Nieuws over de Orde

Een nieuw algoritmisch ‘schepsel’ ?

In een artikel dat in Italië door BeeMagazine werd gepubliceerd, presenteert Kardinaal Fernando Filoni een reflectie op het thema van de artificiële intelligentie (A.I.) en Gods schepping. Deze hedendaagse kwestie is ook voor de universele Kerk van belang. Dit werd reeds door de paus in zijn boodschap van 1 januari uitdrukkelijk benadrukt. We hebben ervoor gekozen om voor de leden van de Orde en hun vrienden op onze site de tekst van de Grootmeester. Een archeoloog aan wie ik vroeg of het mogelijk was om een oud terracotta object van een modern namaakproduct te onderscheiden, gaf mij als antwoord dat de aanraking het eerste directe beoordelingscriterium is. Natuurlijk zijn er nog andere. Zo legde hij mij uit dat de poreusheid van terracotta pas met de jaren tot stand komt en dat deze niet in een hedendaagse creatie, waarvan het oppervlak glad is, wordt aangetroffen. Dit is een empirisch criterium, maar wel één dat op het eerste zicht bruikbaar is bij de vele namaakobjecten die we overal aantreffen en die mensen te koop aanbieden. Wat is, in een tijd waarin we met allerlei soorten nieuws overspoeld worden, het eerste geldend criterium om onszelf te verdedigen en echt nieuws van “ fake news ” te onderscheiden? Deze vraag stelt zich vanwege het grote gemak waarmee nieuws vandaag de dag circuleert. Nu men het overal over een zogenaamde artificiële intelligentie heeft, volstaat het niet langer om zich voor dat onderscheid op de rede te beroemen. De artificiële intelligentie is immers in staat om informatie te deconstrueren, te vervaardigen, te vertekenen en zelfs misleidend te werken. In deze complexe tijden, waarin zoveel mensen zich in de studie van alle nieuwe communicatiemogelijkheden verdiepen en hiermee zelfs ook ons leven willen beïnvloeden, beseffen we dat de “ intellectuele rijkdom ” die mensen bezitten inderdaad in “ povere aarden vaten ” is opgeslagen. Deze uitdrukking gebruikte Paulus van Tarsus reeds, die aan de christenen van Korinthe schreef dat wij onze schat, d.i. onze hoop, in “ aarden vaten ” dragen. De buitengewone kracht komt immers van God en niet van onszelf. (vgl. 2 Kor. 4,7). Wat is de mens méér dan een “ eeuwenoud artefact ” wiens wezen en wiens bestaan dateert uit de tijd dat de Schepper het vanuit de klei vorm gaf en er leven, intelligentie en vrijheid in blies. Met deze gaven schiep hij de mens – bijbels gesproken – naar Zijn beeld en Zijn gelijkenis. De poreusheid van het menselijk bestaan bestrijkt dus millennia en is technologisch niet reproduceerbaar; zelfs als we alles zouden willen reduceren tot getallen en algoritmische combinaties, zou het nog steeds een “flexibel” variatie zijn. De onderliggende vraag is of de onderzoekers uit Silicon Valley of uit een andere entiteit die zich aan deze wetenschap wijden en die het nieuwe schepsel dat wij artificiële intelligentie noemen “ eigenhandig ” hebben gecreëerd, enige “ gelijkenis ” met de Allerhoogste God vertonen. De “ neo-scheppers ”, hoewel zeer bekwaam, lijken mij duidelijk bescheidener dan de Allerhoogste, die volgens Genesis hemel en de aarde heeft geschapen en orde in de chaos heeft gebracht (cf. Gn 1,2). De “ neo-scheppers ” maken weliswaar gebruik van hun scheppende kracht, maar als we onder de indruk zijn van hun vaardigheid, dan komt dit misschien omdat we zelf het gevoel voor kwaliteit en proportie van de Goddelijke schepping zijn kwijtgeraakt en ons met een overvloed aan cijfers en algoritmen tevreden stellen. Maar dan rijst de volgende vraag: wat zullen zij in hun “artefact” aan inhoud dragen, terwijl wij bedenken dat God volgens de Bijbel de mens mannelijk en vrouwelijk heeft geschapen (vgl. Gen 1, 27) en hem voorzag van levende relaties, van een gemeenschap van geest en lichaam en van de autoriteit over de schepping waarvan de mens niet mag afwijken? “ Moet de Bijbel dan herschreven worden ,” werd mij door een vriend gevraagd. In feite zal zelfs religie aan het perspectief van dit nieuwe wezen, aan de artificiële intelligentie, niet kunnen ontsnappen. Het heeft geen eigen bewustzijn en ontleent haar heilige karakter aan de logica van zijn onderzoekers. Wat wordt er uiteindelijk aangeboden? Wordt ze verboden? Zal zij in staat zijn fouten te maken of zonden te begaan? Zal ze kunnen beminnen? Eet ze van de “ verboden vrucht ”? Heeft zij recht op verlossing en is ze in staat om te bidden? Ja! Bidden is immers het meest eenvoudige en het meest aangeboren streven van het menselijk hart. Geen mens heeft ooit nagelaten te bidden. Misschien gebeurde dat zonder dit goed te beseffen, zoals je tot een moeder roept die je nooit hebt gekend. Augustinus van Hippo sprak over gebed waarvan het meest interessante onderdeel het autobiografische deel is. In feite verwees hij hierbij naar zichzelf waarbij hij als het ware een paradigmatische beschrijving gaf: onze stappen in het gebed verlopen volgens een algoritme dat niet uit een hart kan komen dat niet zou bestaan. Augustinus zei dat hij als kind, ook zonder al gedoopt te zijn, maar door zijn moederlijke opvoeding niet zozeer bad uit genegenheid voor God, hoe klein die ook was, maar om de volgende dag de klappen van zijn gewelddadige leraar niet te moeten incasseren (Confessions, 1, 9, 14). Als jongeman bad hij, in volle post-puberale uitbundigheid, opdat hij niet door de hartstocht zou overweldigd worden, maar dat deze hem anderzijds ook niet onmiddellijk zou ontnomen worden (Ib. 8, 7, 17). In een mengeling van enige crisis en het houden van enige afstand tot zijn gezinsopvoeding veranderde hij de inhoud van zijn gebed en vroeg hij om de verwezenlijking van zijn dialectische, filosofische en carrière-aspiraties. Maar hij was zich ook al snel bewust van de vernedering en de ijdelheid van zo’n gebed (Ib. 3, 4, 7). Als gevolg van teleurstellingen verviel hij in het toen dominante manicheïsme en beleefde dit bijna als een emancipatie. Zo kwam hij tot eerder formele en onopvallende gebeden maar dit werd op zijn beurt de oorzaak van een nieuwe en diepere desillusie. Zo bekende Augustinus dat hij in grote nood de oorzaak van zijn ongemak en de aard van zijn depressie had proberen te begrijpen. In een vorm van zeer hoge spirituele lyriek richtte hij zich tot de Heer: “ U heeft mij tot U bekeerd, waardoor ik het zoeken naar een vrouw en het verwezenlijken van alle hoop van deze wereld heb opgegeven " (Ib. 8, 12, 30). Toen kwam de doop in de katholieke kerk Ik spreek de hoop uit dat de artificiële intelligentie het plezier van de talrijke spirituele pelgrimstochten die existentieel het leven van de hedendaagse en de toekomstige mannen en vrouwen doorkruisen, niet zal wegnemen. Ik hoop dat deze intelligentie ons het gebed zal laten, dat zij een veelkleurig pluralisme niet zal verminderen en ons niet tot een enkelvoudig en uniform denken zal beperken! Maar wanneer deze intelligentie zich binnen aanvaardbare grenzen verder ontwikkelt, zal het ongetwijfeld een zeer nuttig “ schepsel ” van de mensheid zijn. Fernando Cardinale Filoni Grand Maître Bron : Website Grootmeesterschap - Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem Foto : © Grootmeesterschap Vertaling : Luk & Karien De Staercke-Audoore © Belgische Landscommanderij - Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem

Meer lezen
Onze riddermantel, een lichtgevend teken van onze identiteit

Een overweging van de Gouverneur-Generaal , Ambassadeur Leonardo Visconti di Modrone    We leven in een wereld vol symbolen. Men moet dan ook weten hoe men deze moet interpreteren. We mogen ons niet zomaar tot enkele uiterlijkheden beperken, hoe suggestief en plechtig deze ook mogen zijn. Het komt er vooral op aan om ons in de ware betekenis ervan te verdiepen en naar datgene te zoeken wat transcendent is. Kortom, we moeten het gevaar ontvluchten om door de uiterlijke aspecten verblind te worden, maar we moeten in de eerste plaats van de meer verlichtende en onthullende dimensie genieten. Laten we proberen naar symbolen te kijken met de ogen van de ziel en het hart. Denken we bijvoorbeeld eens aan ons belangrijkste symbool, met name onze riddermantel. Net zoals in de Apocalyps van de Apostel Johannes (Openbaring 7.2-4.9-14) zou men ons de vraag kunnen stellen: “ Die mensen daar in hun in witte gewaden, wie zijn zij en waar komen ze vandaan? ” Kunnen wij dan antwoorden: “ Deze […] hebben hun gewaden gewassen, ze hebben ze wit gemaakt in het bloed van het Lam ”. Het is inderdaad zo dat de mantel van onze Orde, die we tijdens de Investituur voor het altaar hebben ontvangen, ons uitnodigt om nooit met enig eenvoudig esthetisch genot tevreden te zijn, maar dat we uitgedaagd worden om het dieper begrip van de betekenis ervan te zoeken. Wat is zijn ware betekenis? Het dragen van de mantel herinnert de Ridder aan zijn verplichting van loyaliteit, gehoorzaamheid, respect, eer, discipline, opoffering, verantwoordelijkheid en solidariteit, om nog maar een paar ridderlijke deugden te vermelden. Degene die de riddermantel ontvangt, moet deze met waardigheid dragen en de vermelde deugden nauwgezet naleven. Voor een Ridder in de Orde van het Heilig Graf, die tevens het Kruis van Jeruzalem op zijn mantel draagt, herinnert dit kruis aan de vijf wonden van Onze Heer, hetgeen een diepere betekenis in zich draagt. De Dames dragen dan weer een zwarte mantel, al dan niet met handschoenen en een witte satijnen voering (zoals de traditie in bepaalde landen het wil) en wordt met een zwarte sluier of kanten mantille verfraaid. Dit accentueert hun vrouwelijkheid met sobere elegantie. Sint-Paulus herinnert ons eraan dat wij door het doopsel met “ Christus zijn bekleed ” (Gal. 3,27). Dit is hetgeen we zouden moeten voelen wanneer we onze mantel met het Jeruzalemkruis dragen, het is de herinnering aan het witte kleed van ons doopsel. Ik beef wanneer ik aan de verschrikkelijke scheldwoorden van Jezus denk: “ Wee u, schriftgeleerden en farizeeërs, schijnheiligen, u lijkt op witgekalkte graven, die er van buiten wel mooi uitzien, maar van binnen vol liggen met doodsbeenderen en allerlei onreinheid. ” (Mt 23, 27). Diegenen die uit ijdelheid op hun mantel prat gaan, hebben ongelijk, maar hetzelfde geldt evenzeer voor degenen die een tegenstrijdigheid menen te zien tussen de pracht van de mantel en de nederigheid die elke christen wordt aanbevolen. In wezen kan men in alle nederigheid een prachtig uniform dragen en anderzijds in een eerder slordige outfit zich volkomen hooghartig aanstellen. Er is dus geen enkele reden om zich tegen de schoonheid van de riddermantel te verzetten. Op de Berg Tabor veranderde onze Heer Jezus eveneens van gedaante. De mantel die we dragen is daarom niet zomaar een herinnering aan hetgeen we vertegenwoordigen, maar moet ons tevens helpen onszelf te transformeren tot authentieke Ridders en Dames die in het Lege Graf, en dus in het Mysterie van de Verrijzenis van Christus, het referentie-ideaal voor ons engagement vinden. Moge het enerzijds het lichtgevende teken van onze waardigheid als een herrezen volk zijn en anderzijds de weerspiegeling van wat we in ons hart dragen. Dit beleven wij in het besef dat de symbolische kracht van onze mantel in de totale identificatie tussen het kledingstuk en de persoon die het draagt, zijn doel bereikt. Bron : Website Grootmeesterschap - Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem Foto : © Fotoarchief lds Vertaling : Luk & Karien De Staercke-Audoore © Belgische Landscommanderij - Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem

Meer lezen
De betekenis van een bedevaart naar het Heilig Land voor de leden van de Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem

Donata Maria Krethlow-Benziger, Landscommandeur voor Zwitserland en Liechtenstein, presenteert ons een persoonlijke reflectie op het belang van een bezoek aan de Moederkerk van het Heilig Land, gebaseerd op wat zij zelf in 2023 heeft beleefd. Dit artikel illustreert heel goed wat ridders en dames van over de hele wereld tijdens hun pelgrimstochten, die door de Orde worden georganiseerd, ervaren. Doorheen de eeuwen is een pelgrimstocht naar Jeruzalem voor de christenen steeds een nobel doel geweest. Het visioen van het hemelse Jeruzalem was alomtegenwoordig. Tegenwoordig stellen pelgrimstochten naar het Heilig Land ons in staat de heilige plaatsen te bezoeken en inzicht te krijgen in de situatie van de christenen die daar nog steeds wonen. Het is een sterk teken als uitdrukking van een intieme band die er is tussen ons, Ridders en Dames van de Ridderore van het Heilig Graf van Jeruzalem, en de plaatselijke christen bevolking bestaat. Het is tegelijk ook een getuigenis van onze liefde voor het land waar onze Heer Jezus Christus ooit heeft gewoond en geleefd. De mensen leven daar in een andere realiteit dan deze in onze Europese wereld. Hun bestaan wordt er door geweld en onrecht in velerlei vormen gekenmerkt. Wat een groot geluk en wat een enorme vreugde viel ons ten deel toen ik in mei 2023 met ruim 70 anderen van onze landscommanderij op pelgrimstocht naar het Heilig Land mocht vertrekken. Het warme onthaal in het Latijns Patriarchaat te Jeruzalem, met de overhandiging van de pelgrimsschelp, was voor mij het hoogtepunt van de reis. Het was voor ons een bijzondere eer dat de patriarch, Zijne Eminentie Kardinaal Pierbattista Pizzaballa, ons in Jeruzalem verwelkomde en aan elke Ridder en Dame, die het Heilig Land voor het eerst als lid van de Orde bezocht, persoonlijk de Pelgrimsschelp overhandigde. Daarna mochten wij in onze hoedanigheid van Ridders en Dames van de Orde de plechtige intocht in de Heilige Grafkerk meemaken. We wisten ons dan meer dan wie ook geraakt toen we de gebeurtenissen vernamen die het Heilig Land op 7 oktober 2023 op zijn grondvesten deden daveren. Sindsdien hebben de vreselijke feiten uit het Midden-Oosten een nieuw hoofdstuk van lijden aan de geschiedenis van het Heilig Land toegevoegd. Onze gedachten en gebeden zijn bij allen die door deze tragedie getroffen worden. Onze betrokkenheid bij diverse projecten en onze gehechtheid aan de christen bevolking van het Heilig Land blijft ongeschonden, ook al zullen we er in de nabije toekomst niet persoonlijk heen kunnen gaan. Maar we mogen de hoop niet verliezen en onze broeders en zusters in het geloof in het Midden-Oosten geenszins aan hun lot overlaten. Als Dames en Ridders van de Ridderorde van het Heilig Graf maken wij deel uit van de Moederkerk van het Heilig Land. We moeten de straten en de heilige plaatsen met onze aanwezigheid en onze gebeden blijven vullen. En we zullen er opnieuw naartoe moeten trekken zodra de politieke omstandigheden dit weer mogelijk zullen maken. Want de Basiliek van het Heilig Graf in Jeruzalem is niet zomaar een kerk. Zij bevindt zich precies op de plaats waar onze Heer Jezus Christus heeft geleden, is gestorven en uit de doden is opgestaan. En het is vanuit deze kerk dat door de Verrijzenis van Christus het licht in de wereld schijnt. Bron : Website Grootmeesterschap - Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem Foto : © Grootmeesterschap Vertaling : Luk & Karien De Staercke-Audoore © Belgische Landscommanderij - Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem

Meer lezen
Ontmoeting met de christen gezinnen in Jeruzalem

Tijdens hun bedevaart naar het Heilig Land eind december 2023 – begin januari 2024 hadden de Grootmeester en de Gouverneur-Generaal van de Ridderorde een ontmoeting met enkel bijzonder hulpbehoevende christen gezinnen die in Jeruzalem wonen en die dankzij de hulp vanwege leden van de Orde door het Latijnse Patriarchaat gesteund worden. Dima Kalak Khoury, Directeur van de sociale diensten van het Patriarchaat, stemde ermee in om onze delegatie verschillende concrete situaties voor te stellen die deze mensen in de appartementen van de Custode hebben ervaren. Dima Kalak Khoury trad tijdens deze bezoeken op als begeleider van de kleine delegatie van het Grootmeeterschap. EEN MOEDIGE MOEDER Nisreen, een 53-jarige moeder, voert elke dag een strijd om de vele moeilijkheden die zij sedert zij van haar man is gescheiden, te overwinnen. Ze woont met haar vier kinderen in een bescheiden appartement dat zij voor $ 500 kan huren. Zij lijdt aan diabetes en heeft hartproblemen. Hierdoor moet ze geregeld naar het ziekenhuis. Door haar gezondheidsproblemen is ze werkloos geworden en zo heeft ze moeite om de essentiële medicijnen aan te kopen. Ondanks de lovenswaardige inspanningen van haar oudste dochter, die dank zij een baan als verkoopster bij een kledingmerk een bijdrage aan het inkomen van het gezin kan leveren, heeft het gezin nog steeds met financiële moeilijkheden af te rekenen. De oudste zoon van Nisreen droomt ervan om elektriciteit te studeren en zo een professionele technicus te worden. Met de genereuze steun van de Orde willen we hem helpen deze droom waar te maken. De jongste zoon van het gezin studeert nog op de middelbare school. Door de rampzalige financiële situatie van het gezin hebben ze vaak niets te eten en kunnen ze de elektriciteitsrekening niet betalen. De financiële inbreng van het Latijnse Patriarchaat van Jeruzalem, of het nu om voedselbonnen of de betaling van elektriciteitsrekeningen gaat, betekent voor dit noodlijdend gezin een essentiële hulp. Bovendien zijn onze vormingsprogramma's erop gericht om de kinderen van Nisreen de vaardigheden en kansen te bieden die nodig zijn om op een zinvolle wijze aan de gezinsuitgaven bij te dragen. EEN GEZIN DAT VECHT OM TE OVERLEVEN Nancy is 32 jaar en moeder van vier kinderen. Zij kampt met aanzienlijke moeilijkheden. Haar man is 40 jaar en is taxichauffeur. Maar als gevolg van de aanhoudende oorlog heeft hij zijn inkomen ernstig zien dalen. Door de discriminerende houding van de Israëli’s kan hij geen Joodse passagiers meer afhandelen en bovendien wordt zijn werk door het voortdurende risico op aanvallen in de Israëlische gebieden nog verder belemmerd. Omdat ze moeite hadden om rond te komen, konden zij de huur niet langer betalen en werd het gezin uit hun huis in Beit Hanina gezet. Met de hulp van het patriarchaat en de pastoor kregen ze een klein appartement toegewezen. Maar de accommodatie is te klein waardoor sommige gezinsleden in de keuken moeten slapen. Om hun financiële lasten wat te verlichten, hielp het Patriarchaat Nancy aan een baan als assistent in de keuken in het Grieks-Orthodoxe klooster, wat haar een bescheiden inkomen opleverde. Ondanks deze inspanningen blijft de situatie in het gezin moeilijk en probeert het Patriarchaat, samen met de Custode van het Heilig Land, om een meer geschikt huis voor hen te vinden. De pastoor helpt ondertussen bij het betalen van hun huidige huur, en verder ontvangen zij via het Fonds Oost-Jeruzalem nog steun door middel van voedselbonnen en het betalen van de elektriciteitsrekeningen, van het schoolgeld voor de kinderen alsook van hun onroerendgoedbelasting (Arnona). In deze moeilijke situatie proberen de ouders van Nancy eveneens een helpende hand toe te steken, maar hun beperkt inkomen stelt hen niet in de mogelijkheid dit regelmatig te doen. Dit gezin heeft dringend hulp nodig en de steun van de Orde kan een aanzienlijke impact hebben op hun pad naar een stabielere gezinssituatie en een betere toekomst. EEN HUISGEZIN DAT MET WERKLOOSHEID WORDT GECONFRONTEERD Micheline, een gescheiden vrouw, heeft grote problemen met de zorg voor haar twee dochters van 21 en 24 jaar en haar 22-jarige zoon. Ze wonen in een krap huis dat door de Custode van het Heilig Land ter beschikking wordt gesteld maar waar het gezin als gevolg van de geringe ruimte zich permanent in onhygiënische omstandigheden bevindt. Micheline, die in een kinderdagverblijf werkte, verloor in de recente golf van ontslagen als gevolg van de oorlog haar baan. Helaas raakte ook een van haar dochters, die parttime in een hotel werkte, werkloos. De financiële problemen van het gezin worden als maar erger. Dit wordt mede veroorzaakt door het feit dat de zoon van Micheline, de enige die nog als hotelmedewerker de kost verdient, nog heel weinig uren kan werken en dit dan nog voor een heel laag loon. Als reactie op hun penibele situatie wordt het Fonds Oost-Jeruzalem aangewend om Micheline te helpen de gecumuleerde nationale verzekeringsschulden af te betalen. Daarnaast is er ook nog hulp geboden bij de betaling van de onroerende goedbelasting en de aankoop van voedselbonnen. Ondanks al deze inspanningen blijft hun situatie kwetsbaar vandaar de urgentie van voortgezette hulp. De noodsteun van de Orde betekent dan ook een reëel verschil in het verzachten van de moeilijkheden waarmee Micheline en haar gezin in deze moeilijke tijden te kampen hebben. DE MOEILIJKHEDEN VAN EEN VADER NA DE REPRESALLES DIE DOOR DE OORLOG WERDEN VEROORZAAKT Suleiman, vader van drie kinderen, wordt met heel wat uitdagingen geconfronteerd terwijl hij ernaar streeft om volop voor zijn gezin te blijven zorgen. Zijn dochter geniet een studiebeurs van de Custode van het Heilig Land en zet haar studies verder aan de Universiteit van Bir Zeit. De oudste zoon van Suleiman is 23 jaar oud en rondde met de hulp van het Latijnse Patriarchaat van Jeruzalem zijn studie optica met succes af. Hij is nu echter nog altijd op zoek naar een baan. Vandaag wil de tweede zoon met de bus leren rijden en vraagt ons om hem bij zijn project te helpen. De financiële problemen van het gezin zijn nog toegenomen door het feit dat de ongeschoolde echtgenote van Suleiman werkloos is. Suleiman zelf heeft hartproblemen, waardoor hij medicijnen moet nemen en doordat de slagaders verstopt zijn, moet hij regelmatig op controle. Suleiman en zijn twee zonen waren destijds werkzaam als bewakers bij de Westelijke Muur (Kotel) maar werden in het kader van de vergeldingsmaatregelen na de aanslagen van 7 oktober ontslagen. Om aan hun meest dringende noden tegemoet te komen, helpen we hen bij het betalen van de huur en de elektriciteitsrekeningen, alsook door het verstrekken van voedselbonnen. Het gezin blijft echter met aanzienlijke moeilijkheden kampen en heeft moeite om zichzelf van de nodige levensmiddelen te voorzien. Voortdurende steun is essentieel om dit veerkrachtige gezin in staat te stellen voor zichzelf te zorgen en een situatie van stabiliteit en autonomie te bereiken. MET ZEVEN KINDEREN IN ÉÉN EN DEZELFDE RUIMTE LEVEN Nakhleh is een vijftiger en staat voor aanzienlijke uitdagingen. Hij woont samen met zijn vrouw en zeven kinderen in een appartement met één slaapkamer in de oude stad van Jeruzalem. Zijn leven nam een drastische wending nadat hij de diagnose kanker kreeg en hij niet langer met zijn bestelwagen kon blijven werken. Hierdoor verslechterde plots ook de materiële situatie van het gezin. Ondanks deze moeilijkheden gloort er toch een sprankeltje hoop aangezien hun dochter, ondersteund door onze vormingsprogramma's, haar studie als medisch secretaresse kan verderzetten.  Bovendien willen de twee volwassen zonen van Nakhleh buschauffeur worden. Een van hen geniet al van onze steun en er wordt actie ondernomen om ook de tweede te helpen. De situatie van het gezin blijft echter heel kwetsbaar. De vrouw van Nakhleh kan niet werken omdat zij voor hun groot gezin moet zorgen, terwijl de andere kinderen nog naar school gaan. Door hen te helpen met het betalen van voedselbonnen, elektriciteitsrekeningen, onroerendgoedbelasting en schoolgeld zijn we al tussen gekomen om hun financiële lasten te verlichten. De ernst van hun situatie maakt echter dat voortdurende hulp noodzakelijk blijft. Wij willen ervoor zorgen dat dit groot gezin zich niet alleen voor deze uitdagingen geplaatst weten. Bron : Website Grootmeesterschap - Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem Foto : © Grootmeesterschap Vertaling : Luk & Karien De Staercke-Audoore © Belgische Landscommanderij - Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem

Meer lezen
Pasen 2024 : boodschap van de Grootmeester aan de Ridders en Dames van de Ridderorde van Heilig Graf van Jeruzalem

Waarde Ridders en Dames van de Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem, Tussen de meest betekenisvolle passages in het Evangelie is er een waarin het “ woord ” van de Heer een “ gebaar ” is geworden. Dit gebaar is met een nieuwe inhoud geladen en het helpt ons het Pascha van de Heer binnen te treden. We weten dat gebaren altijd een vorm van taal zijn die de spraak versterkt en het is niet ongebruikelijk dat gebaren de taal zelfs suggestiever maken. Zo komen we bijvoorbeeld bij de passage van het relaas dat de evangelist Lukas ons heeft nagelaten. De Meester is in Jeruzalem ter gelegenheid van het Paasfeest. Hij sprak veel over waakzaamheid en waarschuwde tegen hypocrisie en bedrog. Terwijl hij achteraan in de Tempel stond, wou hij commentaar geven op een bijna onbelangrijk en quasi verborgen gebaar. Het betrof de offergave van een arme weduwe die, toen ze het Huis van God binnenging, haar bijdrage van twee cent gaf. Dat was alles wat ze had. Het was een heel mooi gebaar van liefde voor deze plaats, die symbool stond voor de glorieuze aanwezigheid van de Allerhoogste te midden van Zijn Volk, de Shekinah van God. Vervolgens voorspelde Jezus voor Jeruzalem de dag waarop de Heilige Stad vernederd, vernietigd en van haar geestelijke adel zou beroofd worden. Het was een vermoeiende dag geweest en ‘s avonds ging de Heer naar de top van de Olijfberg om er te bidden, met de stad van David voor zich. Wie de pelgrimstocht naar het Heilig Land reeds heeft gemaakt, kent deze suggestieve plek aan de overzijde van de imposante muur van de Tempelpromenade heel goed. De volgende dag, toen het feest van de ongedesemde broden naderde, stuurde Jezus, die het Paasmaal wou vieren, Petrus en Johannes uit om alles voor te bereiden wat nodig was: een geschikte plaats, brood, wijn en bittere kruiden. Hij zei hen: “ Ga de voorbereidingen treffen zodat we het paasmaal kunnen nuttigen .” (Lc 22, 8). Het Hebreeuwse Pascha, voor Israël zo rijk aan symbolen, was het laatste paasmaal voor Jezus, maar het was tevens de gelegenheid om een nieuwe gebeurtenis die hij in zijn hart droeg te creëren: de instelling van wat voor de Kerk het sacramentele Pasen, de Eucharistie, zou worden. “ Toen het uur was aangebroken, nam Jezus plaats aan tafel, en de apostelen met hem. Hij sprak tot hen: ‘Het is mijn groot verlangen dit paasmaal met jullie te eten, alvorens ik zal lijden! Toen nam Hij het brood, brak het en gaf het aan zijn leerlingen, terwijl Hij zei: ‘Dit is mijn lichaam... Doe dit ter nagedachtenis aan mij...' en voor de beker deed hij hetzelfde en zei: ‘Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed… ’ (Lc 22, 14e.v.).” Dit teken van “ het breken van het brood ” en “ het drinken uit de beker ” zal het teken van herkenning van de verrezen Meester worden. In dit gebaar van Jezus werd het “ Woord ” een “ betekenisvol gebaar ”, dat wil zeggen een sacrament. Het is hierrond dat de Kerk zich zal verzamelen en dat de christenen zichzelf zullen herkennen als Koinonia , dat wil zeggen een geloofsgemeenschap in de Verrezen Heer, waarin elke gedoopte een “ ecclesiologisch ” bestaan zal leiden waarmee hij voor altijd zal verbonden zijn. In de woorden van Jezus, die zo een gebaar zijn geworden, wordt het hele “ sacramentele teken ” aan de Kerk gegeven. In die betekenis, in dit geloof, verwelkomen ook wij de Heer. Net als Petrus en Johannes worden wij dit jaar opnieuw geroepen om ons op Pasen voor te bereiden. Wij moeten dit doen in het besef dat wij als Ridders en Dames van de Orde van het Heilig Graf onlosmakelijk met het Mysterie van Christus verbonden zijn. Wij kunnen de uitnodiging van Jezus “ Ga voorbereidingen treffen… voor het Paasmaal ” niet negeren zonder geestelijk en emotioneel bij de nieuwe gebeurtenis van de Heer in al zijn schoonheid en rijkdom betrokken te zijn. Dit verzoek van Jezus gaat ons rechtstreeks aan. Het zou geen zin hebben om op pelgrimstocht naar Jeruzalem te gaan als we geen diep besef hadden van wie we zijn en wie we willen zijn. Elke pelgrimstocht zou zinloos zijn indien we niet het verlangen hadden om het Pascha van de Heer opnieuw te beleven en om dit samen met de Heer te vieren. Want elke pelgrimstocht is een reis ter voorbereiding op het Pascha in ons leven, het Pascha in ons geloof. Pasen blijft de gebeurtenis die de brug slaat tussen de eeuwigheid van God in Christus en de mensheid in deze tijd. Laten we dit jaar, ondanks de tragedie die het Heilig Land teistert, opnieuw de uitnodiging aan Petrus en Johannes verwelkomen. Laten wij open staan voor de woorden van de Heer die Hij ons in een sacramenteel gebaar heeft geleerd. Het vieren van dit sacrament gaat niet zo maar om een gewoonte die vaak met feestelijkheden en verjaardagen gepaard gaat. Het moet de bedoeling zijn om de genade van Pasen aanwezig te maken alsof het de enige of zelfs de laatste genade in ons leven is. Het was tijdens het Laatste Avondmaal met Jezus, nog vóór zijn lijden, dat de apostelen de betekenis van het “Nieuwe Verbond” hebben begrepen, een Verbond dat op het mysterie van dood en verrijzenis is gebaseerd. Het “gebaar” dat Jezus tijdens het Laatste Avondmaal heeft gesteld en dat met het oog op het lijden en de dood van de Heer tot dan als het ware “uitgesteld” was gebleven, vindt zijn voltooiing in het Pascha van de opstanding van de Heer. Zo werd Jezus genadevol aan de Apostolische Gemeenschap en aan de Kerk teruggegeven. Om een overweging van Sint-Augustinus (over Psalm 60) te parafraseren, kunnen we zeggen dat Jezus de betekenis van het Hebreeuwse Pascha in zich heeft opgenomen door zich in een nieuw Verbond vernieuwd aan ons terug te schenken. Zo heeft Hij de vernedering van de zonde en het drama van de dood op zich genomen. Zo heeft hij ons, door dit aan ons in het Sacramentum Novum te overhandigen, de vergeving en de heerlijkheid van de Verrijzenis aangeboden. In de driedaagse van Pasen, dat met het Eucharistisch Avondmaal op Witte Donderdag (de eerste dag) begint, associëren wij ons met het lijden van Christus in Getsemane en volgen we Hem in de vernedering, de dood en de begrafenis (de tweede dag) en, terwijl we ons de sabbatstilte (de derde dag) eigen maken, blijven we wachten op het Pascha der Verrijzenis, zoals de Heer het heeft verkondigd. Zalig Paasfeest, Fernando Cardinal Filoni Grand Maître      Bron : Website Grootmeesterschap - Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem Foto : © Grootmeesterschap Vertaling : Luk & Karien De Staercke-Audoore © Belgische Landscommanderij - Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem

Meer lezen
« Het is goed voor mij om mijn einde tegemoet te gaan en deze wereld te verlaten om mij bij God te voegen, om in Hem op te stijgen.»

Op 6 februari 2024 vond in de Basiliek van de Heilige Apostelen in Rome de uitvaart plaats van Professor Agostino Borromeo, Ere-Luitenant-Generaal van de Orde van het Heilig Graf van Jeruzalem. Deze viering werd voorgegaan door Kardinaal Fernando Filoni, Grootmeester van de Orde, in concelebratie met Mgr. Tommaso Caputo, Assessor van de Orde, en Mgr. William Shomali, Patriarchaal Vicaris voor Jeruzalem en Palestina. Deze laatste trad op als vertegenwoordiger van de patriarch van Jeruzalem. Kardinaal Edwin O’Brien, grootmeester in de periode van het ambt van Gouverneur-Generaal van Prof. Borromeo, alsook Fra’ John Dunlap, Grootmeester van de Orde van Malta, en Fra’ Alessandro de Franciscis, Groot-Hospitaalridder, namen aan de viering deel. Een delegatie van ridders en dames, onder leiding van de Gouverneur-Generaal, Ambassadeur Leonardo Visconti di Modrone, en vele vrienden waren uit verschillende landen gekomen om de familie van de overledene nabij te zijn. Aan het einde van de viering las P. Davide Meli, Kanselier van het Latijns Patriarchaat van Jeruzalem, in naam van Kardinaal Pierbattista Pizzaballa een ontroerende boodschap voor. Daarin bracht hij hulde aan het werk dat Professor Borromeo in dienst van de Kerk in het Heilig Land tot stand had gebracht. Hieronder publiceren we de homilie die Kardinaal Fernando Filoni als eerbetoon aan de professor heeft uitgesproken. “Ik ben de Verrijzenis en het leven. Wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven.” (Joh 11, 25) Illustere Autoriteiten, Waarde ouders en vrienden van Professor Borromeo, Waarde broeders in het episcopaat en het priesterschap. Het is met deze mooie en troostende woorden uit het Heilig Evangelie van de Apostel Johannes dat ik dit moment van bezinning in de afscheidsliturgie van onze broeder Agostino Borromeo wil aanvangen. Ons afscheid is een afscheid in gebed dat, zelfs in de droefheid van de scheiding, vervuld is met onze dankbaarheid aan God. Hij heeft immers ons de overledene geschonken als echtgenoot en vader voor zijn gezin, als een toegewijde zoon voor de Kerk en als een oprechte burger voor ons land waarvoor hij op diverse terreinen een memorabele zending heeft volbracht. Vooreerst kunnen wij onmogelijk vergeten dat Professor Borromeo tot de adellijke familie Borromeo behoorde. Zonder hier ooit prat op te gaan droeg hij de kenmerkende eigenschap in zich dat hij de grote aartsbisschop van Milaan, de Heilige Karel, tot een van zijn voorzaten mocht rekenen. Deze geestelijke belichaamde ooit op meesterlijke wijze de vernieuwing van de Kerk in zijn tijd. Als man met een grote historische cultuur heeft hij een zeer waardevolle bijdrage geleverd aan de kennis en de historische kritiek op tal van vaak complexe en controversiële gebeurtenissen. Agostino Borromeo studeerde af in de Politieke Wetenschappen, gespecialiseerd in Geschiedenis, aan de La Sapienza Universiteit van Rome, waar hij meteen hoogleraar Moderne en Hedendaagse Geschiedenis van de Kerk en van andere christelijke godsdienstige strekkingen werd. Vervolgens doceerde hij de geschiedenis van het christendom en de Kerken aan de Maria Santissima Assunta Vrije Universiteit van Rome (LUMSA). Hij behaalde het diploma van archivaris aan de school van het Vaticaanse Geheime Archief en volgde theologische cursussen aan het Instituut voor Religieuze Wetenschappen van de Pauselijke Gregoriana Universiteit. Hij werd tevens voorzitter van het Italiaanse Instituut voor Iberische Studies, medewerker aan het Italiaanse Instituut voor Geschiedenis alsook actief en academisch lid van talrijke Italiaanse en internationale wetenschappelijke en culturele verenigingen. Het zou ons te ver leiden om hier zijn talrijke publicaties en professionele en niet-professionele activiteiten in herinnering te brengen. Anderzijds kan ik niet nalaten zijn opname als lid van het Pauselijk Comité voor Historische Wetenschappen in 2002 te vermelden, dit op uitdrukkelijk aandringen van Paus Johannes Paulus II, alsook als lekenauditor van de Bijzondere Vergadering van de Synode van Bisschoppen voor het Midden-Oosten in 2010, deze keer op vraag van Paus Benedictus XVI. Ik wil hier ook nog zijn lidmaatschap van de Soevereine Militaire Orde van Malta en zijn genereuze inzet voor UNITALSI in herinnering brengen. Maar het was binnen de Ridderorde van het Heilig Graf, waarvan hij Ridder met Ordeketting was, dat hij de rijkdom van zijn talenten heeft getoond en zijn groot gevoel voor organisatie demonstreerde, eerst als kanselier en lid van het Grootmeesterschap, daarna als Gouverneur en Luitenant-Generaal en uiteindelijk Ere-Luitenant-Generaal. Als Grootmeester wilde ik hem ter gelegenheid van mijn officiële pelgrimstocht naar het Heilig Land onder de leden van de delegatie opnemen, een uitnodiging die hij met groot genoegen in ontvangst nam. Hij deelde mij toen evenwel mee dat dit zijn laatste reis naar het Heilig Land zou zijn. Dit was in mei 2022. Hij zou zich deze pelgrimstocht als een gedenkwaardige gebeurtenis blijven herinneren, alsof deze reis een voorafschaduwing was van de ultieme synthese van zijn toewijding aan het Land van de Heer. Graaf Borromeo had inderdaad een buitengewone passie voor het Heilig Land, waar hij altijd met de geest van de “pelgrim” naartoe trok, zelfs wanneer hij erheen ging om een direct zicht te krijgen op de werken die de Orde binnen het Latijnse Patriarchaat van Jeruzalem ondersteunde. Zoals we vaak onder mekaar hebben opgemerkt, mag het Heilig Land onder geen beding tot een eenvoudige archeologische plaats van geloof gereduceerd worden of tot een land waar we gedwongen worden hulpeloos getuige te zijn van de confrontatie tussen Israëli’s en Palestijnen. Alle christenen hebben daar een rol en een taak te vervullen en hij was er trots op dat de Orde van het Heilig Graf deze met nederigheid, eenvoud en efficiëntie vervulde. Waarde Professor Agostino, het mysterie van het lijden, de dood en de wederopstanding van de Heer heeft in uw geloof altijd centraal gestaan, en dit geloof in de Verrezen Heer is de zekere en betrouwbare lijn geweest die u in heel uw leven ononderbroken hebt gevolgd. Uw geloof was een levend geloof. Daarvan was u een waardige getuige en u deed dit met nederigheid, eenvoud en sereniteit, maar evenzeer met de nobele kracht van heel uw ziel en intelligentie. Het was een geloof dat diep geworteld was in de woorden van het Evangelie dat we zojuist hebben gehoord. Op dit intriest moment van de dood van haar broer Lazarus richtte Jezus zich tot Martha van Bethanië met de woorden: “ Ik ben de verrijzenis en het leven. Wie in mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven ” Vervolgens vroeg Hij haar: “ Geloof je dat?” Op deze vraag gaf jij, Agostino, hetzelfde antwoord als Martha: “ Ja Heer, ik geloof het: U bent Christus, de Zoon van de levende God. U bent degene die in de wereld is gekomen. ” Dit was het geloof van Agostino Borromeo. Dit was het geloof dat hij zijn hele leven op een vruchtbare en rijke manier heeft beleefd, terwijl hij een toegewijde zoon en dienaar van de Kerk bleef. Hij was dit steeds met een constante en ideale toewijding, bijna uit eerbied voor de geestelijke erfenis van zijn illustere voorvader, de Heilige Karel. Waarde Professor Borromeo, door uw trouw heeft u bijgedragen aan deze christelijke bezieling van de samenleving die de uitdagingen van de moderniteit aanvaardt. U deed dit zonder tegenstand en tegelijk met de nodige analyse en begrip van de feitelijkheid. Uw discrete inzet in dienst van de zieken bij UNITALSI heeft ons de betekenis van uw liefdadigheid leren kennen, terwijl u binnen de Ridderorde van het Heilig Graf onophoudelijk uw vrijgevigheid jegens de armen en de behoeftigen van het Land van Jezus heeft getoond. U deed dit alles met het karakter van een leek die zijn “roeping” met de helderziende en heilige “missie” van de gedoopte in de wereld gestalte wist te geven. Dank u voor uw helder getuigenis van geloof, dat onmogelijk in deze paar woorden kan worden samengevat. Maar sta mij toe hier ook nog een enkel woord aan toe te voegen over de Agostino die op een voorbeeldige manier een gezinsleven leidde. Daarin vond hij de sappen van een boeiende en verkwikkende sereniteit. Hier gaat tevens al onze sympathie en menselijke nabijheid naar zijn echtgenote Beatrice, hun kinderen Carolina, Renato en Francesco, alsook naar zijn zus Ludovica en zijn broer Gianalfonso. U hebt van hem gehouden en hij hield van jullie. Moge de herinneringen aan de onvergetelijke tijd die u samen hebt doorgebracht u vergezellen en troosten, zelfs als zijn vertrek een leegte in uw bestaan achterlaat. Weet dat zijn getuigenis van het goede voor u en voor ons allemaal nooit zal verloren gaan. Moge deze gedachte ons de betekenis en de volheid van een leven schenken dat de dood en de christelijke troost overstijgt. Vandaag vertrouwen we allen onze broeder Agostino toe aan de Heer Jezus Christus en door ons gebed vragen we de Verrezen Heer om hem in Zijn barmhartigheid van al zijn zwakheden en fouten die hij mogelijk in zijn bestaan heeft begaan, te zuiveren en hem zo als een goede en trouwe dienaar in het Vaderhuis te verwelkomen. Moge hij voor zijn familie en voor ons allen bidden en moge hij ons met zijn genegenheid voor de Heer blijven steunen. Als afsluiting zou ik Ignatius van Antiochië, een grote bisschop uit de apostolische tijden, willen citeren. Hij sprak tot zijn christenen: “ Het is goed voor mij om mijn einde tegemoet te gaan en deze wereld te verlaten om mij bij God te voegen, om in Hem op te stijgen .” En het is precies dit, beste confrater Agostino, wat de Heer voor u in petto heeft. Amen. Bron : Website Grootmeesterschap - Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem Foto : © Grootmeesterschap Vertaling : Luk & Karien De Staercke-Audoore © Belgische Landscommanderij - Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem

Meer lezen
De Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem hernieuwt haar engagement voor het Heilig Land zij aan zij met het Latijnse Patriarchaat

De verantwoordelijken van de Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem kwamen de voorbije week in Rome bijeen om er de vierjaarlijkse vergadering van de Consulta bij te wonen. Ze waren met zowat 150 aanwezigen en kwamen uit circa veertig landen wereldwijd verspreid. Deze vergadering binnen onze pauselijke instelling werd geleid door de Grootmeester Kardinaal Filoni en de Gouverneur-Generaal, Ambassadeur Leonardo Visconti di Modrone. Traditioneel werd de vergadering bijgewoond door de Landscommandeurs en de Magistrale Afgevaardigden, dit zijn de leken die verantwoordelijk zijn voor de uitbouw van het bestuur in de verschillende regio’s. Maar deze keer waren voor het eerst ook de Grootpriors mee uitgenodigd. Deze geestelijken staan in voor de spirituele begeleiding van de Ridders en de Dames in de onderscheiden landen op de vijf continenten waar de Orde aanwezig is. Kardinaal Pierbattista Pizzaballa, de Latijnse Patriarch van Jeruzalem en tevens grootprior van de Orde, kon vanwege de tragische situatie in het Heilig Land niet aanwezig zijn. Via een onlineverbinding slaagde hij er evenwel in om alsnog de vergaderingen mee te maken. Zijn beschrijvingen van de gebeurtenissen en vooral van het lijden van de lokale bevolking heeft de aanwezigen heel diep geraakt. Zij wilden dan ook hun betrokkenheid met de christenen in het Heilig Land manifesteren door hen een door iedereen eigenhandig ondertekende brief toe te sturen. Op die manier wilden zij uitdrukking geven aan hun verbondenheid en hun totale steun aan de Moederkerk van Jeruzalem. Dit is immer steeds de missie van de Orde geweest. Dit is vandaag dan ook méér dan ooit nodig. De leden van de Consulta werden door Paus Franciscus in audiëntie ontvangen. Zij waren hem bijzonder dankbaar voor de boodschap die zij van hem meekregen. “ Het Lege Graf, waarvan de Ridders en de Dames reeds eeuwenlang de roeping hebben om het in het bijzonder te bewaken, is in feite vooral een teken van de grenzeloze Liefde van de Gekruisigde Heer. Hij heeft nooit iets voor zichzelf gevraagd en kon daarom ook niet door de valstrikken van de dood van Zijn opdracht worden weerhouden. Het Lege Graf is een teken van de overwinning van de Verrezen Heer, in wie ook wij het leven vinden. ” Het centrale thema van de Consulta was de vorming van de leden van de Orde. Dit brengt ons naar de kern van onze roeping, om met name door middel van ons getuigenis van hoop en onze concrete solidariteit ook vandaag het mysterie van de dood en de Verrijzenis van Christus tot leven te brengen. Het is aan de Ridders en de Dames van de Orde om zich samen met het Latijnse Patriarchaat van Jeruzalem voor deze zware taak in naam van de universele Kerk in te zetten. “ Ik weet mij geestelijk met u verenigd, ” verklaarde Paus Franciscus, “ met allen die deze bijeenkomst van de Consulta meemaken. U moet nu ongetwijfeld in uw bijeenkomst de grote pijn van de Moederkerk van Jeruzalem van heel nabij hebben meegemaakt. U hebt deze met de christenen in het Heilig Land gedeeld en samen met hen om het geschenk van de vrede gesmeekt. ” Als gelovige mannen en vrouwen staan we dicht bij het lijden van alle onschuldige slachtoffers van het conflict. Verenigd met de Heilige Vader blijven we bidden dat er een rechtvaardige oplossing wordt gevonden en dat de vrede, een geschenk dat van boven komt, maar dat nog nooit zo ver weg heeft geleken, het Heilig Land zal bevloeien. Bron : Website Grootmeesterschap - Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem Foto : © Grootmeesterschap Vertaling : Luk & Karien De Staercke-Audoore © Belgische Landscommanderij - Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem

Meer lezen
De Consulta 2023

Inleiding   Van 6 tot 10 november 2023 kwamen alle hoogste functionarissen van de Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem onder het voorzitterschap van Kardinaal-GrootmeesterFernando Filoni in Rome bijeen. Het betreft de leden van het Grootmeesterschap, de Landscommandeurs en Magistrale Afgevaardigden, een vertegenwoordiger van het Staatssecretariaat alsook een van de Congregatie voor de Oosterse Kerken. Dit is de Consulta. Deze bijeenkomst vindt in de regel om de vier jaar plaats. De doelstelling is telkens een reflectie op en de bespreking van een gemeenschappelijk thema dat betrekking heeft op het leven van de Orde in al haar perifere structuren (d.w.z. in alle landen waar de Orde aanwezig is). De Consulta is – in de synodale geest – het belangrijkste overlegorgaan van de Grootmeester. Volgens de statuten is het eigenlijk geen “overlegorgaan” in de strikte betekenis van het woord, maar maken de door de Consulta geformuleerde voorstellen deel uit van het besluitvormingsproces met betrekking tot de belangrijkste kwesties betreffende de Orde (Art. 17.1). Een nieuwigheid Deze keer waren voor het eerst – en dit ten uitzonderlijke titel – ook de Grootpriors van de Orde uitgenodigd. Dit gebeurde op uitdrukkelijk verzoek van Kardinaal Grootmeester Fernando Filoni. Afgezien van het feit dat dit een sterk signaal is van samenwerking tussen de leken en de kerkelijke leiders binnen de Orde – zij vormen immers de twee componenten in onze organisatie – was dit uiteindelijk ook een mooie kans voor onze Grootpriors om zich beter in de prachtige missie die de pausen aan ons hebben toevertrouwd, te verdiepen. Een genodigde van het elfde uur De gesprekken konden in geen geval de catastrofale humanitaire situatie in het Heilig Land uit de weg gaan. De oorlog en de verschrikkelijke gevolgen ervan voor de bevolking in Gaza, maar ook op de Westelijke Jordaanoever en in Israël, werden per videoconferentie door de Patriarch beschreven. Zijn aanwezigheid in Rome werd door de oorlogsomstandigheden onmogelijk gemaakt. De Patriarch sprak niet enkel zijn bezorgdheid uit over de huidige oorlogssituatie, maar evengoed over de gevolgen die in de naoorlogse periode nog mogen verwacht worden. Er wacht het Heilig Land ontegensprekelijk nog een heftige tijd van onveiligheid en werkloosheid, van de vernietiging van huizen en het intrekken van de werkvergunningen alsook een tijd van haat die binnen de verschillende bevolkingsgroepen nu reeds wortel schiet. De kans is groot dat niets meer ooit hetzelfde zal zijn. De talrijke solidariteitsboodschappen die van over de hele wereld en vanuit de verschillende Kerken aan de Patriarch werden gericht, hebben echter duidelijk laten voelen dat Jeruzalem de Moederkerk is en blijft. De vormingsinitiatieven Het centrale thema dat tijdens deze sessie van de Cosulta aan bod kwam, was de vorming. Dit bleef niet beperkt tot de (permanente) vorming van de leden maar tevens de vorming van de kandidaat-leden, de vorming van de geestelijkheid en deze van de leden die een verantwoordelijkheid binnen de officiële organen van de Orde op zich nemen. Dit is duidelijk een omvangrijk thema waarbij meteen de vraag rijst hoe je dit beste kan benaderen. Instrumentum Laboris Naar alle deelnemers was voorafgaandelijk een zeer uitgebreid voorbereidend werkdocument gestuurd dat was opgesteld op basis van de informatie die vorig jaar aan de landscommandeurs werd gevraagd. (Zo had de Belgische Raad en onze Landscommandeur aan de Kardinaal Grootmeester een verklarende tekst van zes pagina’s gestuurd waarin onze vormingsinitiatieven in detail werden beschreven). De eerste twee dagen waren aan de uitwisseling van gedachten gewijd, waarbij de deelnemers per taalgroep waren ingedeeld. Dit zorgde binnen elke groep voor een grote diversiteit. Zo stonden Landscommanderijen met meer dan 1000 leden schouder aan schouder met Magistrale Delegaties met amper 40 leden. En deze kwamen noodzakelijkerwijs dan ook nog niet uit hetzelfde continent!. Dit resulteerde niet alleen in behoorlijk levendige debatten maar waren ook een gelegenheid tot uitwisseling van zeer nuttige “good practices”. Op de derde dag presenteerden de vier Vice-Gouverneurs-Generaal in plenaire vergadering de voorstellen die nog voor aanvullingen en verbetering vatbaar waren. Voor deze presentatie werd de structuur van het voorbereidend document gebruikt. Enkele eerste Indrukken… Elke Consulta kent verschillende aspecten. Naast het werk dat in de verschillende groepen moet worden volbracht, is het voor iedereen een kans om nieuwe banden te smeden met landscommandeurs die in de praktijk vaak ver verwijderd leven, een kans om de relaties die tijdens eerdere investituren waren aangegaan te verdiepen, een kans om inspirerende ideeën uit te wisselen, om de cohesie binnen de taalgroep te versterken, om documentatie te verkrijgen en nog zoveel meer. Uit de interviews tijdens de Consulta bleek heel duidelijk: de internationale dimensie van onze Orde die tegelijk rekening houdt met lokale bijzonderheden. het universele aspect van onze roeping tot heiliging. Heiligheid beperkt zich immers niet tot een paar gelukkige bevoorrechte mensen, hetgeen reeds door Vaticanum II in herinnering werd gebracht. de theologische dimensie van onze identiteit als Ridders en Dames. Deze dimensie vindt haar wortels in het Mysterie van de dood van Christus én Zijn opstanding. Deze twee zijn heel nauw met elkaar verbonden. De dood van Christus is een daad van verzoening en verlossing voor iedereen en wij zijn geroepen om die te beleven en ervan te getuigen. onze seculiere Orde is ridderlijk in de hoogste dimensie. Ridder of Dame zijn, geeft ons een ideaal, een persoonlijk engagement waarin de deelname aan het leven van de Kerk zit vervat, maar dan wel in overeenstemming met de bijzondere roeping van onze Orde. Dit engagement werd ons door de pausen toevertrouwd en bevat de bijzondere zorg voor het Heilig Land, het land waarin Jezus heeft geleefd (zie de Preambule van onze Statuten. het kerkelijke karakter van deze specifieke roeping houdt in dat dit onder de Kerk ressorteert. Het is in naam van de Kerk (zowel lokaal als universeel) dat wij, Ridders en Dames, geroepen zijn om de plicht op ons te nemen om de Moederkerk van Jeruzalem te steunen. We zijn dus rechtstreekse deelgenoten aan de zorg van de Paus voor de hele Kerk, in het bijzonder wat ons betreft voor de Heilige Plaatsen en de katholieke instellingen in het Heilig Land. En wat nu ? Het is de bedoeling om tot een definitief referentiedocument voor de Orde te komen. Het is bedoeld om in de verschillende stadia van de af te leggen weg van de (toekomstige) Ridder en de (toekomstige) Dame de hulpmiddelen aan te reiken die voor hun voortdurende vorming beschikbaar zijn. Hetzelfde geldt evengoed voor de geestelijkheid. Het gaat om het volgen van een koers, het uitzetten van een lijn, die door elke landscommandeur volgens de bijzonderheden van zijn landscommanderij kan aangepast en verbeterd worden. Dit document zal worden toegevoegd aan het Corpus van de andere documenten, zoals de nieuwe statuten en rituelen. Bron : Website Grootmeesterschap - Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem Foto : © Grootmeesterschap Vertaling :  Luk & Karien De Staercke-Audoore © Belgische Landscommanderij - Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem

Meer lezen
De Ridderorde van het
Heilig Graf van Jeruzalem
Vogelzanglaan 2
1150 Brussel
Newsletter

Deze website maakt gebruik van cookies. Essentiële en functionele cookies zijn noodzakelijk voor de goede werking van de website en kunnen niet worden geweigerd. Andere cookies worden gebruikt voor statistische doeleinden (analysecookies) en worden alleen geplaatst als u met de plaatsing ervan instemt. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie.