit de directe ervaringen die ik van deze " grote paus " – zoals zijn opvolger Franciscus hem noemde – mocht opdoen. Ja, Benedictus XVI was inderdaad een profeet in onze tijd. Het verhaal van de profeten in de Heilige Schrift is rechtstreeks verbonden met de relatie tussen God en zijn volk. God heeft lief, Hij is een jaloerse God en roept onophoudelijk op tot bekering. In de periode tussen de 20ste en de 21ste eeuw zou ook Benedictus deze zending gedurende een halve eeuw vervullen. Dit was een tijd van grote veranderingen voor de samenleving en van revolutionaire bewegingen vanuit het wetenschappelijk onderzoek, een tijd die door de technologie werd beheerst en waarin het heilige nog nauwelijks of zelfs helemaal geen plaats meer kreeg. Hij was niet alleen getuige van een complexe periode, maar maakte er tevens deel van uit. Als leraar en jonge medewerker aan het Tweede Vaticaans Concilie bezat hij ten volle de “ sensus Ecclesiae” die de basis is van alle ware ecclesiologie. Hij nam afstand van allen die aanstuurden op een breuk tussen het verleden en de toekomst, maar was een ware voorvechter van de correcte interpretatie van de werking van de goddelijke openbaring die zowel op woorden als op daden stoelt. Deze interpretatie moest, volgens Benedictus XVI, in overeenstemming zijn met de stijl en het dictaat van de Bijbel en daarin diende de perceptie van de religieuze actualiteit in relatie tot het politieke en sociale denken te worden geplaatst. Het evangelie en de hoge patristische traditie werden de constante referentie om zijn boodschap, die zowel sterk als begrijpelijk was, te verrijken. Hierbij liet hij niet na om op de aanwezigheid van God in de geschiedenis te wijzen. Het in gehoorzaamheid aan het geloof aanvaarden van de goddelijke Openbaring, zonder hierbij afbreuk te doen aan de intelligentie en de eigen wil, was voor Benedictus XVI een constant principe en dit bereikte zijn hoogtepunt in zijn discours over Jezus, bron en toppunt van de Openbaring. In zijn prachtige trilogie “ Jezus van Nazareth ” toonde hij als geen ander de rijkdom en de schoonheid van Jezus Christus. Dit werk zal in de kerkgeschiedenis als een geestelijk meesterwerk met grote culturele en theologische diepgang gebrandmerkt blijven. Voor Benedictus XVI was de rol en de waarde van de Heilige Traditie die uit de apostolische leer voortkomt, van zeer groot belang. “De Kerk,” zo stelde hij, “gaat onder leiding van de Heilige Geest vooruit in waarheid, wanneer de Heilige Schrift en de herinnering van de Vaders, wordt bewaard, uitgelegd en verspreid.” Vanuit deze heilige schat heeft Benedictus XVI de dienst aan het levend leergezag van de Kerk ingeleid, en dit zal nooit boven het Woord van God staan. Johannes Paulus II hield hem jarenlang aan zijn zijde om de Congregatie voor de Geloofsleer te leiden. Vervolgens werd hij zelf, als soeverein hoofd van de Kerk, de aandachtige “ Servus servorum Dei ” in de Kerk en in de wereld. Niemand zal zijn eerste belangrijke woorden vergeten toen hij tot als opvolger voor de troon van Petrus werd gekozen: “Na de grote paus Johannes Paulus II hebben de kardinalen mij, een eenvoudige en nederige werker in de wijngaard van de Heer, tot zijn opvolger gekozen. Ik voel mij getroost in de wetenschap dat de Heer zelfs met ontoereikende instrumenten weet te werken en te handelen. En bovenal vertrouw ik mij in de vreugde van de verrezen Christus toe aan uw gebeden.” (19 april 2005) De nederigheid van de profeten was transparant en precies daarom werden ze geliefd of gehaat. De nederigheid van Benedictus XVI wordt algemeen erkend en hij werd alom door de mensen geliefd. Zij waardeerden hem omdat hij over God en zijn barmhartigheid sprak en hen aan Zijn aanwezigheid herinnerde. Zij die evenwel elk aspect van zijn leven en zijn woorden met een bevooroordeelde blik en met eigenwaan hebben ontrafeld, hebben de grootheid van hun eigen ziel verloren. De 265ste paus van de Katholieke Kerk en Bisschop van Rome, kreeg dus de taak om op een manier die past bij onze geseculariseerde en geleerde wereld over God te spreken. Hij deed dit zowel op hoog (theologisch) niveau als in een eenvoudige begrijpelijke taal door het schrijven van homelies en toespraken. In zijn denken hanteerde hij altijd een zeer diepe antropologische visie die nooit van de Eeuwige werd losgekoppeld: “De mens verliest zichzelf als hij zijn Schepper, onze God, vergeet. Door God te vergeten, weet de mens niet meer hoe hij de boodschap van zijn natuur moet ontcijferen en vergeet hij zijn eigen maat. Zo wordt hij ook voor zichzelf een niet te beantwoorden raadsel zonder invulling.” (J. Ratzinger – Benedetto XVI, per Amore[2], LEV-Cantagalli, 2019). Evenzeer met betrekking tot de natuur stelde Benedictus: “Wanneer we God vergeten, worden de dingen stom. Ze zijn dan louter materieel en missen elk écht waarom. Ze blijven verstoken van elke diepe betekenis. Maar als we naar God terugkeren, beginnen de dingen te spreken." (ibid) Benedictus XVI was een vader. Zijn vaderschap was nederig, bijna ingetogen van aard, maar tegelijk toch ook heel direct. Zij die hem mochten ontmoeten, getuigden dat zij zich door een vriendelijke man benaderd wisten. Hij was niet raadselachtig en nooit dubbelzinnig, hij aarzelde nooit tussen een populistische of mediatieke benadering en was nooit moraliserend. Hij hield van de wereld omdat die ziek was en God nodig had. Hij voelde dat de Kerk een grote zending had. Hij zag de hulp van een God die volgens hem voor ons "knielde" en hij aanbad het mysterie ervan. Benedictus XVI moet zeker onder de grote van de vorige eeuw worden gerekend. Wij zijn allen deze paus dankbaar omdat wij van hem de gave van zijn getuigenis hebben ontvangen. Gedurende een korte tijd mocht ook ik van de nabijheid en de schaduw van deze majestueuze eik genieten, eerst als substituut op het Staatssecretariaat en daarna als Prefect van de Congregatie voor de Evangelisatie der Volkeren. Hierdoor was ik getuige van het denken en handelen van Paus Benedictus XVI. Ik waardeer eveneens zijn vriendelijke aandacht, ook nog na zijn aftreden als paus, en ik bewaar met diepe genegenheid de herinnering aan verschillende ontmoetingen en aan zijn korte aantekeningen die het geschenk van bepaalde publicaties discreet vergezelden: "Aan mijn dierbare vriend" . Hij zal als een doctor van de Kerk geëerd blijven. Fernando Kardinaal Filoni Grootmeester Bron : Website Grand Magistère Foto : © Grand Magistère Vertaling : Luk & Karien De Staercke-Audoore © Belgische Landscommanderij - Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem

Een vraag van Paco Garcia Burgos, Ridder van het Heilig Graf, Commanderij Mexico Een moderne kerkelijke realiteit. Onze orde is geen religieuze orde, maar een "Pauselijke ridderorde van leken” , waarin ook geestelijken en religieuzen hun plaats hebben. Wij zijn een instelling met rechtspersoonlijkheid, die uit hoofde van haar activiteit als een "centrale organisatie van de Katholieke Kerk" functioneert. Al onze leden, mannen en vrouwen, zijn inderdaad gedoopt en zijn trouw aan Christus. De uitvoerende functionarissen van de Orde van het Heilig Graf (de Luitenant-Generaal, de Gouverneur-Generaal, de Vice-Gouverneurs-Generaal, de Landscommandeurs en de Magistraal Afgevaardigden) zijn allemaal leken. Zij zijn allen vrijwilligers en staan niet in loondienst. Onder de hoge functionarissen zijn er twee geestelijken: de Grootmeester die door de Paus wordt gekozen en benoemd, alsook de Assessor die met de instemming van de Paus wordt gekozen. De Grootpriors, de Priors en de religieuze mannen en vrouwen die tot de Orde behoren, hebben een eigen missie als geestelijke begeleiders van de leden. Zij oefenen hun zending uit in coördinatie met de Landscommandeurs en de Magistraal Afgevaardigden. De leken, die op alle niveaus binnen de Orde de meerderheid uitmaken, zijn in feite krachtens hun doopsel "priesters, profeten en koningen" binnen de Kerk. Het is dan ook onze hoop dat zij hun doopsel ten volle zouden beleven. Zij zijn geroepen om met de steun van het gebed van Gods Woord te getuigen en het in het dagelijkse leven te beleven. Zij kunnen daarbij rekenen op de hulp van de Heilige Geest die in hen woont. Zij zijn immers leden van de Kerk die het Lichaam van Christus is, en zij delen met Christus de waardigheid als zonen van de Vader in het Koninkrijk Gods. Zo is onze Orde, hoewel behoorlijk oud in jaren, in haar missie een moderne kerkelijke realiteit. Zij participeert immers aan de zorg van de Heilige Vader voor de heilige plaatsen en de katholieke instellingen in het Heilige Land. Deze zending wordt gevoed door initieel belang te hechten aan onze persoonlijke heiligheid (spiritualiteit) en aan het beoefenen van het geloof in zijn volle inhoud en in alle situaties van ons leven. Ik wil deze bijzondere aspecten van onze Orde versterken door de lekenleden aan te moedigen zich voortdurend in hun christenzijn te blijven vormen. Dit kan in het bijzonder door regelmatig een pelgrimstocht naar het Heilig Land te ondernemen en zo in de samenleving als maar meer “missionaris” van het Evangelie van Christus te worden. In de moderne wereld wordt God immers al te zeer genegeerd. Wij willen de medeverantwoordelijkheid van alle leden op een synodale manier beleven en zo een voorbeeld zijn van een "familie" waar dialoog en broederschap tussen verschillende roepingen wordt ervaren, dit alles ten dienste van een nobel ideaal. Fernando Kardinaal Filoni Grootmeester Bron : © Grand Magistère Foto : © Grand Magistère Vertaling : Luk & Karien De Staercke-Audoore

HET HOEKJE VAN DE GROOTMEESTER Ik groet van ganser harte alle leden van de Orde van het Heilig Graf van Jeruzalem. Toen ik als Grootmeester van de Orde werd aangesteld, wou ik voor mezelf nagaan op welke wijze ik ook buiten de centrale geledingen van de Orde kon aanwezig zijn en hoe ik af en toe ook de investituren kon bijwonen. Maar het was voor mij evenzeer belangrijk om met alle leden van onze pauselijke instelling een nauwe relatie te onderhouden. In feite is onze Orde een "grote parochie" en, zoals in alle grote families, kunnen afstand en veelheid van relaties de onderlinge banden soms minder persoonlijk maken. Daarom heb ik initiatieven genomen om via onze communicatiemiddelen een dialoog aan te gaan om zo naar uw vragen te luisteren en elementen van antwoord aan te rijken. Zo vindt u op onze website www.oessh.va een rubriek: “The Grand Master’s Corner” . Daarin formuleren wij het antwoord op de belangrijkste brieven die ik mocht ontvangen. Bij voorkeur ga ik in op vragen over onze Orde en het leven binnen de Orde. Ook vragen over de Kerk, het christelijk leven en ons engagement in het Heilig Land genieten mijn volle aandacht. Ik wil u wel verzoeken om uw vragen niet formeel of formalistisch te houden, maar om vooral oprecht te zijn, met inachtneming van alle regels van vertrouwelijkheid en discretie. U kunt mij uw korte brieven sturen hetzij via fcf@oessh.va met in de onderwerpregel "Angolo del Gran Maestro" , hetzij via postzending naar het adres van het Grootmeesterschap ( OESSH-00120 Vaticano ). Communiceren is participeren, dialogeren is elkaar (leren) kennen, interactie is elkaar waarderen. Ik hoop voor u allen het allerbeste en wens u veel succes toe Fernando Kardinaal Filoni Grootmeester Bron : © Grand Magistère Foto : © Grand Magistère Vertaling : Luk & Karien De Staercke-Audoore

(Ed. Salvator), meer bepaald in het hoofdstuk over de ecclesiologische dimensie van de spiritualiteit van de Orde. Fernando Kardinaal Filoni Grootmeester Bron : © Grand Magistère Foto : © Grand Magistère Vertaling : Luk & Karien De Staercke-Audoore '> In het kader van een conferentie die op 23 en 24 mei door het Observatoire du fait religieux (CREC Saint-Cyr) in de École Militaire in Parijs werd georganiseerd, was ik uitgenodigd om er een lezing te houden over het thema: “Een nieuw perspectief: Jihad en menselijke broederschap” Hieronder kan u een fragment lezen uit mijn toespraak over de dialoog tussen christenen en moslims. Dit onderwerp vormt een wezenlijke dimensie van de missie die onze Orde in het Heilig Land moet vervullen en zit volledig in de geest van de Verklaring van Abu Dhabi, die door paus Franciscus en de grootimam van de universiteit van al-Ahzar werd ondertekend. "Tegenwoordig is er een nieuwe en originele toenadering tussen de Islamitische wereld en de katholieke Kerk die door paus Franciscus en de soennitische grootimam van Al-Azhar, Ahmed al-Tayyeb is geïnitieerd. Op 4 februari 2019 ondertekenden zij in Abu Dhabi een document over menselijk broederschap, wereldvrede en gemeenschappelijke coëxistentie. Als gevolg hiervan ontmoette Paus Franciscus in Najaf (Irak) Groot-Ayatollah Al Sistani waardoor een heel belangrijk contact tussen de katholieke en de sjitische wereld is ontstaan. Vervolgens heeft de paus een jaar geleden in Najaf (Irak) Groot-Ayatollah Al Sistani ontmoet, waardoor een maximaal contact tussen de katholieken en de sjiitische wereld is ontstaan. Dit contact dat zou kunnen leiden tot belangrijke wederzijdse toenaderingen als tot belangrijke toenadering tussen soennieten en sjiieten, en tot een wenselijke herziening van hun historische tegenstellingen." Het is interessant om vast te stellen dat zowel de paus als de grootimam het document niet beginnen met te wijzen op de controversiële religieuze kwesties (hetgeen nieuwe moeilijkheden zou opleveren), maar door uit te gaan van wat zij gemeenschappelijk hebben: "het geloof in een genadige en vergevingsgezinde God, die alle mensen gelijkheid van rechten gelijkheid van plichten en waardigheid heeft geschapen, een God die alle mensen oproept om als broeders en zusters, om als vrienden samen te leven en om samen de waarden van goedheid, naastenliefde te beleven en te verspreiden.” Dit zijn uitingen van de hoogste theologische en antropologische waarden die naar mijn mening leiden tot het ontmijnen van alle agressievere en intolerantere jihadistische ladingen. Wie is dan "de ongelovige" als het roepende principe de "barmhartige en vergevende" God is die Joden, christenen en moslims samen delen. Hij is de schepper van alle mensen met gelijke rechten en waardigheid. Ieder behoudt weliswaar voor zichzelf de leerstellige beginselen die de kern en de intrinsieke diversiteit van zijn geloof vormen, maar door het terrein van religieuze confrontaties en geschillen te verlaten, wordt een venster geopend dat een frisse wind laat waaien. Deze gemeenschappelijke visie verzwakt in feite alle beschuldigingen van intolerantie. Maar het moet ook worden gezegd dat er een einde moet komen aan interreligieuze en extra-religieuze provocaties die agressie uitlokken en de andere partij beledigen. "Vandaag de dag, vooral dan in dat deel van de wereld waar de Islam de meerderheid uitmaakt, maar ook op plaatsen waar de Islam een minderheid vormt, voeden alle vormen van jihad zich aan echt of vermeend onrecht, aan echte of vermeende schendingen van de Islamitische geloofsovertuiging en Islamitische waarden. Hoewel het legitiem is om een gevoel van respect te verdedigen, toch kan dit nooit terrorisme of moord verrechtvaardigen. Het is gepast om hier de kreet van Paus Franciscus en de grote Imam al-Tayyeb te herhalen: wie ook maar één persoon doodt, is alsof hij of zij de hele mensheid heeft gedood. Wij veroordelen alle levensbedreigende praktijken zoals genocide en terreurdaden […] alsook elk beleid dat de vele misdaden ondersteunt. Wij verklaren met klem dat godsdiensten nooit mogen aanzetten tot oorlog noch tot haatgevoelens. Ze mogen nooit aanzetten tot extremisme of nooit mogen uitnodigen tot geweld of bloedvergieten. Dit alles leidt tot het afwijken van de religieuze leer, tot het politieke gebruik van religies en ook tot interpretaties vanwege groepen religieuzen die – in bepaalde fasen van de geschiedenis – van religieuze gevoelens misbruik hebben gemaakt. Laat dit klaar en duidelijk zijn!” Overigens wil ik terloops maar al te graag vermelden dat ik de mening ben toegedaan dat dit standpunt de zo genoemde “Akkoorden van Abraham” tussen Israël, Bahrein en de Arabische Emiraten heeft bevorderd en de toenaderingsprocessen naar andere Islamitische staten heeft geopend. Voor de Katholieke Kerk is de herziening van de interreligieuze betrekkingen reeds formeel gestart bij de verklaring Nostra Aetate (NA) van het Tweede Vaticaans Concilie. Toen reeds zagen de concilievaders het als hun plicht om alle vervolgingen en uitingen van onverdraagzaamheid uit het verleden te veroordelen en hoopten zij de "spanning en vijandschap tussen christenen en moslims" te overwinnen. Zij nodigen ons hierbij uit om ″het verleden te vergeten en oprecht naar wederzijds begrip te streven, […] alsook om ons samen in te zetten om voor alle mensen de sociale rechtvaardigheid, de morele waarden, vrede en vrijheid te beschermen en te bevorderen ”. (NA 3-5) “Indien de geschiedenis niet onze leermeester wordt dan zullen de fouten steeds opnieuw worden herhaald. De geschiedenis van de mensheid is niet het resultaat van zuivere determinismen, maar is een verwevenheid van vrijheden die moeten erkend en wederzijds gerespecteerd worden.” Dit aspect van de missie van de Orde wordt behandeld in mijn boek “Et toute la maison fut remplie de l'odeur du parfum” (Ed. Salvator), meer bepaald in het hoofdstuk over de ecclesiologische dimensie van de spiritualiteit van de Orde. Fernando Kardinaal Filoni Grootmeester Bron : © Grand Magistère Foto : © Grand Magistère Vertaling : Luk & Karien De Staercke-Audoore

De Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem is volgens haar statuten een Centraal Organisme van de Katholieke Kerk en telt wereldwijd ruim 30.000 leden – Ridders en Dames. Haar missie bestaat erin om door middel van milde giften de pastorale, opvoedende en sociale werken van het Latijns Patriarchaat van Jeruzalem te steunen. Dit patriarchaat beslaat de gebieden in Jordanië, Palestina, Israël en Cyprus . De liefdadige dimensie van het leven van de Orde gaat hand in hand met een intense geestelijke en spirituele inzet van haar leden en hun deelname aan pelgrimstochten naar het Heilig Land. Deze zorgen ervoor dat de banden tussen de universele Kerk, de lokale Kerken en de Moederkerk van Jeruzalem telkens vernieuwd en verstevigd worden. De verantwoordelijken zowel als de leden zijn allen vrijwilligers. De Orde beschikt slechts over één gebouw, dat haar door de Heilige Stoel ter beschikking wordt gesteld. Het betreft het Palazzo della Rovere in Borgo dat zich aan de Via della Concilliazione te Rome bevindt. Als trouwe en voorzichtige beheerder heeft de Orde de plicht om alles wat haar is toevertrouwd in stand te houden en in alle openheid te beheren. Het historische gebouw dateert van meer dan vijf eeuwen geleden en werd nog vóór de huidige Sint-Pietersbasiliek gebouwd. Een deel van het gebouw werd lange tijd aan een hotelbedrijf verhuurd om op die manier de werkingskosten van de Orde te dekken. Zo konden alle ontvangen giften daadwerkelijk naar het Latijns Patriarchaat van Jeruzalem worden overgemaakt, hetgeen van meet af aan het eigenlijke doel was. Sinds de herfst van 2020 ging de Orde, overeenkomstig de door de Heilige Stoel opgelegde transparantieregels, op zoek naar een nieuwe maatschappij om de hotelruimte te beheren en de nodige restauratiewerkzaamheden uit te voeren. Dit gebeurde met de goedkeuring van de toezichthoudende overheid en de stad Rome. De Grootmeester van de Orde richtte toen een Internationale Commissie op. Deze maakte haar voorkeuren kenbaar en selecteerde – overeenkomstig de door paus Franciscus voor de Heilige Stoel vastgestelde normen – de items volgens belangrijkheid; Hieraan was een marktstudie voorafgegaan, die moest nagaan wat het best aan de behoeften en doelstellingen van het College zou beantwoorden. Elke stap werd duidelijk gecommuniceerd en aan het Staatssecretariaat voor Economische Zaken ter goedkeuring voorgelegd. Zo kwam een duidelijke ethische lijn tot stand die in de voorbereidende besprekingen met de kandidaat-hotelondernemingen als bindende leidraad zou fungeren. Bron : Grand Magistère Foto : © Grand Magistère Vertaling : Luk & Karien De Staercke-Audoore

Op 10 mei deed de Grootmeester zijn plechtige intrede in het Heiig Graf van Jeruzalem. Deze bedevaart was in de wereldwijde gezondheidscrisis om evidente reden reeds meermaals uitgesteld. Hieronder volgt de bezinning die hij op dat moment met heel de wereld wilde delen. Een pelgrimstocht naar het Heilig Land is altijd een gave die wij van God mogen ontvangen. Zo was het destijds reeds in de harten van de gelovige Joden, zo was het ook voor Jezus. Maar wat betekent dit voor ons? Wat is voor ons de bijzondere betekenis van deze plaats? Er is een Bijbelse, ik zou zeggen Christologische analogie, die ik aan het Boek Exodus ontleen (Ex 33-34) om deze vraag te beantwoorden. In het Boek Exodus staat dat Mozes, hij die op de Berg Tabor met de Heer sprak en waar hij met Elia was, op een dag tegen de Heer zei: ”Laat mij Uw glorie zien” (Ex 33, 18). De Almachtige beloofde toen zijn pracht te tonen en genadig te zijn voor hen die genadig willen zijn en barmhartig zal zijn voor hen die zelf ook barmhartig willen zijn. Hij voegde daar aan toe: “Mijn gelaat kan je niet zien” Ex 33, 20). Maar de Heer ging verder: “Hier bij Mij is nog plaats, kom op de rots staan. Wanneer Mijn heerlijkheid voorbij gaat, zal ik u in de rotsholte laten schuilen, en als Ik voorbije ga, zal Ik u met Mijn hand beschermen. Als ik dan Mijn hand terugtrek , kunt u Mij van achter zien, maar Mijn gelaat kan niemand zien. ” (Ex 33, 21-23). Uit deze woorden is het mysterie van het Kruis en de dood van Christus ontstaan. Ook hij zal op een rots staan, en dan in de holte van een graf dat in de rots is uitgehouwen, worden neergelegd. Een holte, het graf van Jozef van Arimathea, zal met Zijn Lichaam worden opgevuld. En zoals Gods beschermende hand zich over Mozes heeft uitgestrekt, zo werd bij het ochtendgloren van de derde dag de steen van voor het Graf weggerold. De heerlijkheid van God zou vervolgens in de Verrezen Heer aan de ongelovige leerlingen verschijnen. Hier, op deze plaats, verschijnt de heerlijkheid van de Verrezen Christus opnieuw in het geloof van de gelovige: Gezegend zijn zij die geloven zonder te zien! Hierin ligt de fundamentele betekenis van onze pelgrimstocht vandaag. Zij die in Jeruzalem leven, hebben de taak, ik zou zelfs zeggen de geestelijke plicht, om te getuigen en het mysterie van de heerlijkheid van God te vertellen, die in Jezus is geopenbaard. Maar wij zijn naar hier gekomen – zoals Franciscus van Assisi eens heeft gezegd – om de Heer te zien en te voelen, om zijn sporen te volgens en de echo van Zijn woorden te beluisteren, om de plaats aan te raken waar Hij op aangeven van de engel werd neergelegd: “Kom, kijk naar de plaats waar Hij heeft gelegen. Ga snel en zeg … aan de leerlingen “Hij is uit de doden opgewekt.” (Mt 28, 6-7) ). Hij is daar waar God ons heeft gered! Jullie, broeders en zusters, kinderen van deze Moederkerk van Jeruzalem, jullie hebben de opdracht van de engel gekregen, die ons aanmoedigt om te kijken waar de Heer werd neergelegd. Dank voor de vele diensten aan uw trouwe broeders en zusters over de hele wereld en in het bijzonder aan onze broeders en zusters Ridders en Dames van het Heilig Graf. Vandaag betreden wij de stilte van het geloof om uit deze bron levend water te putten. Hier ontdekken wij "onze Heer, een barmhartige God, geduldig, groot in liefde en trouw die goedheid bewijst tot in de duizendste generatie, die misdaden, overtredingen en zonden vergeeft" (Ex 34, 6-7) Wij komen naar hier als pelgrims om dit mysterie te ontdekken. Dit is de ware betekenis van onze pelgrimstocht, van onze komst naar deze plek. Het is hier dat elke Ridder en Dame die van deze plaats houdt, weet dat hij of zij er een gevoel van waardigheid aan ontleent. Het is ook vanaf deze plek dat hij voor de rest van zijn leven de herinnering meedraagt aan zijn geloof in de Verrezen Christus. Amen! Fernando Kardniaal Filoni Grootmeester Bron: Grand Magistère Foto: © Grand Magistère Vertaling : Luk & Karien De Staercke-Audoore