Pasen 2024 : boodschap van de Grootmeester aan de Ridders en Dames van de Ridderorde van Heilig Graf van Jeruzalem

15 Maart 2024

Waarde Ridders en Dames van de Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem,

Tussen de meest betekenisvolle passages in het Evangelie is er een waarin het “woord” van de Heer een “gebaar” is geworden. Dit gebaar is met een nieuwe inhoud geladen en het helpt ons het Pascha van de Heer binnen te treden. We weten dat gebaren altijd een vorm van taal zijn die de spraak versterkt en het is niet ongebruikelijk dat gebaren de taal zelfs suggestiever maken.

Zo komen we bijvoorbeeld bij de passage van het relaas dat de evangelist Lukas ons heeft nagelaten. De Meester is in Jeruzalem ter gelegenheid van het Paasfeest. Hij sprak veel over waakzaamheid en waarschuwde tegen hypocrisie en bedrog. Terwijl hij achteraan in de Tempel stond, wou hij commentaar geven op een bijna onbelangrijk en quasi verborgen gebaar. Het betrof de offergave van een arme weduwe die, toen ze het Huis van God binnenging, haar bijdrage van twee cent gaf. Dat was alles wat ze had. Het was een heel mooi gebaar van liefde voor deze plaats, die symbool stond voor de glorieuze aanwezigheid van de Allerhoogste te midden van Zijn Volk, de Shekinah van God. Vervolgens voorspelde Jezus voor Jeruzalem de dag waarop de Heilige Stad vernederd, vernietigd en van haar geestelijke adel zou beroofd worden. Het was een vermoeiende dag geweest en ‘s avonds ging de Heer naar de top van de Olijfberg om er te bidden, met de stad van David voor zich. Wie de pelgrimstocht naar het Heilig Land reeds heeft gemaakt, kent deze suggestieve plek aan de overzijde van de imposante muur van de Tempelpromenade heel goed.

De volgende dag, toen het feest van de ongedesemde broden naderde, stuurde Jezus, die het Paasmaal wou vieren, Petrus en Johannes uit om alles voor te bereiden wat nodig was: een geschikte plaats, brood, wijn en bittere kruiden. Hij zei hen: “Ga de voorbereidingen treffen zodat we het paasmaal kunnen nuttigen.” (Lc 22, 8). Het Hebreeuwse Pascha, voor Israël zo rijk aan symbolen, was het laatste paasmaal voor Jezus, maar het was tevens de gelegenheid om een nieuwe gebeurtenis die hij in zijn hart droeg te creëren: de instelling van wat voor de Kerk het sacramentele Pasen, de Eucharistie, zou worden. “Toen het uur was aangebroken, nam Jezus plaats aan tafel, en de apostelen met hem. Hij sprak tot hen: ‘Het is mijn groot verlangen dit paasmaal met jullie te eten, alvorens ik zal lijden! Toen nam Hij het brood, brak het en gaf het aan zijn leerlingen, terwijl Hij zei: ‘Dit is mijn lichaam... Doe dit ter nagedachtenis aan mij...' en voor de beker deed hij hetzelfde en zei: ‘Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed…’ (Lc 22, 14e.v.).”

Dit teken van “het breken van het brood” en “het drinken uit de beker” zal het teken van herkenning van de verrezen Meester worden.

In dit gebaar van Jezus werd het “Woord” een “betekenisvol gebaar”, dat wil zeggen een sacrament. Het is hierrond dat de Kerk zich zal verzamelen en dat de christenen zichzelf zullen herkennen als Koinonia, dat wil zeggen een geloofsgemeenschap in de Verrezen Heer, waarin elke gedoopte een “ecclesiologisch” bestaan zal leiden waarmee hij voor altijd zal verbonden zijn. In de woorden van Jezus, die zo een gebaar zijn geworden, wordt het hele “sacramentele teken” aan de Kerk gegeven. In die betekenis, in dit geloof, verwelkomen ook wij de Heer.

Net als Petrus en Johannes worden wij dit jaar opnieuw geroepen om ons op Pasen voor te bereiden. Wij moeten dit doen in het besef dat wij als Ridders en Dames van de Orde van het Heilig Graf onlosmakelijk met het Mysterie van Christus verbonden zijn. Wij kunnen de uitnodiging van Jezus “Ga voorbereidingen treffen… voor het Paasmaal” niet negeren zonder geestelijk en emotioneel bij de nieuwe gebeurtenis van de Heer in al zijn schoonheid en rijkdom betrokken te zijn. Dit verzoek van Jezus gaat ons rechtstreeks aan.

Het zou geen zin hebben om op pelgrimstocht naar Jeruzalem te gaan als we geen diep besef hadden van wie we zijn en wie we willen zijn. Elke pelgrimstocht zou zinloos zijn indien we niet het verlangen hadden om het Pascha van de Heer opnieuw te beleven en om dit samen met de Heer te vieren. Want elke pelgrimstocht is een reis ter voorbereiding op het Pascha in ons leven, het Pascha in ons geloof. Pasen blijft de gebeurtenis die de brug slaat tussen de eeuwigheid van God in Christus en de mensheid in deze tijd.

Laten we dit jaar, ondanks de tragedie die het Heilig Land teistert, opnieuw de uitnodiging aan Petrus en Johannes verwelkomen. Laten wij open staan voor de woorden van de Heer die Hij ons in een sacramenteel gebaar heeft geleerd. Het vieren van dit sacrament gaat niet zo maar om een gewoonte die vaak met feestelijkheden en verjaardagen gepaard gaat. Het moet de bedoeling zijn om de genade van Pasen aanwezig te maken alsof het de enige of zelfs de laatste genade in ons leven is. Het was tijdens het Laatste Avondmaal met Jezus, nog vóór zijn lijden, dat de apostelen de betekenis van het “Nieuwe Verbond” hebben begrepen, een Verbond dat op het mysterie van dood en verrijzenis is gebaseerd.

Het “gebaar” dat Jezus tijdens het Laatste Avondmaal heeft gesteld en dat met het oog op het lijden en de dood van de Heer tot dan als het ware “uitgesteld” was gebleven, vindt zijn voltooiing in het Pascha van de opstanding van de Heer. Zo werd Jezus genadevol aan de Apostolische Gemeenschap en aan de Kerk teruggegeven.

Om een overweging van Sint-Augustinus (over Psalm 60) te parafraseren, kunnen we zeggen dat Jezus de betekenis van het Hebreeuwse Pascha in zich heeft opgenomen door zich in een nieuw Verbond vernieuwd aan ons terug te schenken. Zo heeft Hij de vernedering van de zonde en het drama van de dood op zich genomen. Zo heeft hij ons, door dit aan ons in het Sacramentum Novum te overhandigen, de vergeving en de heerlijkheid van de Verrijzenis aangeboden.

In de driedaagse van Pasen, dat met het Eucharistisch Avondmaal op Witte Donderdag (de eerste dag) begint, associëren wij ons met het lijden van Christus in Getsemane en volgen we Hem in de vernedering, de dood en de begrafenis (de tweede dag) en, terwijl we ons de sabbatstilte (de derde dag) eigen maken, blijven we wachten op het Pascha der Verrijzenis, zoals de Heer het heeft verkondigd.

Zalig Paasfeest,




Fernando Cardinal Filoni
Grand Maître

 

  

Bron : Website Grootmeesterschap - Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem
Foto : © Grootmeesterschap
Vertaling : Luk & Karien De Staercke-Audoore
© Belgische Landscommanderij - Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem


De Ridderorde van het
Heilig Graf van Jeruzalem
Vogelzanglaan 2
1150 Brussel
Newsletter

Deze website maakt gebruik van cookies. Essentiële en functionele cookies zijn noodzakelijk voor de goede werking van de website en kunnen niet worden geweigerd. Andere cookies worden gebruikt voor statistische doeleinden (analysecookies) en worden alleen geplaatst als u met de plaatsing ervan instemt. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie.