“Helena, de eerste echte pelgrim, verliefd op het Land van de Heer”
31 Augustus 2024
Homilie van Kardinaal Fernando Filoni ter gelegenheid van het feest van de patroonheilige van de Orde
In de prachtige kerk van de Heilige-Maria van de Aankondiging (in het Italiaans Maria Santissima Annunziata) in Casarano (Lecce) vierde Grootmeester, Kardinaal Fernando Filoni, op 18 augustus 2024 het feest van de Heilige Helena. Het is een van de officiële feesten van de Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem. Kardinaal Filoni werd geassisteerd door Mgr. Seccia, Aartsbisschop van Lecce en prior van de plaatselijke afdeling van de Orde, alsook door Mgr. Pezzuto, Aartsbisschop en Apostolische Nuntius-Emeritus, lid van de Orde en inwoner van de regio. Waren eveneens aanwezig Ferdinando Parente, Landscommandeur voor Zuid-Italië, Raffaele Garzia, Voorzitter van de afdeling Salento, alsook nog vele ridders en dames evenals tal van aspiranten in opleiding, om samen deze vreugdevolle viering te beleven.
Hieronder kan u de homilie lezen die Kardinaal Filoni bij deze gelegenheid uitsprak en die het ons mogelijk maakt ons enigszins in de figuur van onze beschermvrouwe te verdiepen.
Aan de Heilige Helena wordt door de oude historische traditie de zoektocht naar en de ontdekking van enkele van de meest heilige plaatsen van het christendom toegewezen. Het leven van deze heilige wordt heel nauw met het leven van Jezus in verbinding gebracht. Het liturgische feest van de Heilige Helena is dan ook een unieke kans om zich over de missie van deze vrouw in het prille begin van het christendom te bezinnen. Het is tevens haar zoon, Keizer Constantijn, die in 313 met het beroemde Edict van Milaan de vrijheid van het christendom in het keizerlijke Rome heeft ingesteld.
Van Helena, moeder, christen en pelgrim, weten we met zekerheid dat ze rond 255 na Christus in het huidige Turkije, niet ver van Constantinopel, werd geboren. Ze was van heidense en plebejische afkomst en trouwde met de Romeinse patriciër Constancius Chlorus, met wie ze een zoon kreeg, met name Constantijn. Toen Constantius Chlorus door de keizer van Rome "Caesar" werd genoemd, verstootte hij haar vanwege haar bescheiden afkomst.
Voor deze vrouw brak toen een zeer moeilijke periode aan. Ze viel ten prooi aan publieke wraakzucht en het leven spaarde haar evenmin voor zware vernederingen. Maar als energieke vrouw doorstond Helena deze periode door zich volledig aan de opvoeding van haar zoon te wijden. Constantijn werd in 285 geboren en werd in 306 voor het eerst tot "Caesar" aangesteld. Later werd hij "keizer" maar hij zou zijn moeder nimmer vergeten die haar leven voor hem had opgeofferd. Hij liet haar dan ook tot “Augusta” (keizerin) en “Nobilissima” (zeer nobele vrouw) uitroepen.
Helena bekeerde zich tot het christendom en werd ten tijde van de Heilige-Ambrosius in Milaan gedoopt. Voor haar begon toen een nieuw leven. Ze is dan net geen zestig jaar en zou vanaf dat moment exclusief een vroom leven vol vrijgevigheid leiden. Ondanks haar nieuwe hoge sociale status zou zij uitblinken in bescheidenheid. Vanwege de aandacht die ze aan de armen besteedde – en deze kleurden toen in grote mate het straatbeeld – werd ze destijds als een buitengewoon toonbeeld van naastenliefde en menselijkheid beschouwd. Maar tegelijkertijd werd ze aan het einde van een lange periode van christenvervolging die aan de regering van Constantijn vooraf ging, de weldoenster van talloze gebedshuizen voor christenen.
Van deze vrouw, die zowel in de Oosterse als in de Westerse kerk als een heilige wordt beschouwd, moet worden benadrukt dat zij een ware pelgrim was naar de plaatsen die het christendom het dierbaarst zijn, een pelgrim naar het Land van Jezus. Zonder angst voor enige overdrijving kunnen we Helena omschrijven als de eerste echte pelgrim, verliefd op het Land van de Heer. We weten ook dat mannen en vrouwen van het christelijke Rome in die decennia reeds pelgrims werden of er zelfs voor kozen om op de plaatsen waar Christus werd herdacht, te gaan wonen. We denken hierbij aan de heilige Hiëronymus of aan die nobele Romeinse vrouwen (Marcella, Paula, Julia en Blésilla) die in de Heilige Plaatsen een leven van gebed probeerden te leiden. We verwijzen naar Egeria van Galicië (Spanje) die na Helena ongetwijfeld de beroemdste pelgrim was. Zij trok ondanks de verre afstanden en de vele gevaren op pelgrimstocht. Egeria liet ons beschrijvingen na van de Bijbelse plaatsen die ze bezocht en van de spirituele en culturele emoties die ze toen mocht ervaren. Maar de eigenlijke sleutel tot de pelgrimstochten naar het Heilig Land vinden we in de eerste plaats bij Helena. Zij is degene die ons hart opende voor de liefde voor de eredienst op de plaatsen waar de Heer eens had geleefd. Sindsdien hebben talloze pelgrims, mannen en vrouwen uit alle tijden, deze reis van geloof en boete ondernomen. Wij denken dan in het bijzonder aan Franciscus van Assisi en Birgitta van Zweden, zo door de eeuwen heen tot bij onze tijdgenoten, die op tocht gingen voor een heel bijzondere ontmoeting met Christus.
Het gaat om vrouwen en mannen die, in hun drang om Christus na te volgen, de aantrekkingskracht tot het Land van Jezus voelen en die zichzelf de vraag durven stellen: “Heer, waar hebt U gewoond, waar heeft U geleefd, waar bent U voor ons gestorven?” Het gaat hier dus niet zomaar om nieuwsgierige bezoekers of gelegenheidswandelaars die naar enige Bijbelse geografie op zoek zijn, maar om mensen die een echte spirituele reis door de Heilige Schrift willen maken. Hun zoektocht gaat vooreerst doorheen het gebed, vervolgens via het lezen van de passages uit het Evangelie die naar deze locaties verwijzen, door de herinneringen aan de gebeurtenissen uit het leven van Jezus te vernieuwen en ten slotte door alles in hun geest en in hun hart op te nemen om het tot een spirituele schat te maken.
Helena had in Jeruzalem een ontmoeting met de toenmalige belangrijke Bisschop Macharius, die net van het Concilie van Nicea was teruggekeerd. Daar had hij tegen Arius de menselijke en de goddelijke natuur van Christus krachtig verdedigd. Samen met Bisschop Macharius ging ze in 326 op zoek naar de plaatsen van het lijden, de dood en de verrijzenis van de Heer. De betekenis van deze zoektocht past goed in de historische context van de toenmalige periode.
Ondanks het feit dat het christendom in het Romeinse Rijk toen geaccepteerd werd, ontkenden veel toenmalige christologische ketterijen de menselijke natuur van de Heer. Wie evenwel op zoek ging naar de reële plaatsen waar Jezus had geleefd, moest ook zijn historisch bestaan aantonen. Tijdens dergelijke zoektochten zou het hout van het Kruis van Christus gevonden zijn. Helena nam het mee naar Rome en plaatste het in de Basiliek van het Heilige Kruis, die ze naar eigen goeddunken had laten bouwen. Tegelijkertijd wilde Constantijn de eerste Basiliek van de Verrijzenis of van het Heilig Graf laten bouwen, om zo de Calvarieberg en de plaats van het lege Graf van Jezus samen in één heilig gebouw onder te brengen.
Bij de bijzondere vrouw Helena, kunnen we niet anders dan, naast het verwijzen naar haar menselijke deugden, ook de rol van haar geloof in herinnering te brengen. Vanaf het moment dat zij de figuur van Christus leerde kennen, wijdde zij zich met alle intellectuele moed, met het nodige historisch besef en met spirituele diepgang aan het zoeken naar de belangrijkste christologische plaatsen.
Indien wij vandaag op Golgotha kunnen bidden, de Steen der Zalving kunnen kussen of het Lege Graf van de Verrezen Heer kunnen aanraken en vereren, dan hebben we dat aan de Heilige Helena te danken, die twee eeuwen na datum als het ware een volgeling, ja een leerling van Jezus werd. Net als de vrouwen die de Heer tijdens zijn prediking hadden vergezeld en Hem in hun huizen hadden verwelkomd, zocht Helena Hem op in de plaatsen waar hij had geleefd en wilde ze dat de volgelingen van Christus geestelijke gastvrijheid zouden vinden in de basilieken die zij en haar zoon Constantijn in Jeruzalem, Bethlehem en Rome hadden gebouwd.
Naast de geestelijke bediening door Jezus en die van de apostelen, moeten we een derde bediening erkennen, namelijk die van de vrouwen die de Heer volgden, al gaat het wezenlijk om drie verschillende opdrachten. Er is vooreerst de unieke verlossende bediening door Christus zelf. Daarnaast is er de sacramentele opdracht van de apostelen en de diaconale opdracht van Gods vrije mannen en vrouwen. Deze twee bedieningen – met name die van de opvolgers van de apostelen en die van de vrije mannen en vrouwen van God – zijn nog lang niet voltooid en hebben in het bestaan van de Kerk een buitengewone rijkdom aan vormen en uitdrukkingen gekregen die deze doorheen de tijd hebben weten te bewaren.
De Heilige Helena had de schoonheid van deze derde “bediening” begrepen en maakte ze expliciet door haar genereuze toewijding aan een diaconaat dat bedoeld was om voor de christenen van alle tijden de herinnering aan de Heilige Plaatsen van Christus te bewaren. In die zin luidde zij een nieuw tijdperk in waarin pelgrimstochten naar het Heilig Land mogelijk werden en men een bezoek kan brengen aan de plaatsen die in hetgeen men het Vijfde Evangelie noemt, bekend zijn.
Eenmaal Helena christen was geworden, paste zij haar levensstijl aan de wil van God aan. Ze zocht Christus niet alleen bij de armen, maar ook op de plaatsen die de herinnering aan Hem als Verlosser bewaard hadden. In haar opwindende spirituele reis herkennen we in Helena juist deze grote liefdes: de liefde voor de lijdende en gekwetste mens en deze voor de armen en hulpbehoevenden onder Gods schepselen. Hij had immers zichzelf tot een van ons gemaakt tot een mens wiens historische en geografische herinnering bewaard moet blijven.
Wij hebben bewondering en devotie voor de Heilige Helena en wij kunnen haar nooit voldoende dankbaar zijn voor haar zoektocht naar en haar bescherming van de historische plaatsen ter nagedachtenis aan Christus, onze Verlosser.
Moge de Heilige Helena een ware inspiratiebron zijn voor onze liefde voor het Land van Jezus en moge zij ons tegelijkertijd de wegen naar de vrede tonen, vooral dan in de regio waar Christus heeft geleefd, een regio die vandaag door geweld en wrede oorlogen wordt geteisterd. Het is de regio waar de de grote gebeurtenis van de Openbaring van de ene God, door Joden, Christenen en Moslims wordt beleden, werkelijkheid is geworden.
Amen.
Bron : Website Grootmeesterschap - Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem
Foto : © Grootmeesterschap
Vertaling : Luk & Karien De Staercke-Audoore
© Belgische Landscommanderij - Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem