Nieuws over de Orde
De Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem is via haar afdelingen en delegaties op alle continenten aanwezig. Van daaruit worden de landscommanderijen of magistrale delegaties gevormd. Deze bevorderen de initiatieven en bijeenkomsten ten gunste van de steun van de christen aanwezigheid in het Heilig Land. Elke landscommanderij (of magistrale delegatie wanneer de Orde zich nog in de oprichtingsfase bevindt) beheert de giften van haar leden waarbij de strengste boekhoudkundige regels worden gehanteerd en legt hiervan jaarlijks een verslag neer bij het Grootmeesterschap te Rome. Het Grootmeesterschap is in feite het centrale beheersorgaan van de Orde dat de wereldwijde hulp coördineert die naar het Latijns Patriarchaat in Jeruzalem wordt gestuurd. Het Patriarchaat beheert bijna 60 parochies en ongeveer 40 scholen en draagt de verantwoordelijkheid over meer dan 150.000 gelovigen in Jordanië, Palestina, Israël en Cyprus. De instellingen van het Patriarchaat, zoals de parochies en de scholen in het bijzonder, zijn het essentiële voorwerp van deze materiële solidariteit, ook wat betreft, zij het in mindere mate, de specifieke restauratie- of bouwprojecten die voorafgaandelijk in Rome door het Grootmeesterschap worden gevalideerd. Het totale hulpbudget dat aan het Heilig Land wordt verstrekt, bedraagt jaarlijks ongeveer 10 miljoen euro. Als onderdeel van het geheel van de steun aan de Oosterse Kerken onderneemt de Ridderorde van het Heilig Graf ook nog andere projecten in Bijbelse gebieden, zoals in Egypte of in Libanon. Anderzijds bieden de leden van de Orde, die regelmatig pelgrimstochten naar het Heilig Land ondernemen, tevens belangrijke morele steun aan de christenen in deze regio die in een klimaat van zowel economische als politieke crisis leven. Onze pelgrims proberen dan actoren te zijn in een “cultuur van ontmoeting” ten dienste van de vrede. De Ridders en de Dames van de Orde willen zich ook graag inschakelen in het leven van hun eigen bisdom, in een antwoord op de richtlijnen van de Grootmeester, in het bijzonder om aan de behoeften van de armsten tegemoet te komen. Dit uit zich bijvoorbeeld met betrekking tot de opvang van vluchtelingen en migranten. Bron : Website Grootmeesterschap - Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem Foto : © Grootmeesterschap Vertaling : Luk & Karien De Staercke-Audoore © Belgische Landscommanderij - Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem
Vanaf eind 2023 en in het eerste deel van 2024 hebben de landscommanderijen wereldwijd via het GrootMeesterschap, een vrijwillige solidariteitsbijdrage van ongeveer $ 1,5 miljoen gestuurd voor het lenigen van de behoeften van de bevolking in het Heilig Land die zich getroffen weet door het conflict dat sinds 7 oktober is losgebarsten. Gedurende het jaar 2024 wordt deze steun van de Orde voornamelijk aan humanitaire hulp besteed in de gebieden die door het Israëlisch-Palestijnse conflict getroffen zijn. Deze hulp komt bovenop de reguliere financiering van de projecten die in verband staan met de initiatieven van ROACO en uiteraard bovenop de regelmatige betalingen aan het Latijns Patriarchaat voor zijn institutionele en structurele uitgaven (educatief, pastoraal en sociaal). De Orde blijft zodoende bijdragen leveren ten voordele van de vluchtelingen in de Gaza-parochie en aan de talrijke humanitaire situaties op de Westelijke Jordaanoever. Deze hulp behelst voornamelijk het verstrekken van voedselbonnen, van financiële steun voor openbare dienstverlening of schoolgeld, voor het kopen van medicijnen en het dekken van medische kosten. Na het intrekken van veel werkvergunningen op de Westelijke Jordaanoever en de daaruit voortvloeiende stijging van de werkloosheid, is het de bedoeling om oplossingen te implementeren door het opzetten van kleine bedrijven of initiatieven en, in het algemeen, de lokale bevolking te helpen manieren te vinden om inkomsten te genereren voor hun levensonderhoud. Hieronder keren we even terug naar de projecten die in 2023, nog vóór het uitbreken van de oorlog in het Heilig Land en de rampzalige neveneffecten ervan, werden gerealiseerd. Een nieuw communicatiesysteem voor de kantoren van het Latijns Patriarchaat in Jeruzalem In de loop der jaren raakte de decennia geleden geïnstalleerde telefooninfrastructuur verouderd en was het noodzakelijk om de apparatuur te vervangen. Het project werd gesubsidieerd door de Landscommanderijen van Zwitserland en Liechtenstein en omvatte de aankoop van een nieuwe telefoonserver en nieuwe telefoontoestellen, die de werknemers en priesters van het Latijns Patriarchaat in Palestina, Israël en Jordanië ten goede kwamen. Dit betekent dat zowat 106 mensen voortaan hun dienstverlening functioneler kunnen verrichten. Aankoop van digitale archiveringsoftware Er is digitale software geïmplementeerd om de archiveringsprocessen te stroomlijnen, de fysieke opslagruimte voor gegevens te verkleinen en de integriteit ervan te garanderen. Het project werd in april 2021 voorgesteld en door de Middle Atlantic Lieutenancy aangenomen. Maar de pandemie en bijhorende beperkingen hebben de uitvoering ervan vertraagd. In 2023 is de nieuwe software uiteindelijk dan toch aangeschaft en geïnstalleerd geworden. De 120 medewerkers van het Latijns Patriarchaat in Jordanië, Palestina en Israël, alsook de 52 parochies (waaronder 12 in Palestina, 6 in Israël, 33 in Jordanië en 1 in Cyprus), kunnen van dit nieuwe systeem gebruik maken. Renovatie van het systeem voor de opvang van het regenwater Omdat het Latijns Patriarchaat van Jeruzalem een historisch gebouw is, moet het soms gerenoveerd worden en worden aangepast om het behoud ervan op lange termijn te garanderen. Zo werd een project uitgewerkt om het systeem voor de opvang van het regenwater van de daken te verbeteren en dit werd met tussenkomst van het Grootmeesterschap aan de landscommanderijen voorgesteld. De uitvoering ervan werd uiteindelijk door de Landscommanderij van Noord-Italië gefinancierd. Het afleiden van het regenwater weg van de funderingen van de gebouwen helpt erosie te voorkomen, verlengt de levensduur van de constructie en draagt bij tot de algehele efficiëntie en tot meer verantwoordelijkheid voor het milieu. De onderwijsinstellingen van het patriarchaat: ondersteuning van de school in Gaza Een financiële bijdrage van de Oostenrijkse Landscommanderij maakte het mogelijk om de continuïteit van het onderwijs voor de 26 leerlingen van de school van de Heilige Familie in Gaza tijdens het schooljaar 2022-2023 te garanderen. Er werd steun verleend in de vorm van studiebeurzen om het collegegeld te bekostigen van behoeftige leerlingen van wie de ouders als gevolg van de Covid-19-pandemie hun inkomsten waren verloren en die na de opheffing van de beperkingen niet opnieuw in dienst werden genomen, van leerlingen van wie de ouders een tijdelijk contract hadden en zodoende geen garantie op een vast inkomen hadden, van leerlingen van wie minstens één ouder een chronische handicap had en niet in staat was om te werken, of van leerlingen uit éénoudergezinnen. Beurzen voor studenten in Palestina Dit project had tot doel om christen studenten aan de Bir Zeit Universiteit te ondersteunen. Het ging om studenten wier ouders hun werk als gevolg van de Covid-19-pandemie waren verloren en dit nadien niet opnieuw konden opnemen, van ouders die hun faillissement moesten aanvragen of hun bezittingen moesten verkopen om de stijgende kosten van levensonderhoud het hoofd te kunnen bieden. Dankzij een bijdrage van de Duitse Landscommanderij ontvingen studenten in nood een studiebeurs die hun studiekosten dekte tijdens het zomer- en herfstsemester van 2021 alsook tijdens het lente- en voorjaarssemester van 2022. Visuele ondersteuning voor de catecheselessen Het Catechetisch Bureau van het Patriarchaat heeft ernaar gestreefd om een goed christelijk onderwijsprogramma op te zetten voor de leerlingen van de christelijke scholen in Palestina, Jordanië en Israël. Er werd een nieuwe onderwijsmethodiek ontwikkeld om de Bijbel uit te leggen en de verhalen opnieuw te vertellen. Deze methodiek is gebaseerd op het gebruik van visuele hulpmiddelen die de leerlingen in staat stellen de betekenis van de verhalen door middel van interactie en participatie te assimileren. Dankzij deze hulpmiddelen die door de Belgische Landscommanderij werden gefinancierd, merkten leerkrachten dat de kinderen beter gefocust bleven en dat de betekenis van de Bijbelverhalen gemakkelijker te begrijpen en te onthouden was. Interactieve projectoren en nieuwe kantoren De meeste scholen van het Latijns Patriarchaat in Palestina dateren uit de 19de eeuw en kwamen tot stand als verlengstuk van de spirituele toewijding van de Latijnse Kerk om toekomstige generaties op te leiden en hen van passend christelijk onderwijs te voorzien. Uit een recente evaluatie van de behoeften van de verschillende onderwijsinstellingen is gebleken dat sommige van hun faciliteiten niet over de nodige moderne en essentiële apparatuur beschikten. Bij deze evaluatie werd rekening gehouden met de nieuwe trends op het gebied van lesgeven en leren en met technologische vooruitgang. In het licht van deze veranderingen en dankzij de steun van het Grootmeestershap heeft het Latijns Patriarchaat voor 8 scholen in Palestina ( Taybeh , Bir Zeit , Aboud , Ain Arik , Jifna , Ramallah , Beit Jala en Beit Sahour ) 28 interactieve projectoren aangekocht. Bovendien werden dankzij een bijdrage van de landscommanderijen, die via het Grootmeesterschap verliep, de oude lessenaars door nieuwe vervangen, om de leerlingen het comfort te bieden dat ze nodig hebben om de lessen optimaal te kunnen volgen. De scholen met de grootste behoeften terzake waren deze van Bir Zeit , Zababdeg , Beit Sahour , Ramallah en Nablus en werden daarom prioritair behandeld. Verbetering van veiligheid en hygiëne De Al-Fuheis -school in Jordanië beschikte op het gebied van sanitaire voorzieningen over een aftandse infrastructuur. Dit was het gevolg van onregelmatig onderhoud en overmatig gebruik. Het was daarom dringend om maatregelen te nemen die er moesten voor zorgen dat de sanitaire voorzieningen aan de behoeften van de kinderen werden aangepast, vooral dan op het gebied van ruimte, netheid, privacy en beschikbaarheid van drinkwater. Mede dankzij de bijdragen van de Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem werden renovatiewerken uitgevoerd die de units van voldoende ventilatie, nieuwe vloeren, vlotte toegang en volledige privacy voor elk toilet, nieuwe wastafels, veilige en schone drinkwaterkranen, en voldoende verlichting moesten voorzien. Modernisering van de computerlaboratoria Het moderniseren van de computerlokalen op de scholen was essentieel om aan de veranderende onderwijsbehoeften tegemoet te komen. Deze klassen zijn ontworpen om leeractiviteiten en groepswerk te vergemakkelijken. Sommige scholen in Palestina hadden verouderde systemen die het onderwijs- en leerproces vertraagden. Met de steun van de Ridders en Dames van de Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem wou men via dit initiatief technologisch geavanceerde ruimtes en hulpmiddelen creëren die plaats konden bieden aan een groter aantal leerlingen en hen van modernere instrumenten zou voorzien, die een uitgebreide functionaliteit zouden bieden. De betrokken scholen waren onder meer die van Zababdeh , Nablus , Bir Zeit , Ain Arik, Beit Jala , Beit Sahour , Taybeh en de twee scholen van het Latijns Patriarchaat in Gaza . Helaas kon de voltooiing van het project in Gaza vanwege het aanhoudende conflict niet worden uitgevoerd. De verbeteringen aan scholen op de Westelijke Jordaanoever werden daarentegen wel uitgevoerd en voltooid. In Zababdeh studeren er 1.034 jongeren, in Nablus 607. In Bir Zeit zijn er 470 leerlingen, in Ain Arik 256, in Beit Jala 840 en in Beit Sahour 393. In Taybeh zijn er tenslotte 373 leerlingen. Al deze jongeren genieten voortaan van een eigentijdse computeraccommodatie. Het gebouwenpark van het Latijns Patriarchaat IN PALESTINA Renovaties in de Parochie van de Heilige Familie en de school in Gaza De parochiezaal van de Heilige Familie in Gaza bevond zich in een erbarmelijke staat, dit voornamelijk als gevolg van een oud vochtprobleem, van de natuurlijke aftakeling en niet te vergeten van de jaren van bombardementen in de regio. Het was daarom noodzakelijk om beschermende maatregelen te nemen om de stabiliteit en de veiligheid van het gebouw te herstellen. Dit werd mogelijk gemaakt dankzij de financiële ondersteuning van de Midden-Altantische Landscommanderij. Het rehabilitatieproject omvatte isolatiewerkzaamheden, het versterken van de keldervloer en het hele balkon. Het zou de 120 leden van de Latijnse parochie van Gaza de mogelijkheid bieden om over een veilige en gerenoveerde vergaderruimte te beschikken. In feite zou de hele plaatselijke christen gemeenschap, die ongeveer 900 mensen telt, van dit comfort kunnen genieten. Helaas raakte het gebouw reeds van meet af aan door de aanhoudende oorlog sinds 7 oktober 2023 beschadigd. Een van de scholen van het Latijnse Patriarchaat in Gaza bevindt zich in Al-Zaytoon . Deze zorgt voor de opvang van 208 leerlingen en voor werkgelegenheid aan 26 docenten. De school had nood aan een dringende renovatie, die dankzij de bijdrage van de Oostenrijkse Landscommanderij mogelijk werd gemaakt. Deze renovatie had een aanzienlijke impact omdat het de academische prestaties van leerlingen duidelijk zou verbeteren. Het aantal inschrijvingen verhoogde en de toegang tot kwaliteitsonderwijs en een veiliger omgeving bracht ook nog tal van andere voordelen voor de gemeenschap met zich mee. Maar ook deze inspanningen werden door oorlog ongedaan gemaakt. Operationele ondersteuning van het Thomas van Aquino Centrum Het Thomas van Aquino Centrum is het enige katholieke christen jeugdcentrum in Gaza, dit te midden van de ruim 130 niet-christen centra die in deze bijzonder onrustige regio van de wereld actief zijn. Het project ging in 2021 van start en genoot de steun van de Duitse Landscommanderij. Het omvatte een aantal activiteiten, waaronder financiële steun voor de docenten, voor het projectmanagement en IT-vaardigheden. Het omvatte ook de financiering van de salarissen van de leden van de directie van het centrum. In totaal betrof dit 17 medewerkers. Vermeldenswaard is tevens dat 72 jonge christenen in Gaza werk hebben gevonden dankzij de vormingsprogramma’s die door het Centrum werden aangeboden. Sinds de oorlog van 2023, die Gaza volledig verwoestte, werden deze vormingsactiviteiten echter finaal stopgezet. Werken aan het seminarie van Beit Jala Er werden tal van renovatie- en veiligheidswerkzaamheden uitgevoerd aan het seminarie van Beit Jala . Het opleidingscentrum voor Latijnse diocesane priesters werd in 1852 door Patriarch Giuseppe Valerga in Jeruzalem opgericht. Deze geestelijken zouden alle parochies van het patriarchaat van het Heilig Land worden ingezet. In 1936 werd het centrum naar Beit Jala overgebracht. Dankzij de bijdrage van de Landscommanderij van Engeland en Wales, die dit project in 2021 had geadopteerd, was het mogelijk om de aanbesteding op te starten en de werkzaamheden te laten beginnen. Het groot en klein seminarie huisvest ongeveer 100 mensen die er wonen en werken, alsook nog een aantal bezoekers en gasten. Naast de jaarlijkse structurele financiële besparing zullen deze technische ingrepen ook het elektriciteits- en gasverbruik naar beneden halen, hetgeen duidelijke milieuvoordelen met zich meebrengt. Er werden ook nog andere bouwkundige ingrepen in de seminaristenkamers uitgevoerd. Deze hadden niet enkel met afbladderende pleisterlagen af te rekenen, maar vertoonden ook heel wat vochtplekken op de plafonds en de muren. Deze waren het gevolg van regenwater dat uit het dak lekte. Ook de badkamers verkeerden in heel slechte staat en hadden een dringende renovatie nodig. Met de steun van de Oostenrijkse Landscommanderij werd in 2022 een renovatieproject opgestart, dat onder meer de ontmanteling en de herinrichting van de elektriciteit, het sanitair en de ventilatie omvatte. Deze werken hadden een aanzienlijke transformatie van de faciliteiten tot gevolg. Dankzij de steun van het Grootmeesterschap en andere organisaties was het mogelijk om ook het dak te herstellen. Een andere interventie in het seminarie van Beit Jala raakte in 2023 voltooid en zorgde voor de vervanging van een van de liften. Dit werd dankzij de steun van de Landscommanderij van Zwitserland en Liechtenstein gerealiseerd. Restauratie van de polyvalente zaal van de parochie van Aboud Wanneer we de gebieden van Cisjordanië betreden, komen we aan in het dorp Aboud . Dit is de locatie van verschillende historische bezienswaardigheden en heeft, zoals veel gebieden in de regio, heel wat spanningen en conflicten meegemaakt die met de algemene geopolitieke situatie in het Midden-Oosten verband houden. Het dorp weerspiegelt met zijn archeologisch en religieus erfgoed de geschiedenis van de regio en van de gemengde christen en islamitische bevolking die er woont. Deze historiek levert een bijzondere bijdrage aan de culturele rijkdom van het dorp. Aboud telt 2.000 inwoners waarvan de helft christen zijn. 500 onder hen zijn Latijnse christenen. De polyvalente zaal van de parochie wordt vooral gebruikt voor spirituele en recreatieve activiteiten, tentoonstellingen, conferenties, schoolactiviteiten, retraites, evenementen, festivals, en dies meer. De renovatie ervan werd mogelijk gemaakt dankzij een veelheid van financiële steun die via het Grootmeesterschap ter beschikking werd gesteld. 248 studenten, de priesters en de 500 leden van de parochie Onze-Lieve-Vrouw van Smarten kunnen nu van deze ruimte genieten en aan de initiatieven die daar worden georganiseerd, deelnemen. Vervanging van de geluidsinstallatie van de kerk van Onze-Lieve-Vrouw Visitatie in Zababdeh Blijven we nog even op de Westelijke Jordaanoever en rijden we meer noordwaarts dan bereiken we Zababdeh , een relatief klein dorp dat niettemin een belangrijke rol speelt bij het behouden van de christelijke aanwezigheid in deze regio. Hier staat reeds gedurende enkele decennia de kerk van Onze-Lieve-Vrouw Visitatie ten dienste van de parochie en haar jeugd. In de loop van de jaren waren een deel van de benodigde apparatuur, met name de geluidsinstallatie, defect geraakt. Dankzij de steun van het Grootmeesterschap werd een uiterst moderne geluidsinstallatie aangekocht en geïnstalleerd, compleet met microfoons, versterkers, luidsprekers en moderne geluidsverwerkingsapparatuur. Het project omvatte tevens de vorming van het kerkpersoneel en de vrijwilligers in het gebruik van de nieuwe installatie. “ Signora della Visitazione serve la sua parrocchia e i suoi giovani e, con il passare del tempo, alcuni degli strumenti utilizzati, in particolare il sistema audio, erano mal funzionanti. " IN JORDANIE Isolatiewerken in de parochie van de Heilige-Elia in Wahadneh Al Wahadneh is een dorp in het gouvernement Ajloun. Het is gelegen op een kleine heuvel met uitzicht op de Jordaanvallei. De parochie werd in 1926 gesticht en de kerk werd in 1963 gebouwd. Een jaar later werd ze ingewijd. Wahadneh telt 8.000 inwoners, waaronder 500 christenen voor wie de parochie een zeer belangrijk centrum is. De kerk van de Heilige Elia staat reeds meerdere decennia ten dienste van de lokale gemeenschap, maar met de tijd begon ze steeds meer tekenen van thermische isolatieproblemen te vertonen. Dit resulteerde onder meer in steeds meer schade aan het pleisterwerk binnenin het gebouw. Vooral dankzij de steun van het Grootmeesterschap hebben de uitgevoerde werkzaamheden het mogelijk gemaakt om de problemen van de afwatering van het dak van het gebouw op te lossen en kan de parochie en de lokale gemeenschap van Wahadneh voortaan van een veilige en gastvrije plek genieten. Renovatie van de residentie van de Zusters van Maria Ten Hemelopneming in Salt Salt is de eerste parochie (1866) die door het Latijns Patriarchaat in Oost-Jordanië werd opgericht. Ze telt 2.000 christenen, waaronder 450 Latijnse christenen. De zusters van de parochie van de Ten Hemelopneming van Maria bedienen deze christelijke gemeenschap reeds tientallen jaren. Ze betrekken sinds de oprichting (1910-1912) nog steeds dezelfde residentie en ondanks tal van renovaties om het gebouw te herstellen en te behouden, kreeg het steeds meer met veiligheidsproblemen en disfunctionerende sanitaire voorzieningen af te rekenen. Het gebouw moest bovendien al die tijd “een geschikte toegang” ontberen. De steun aan de zusters werd mede geïnspireerd door de wens om hun missie, namelijk het bedienen van de plaatselijke christelijke gemeenschap, te blijven ondersteunen. Daarom werden delen van het huis verbouwd, nieuwe badkamers ingericht en enkele aangrenzende ruimtes hersteld. Het eigenlijke project omvatte de slopingswerken, de wederopbouw, waterdichtings- en thermische isolatiewerken, gevolgd door het plaatsen van nieuwe toiletten en sanitaire voorzieningen. Dankzij de financiële steun van het Grootmeesterschap konden de werkzaamheden in 2022 worden aangevat. Begin 2023 was alles voltooid, Hierdoor konden de zes zusters die in het klooster van Maria Ten Hemelopneming verblijven voortaan in functionelere en gastvrijere ruimten wonen. Nieuwe geluidsinstallatie in de kerk van Onze-Lieve-Vrouw van de Berg Carmel Jabal al-Hashimi De parochie Hashimi werd in 1950 opgericht en ligt in het oostelijke deel van Amman. Het is vooral een oude woonwijk met winkels en enkele bedrijven. Als steun aan de inspanningen van de parochie om religieuze en sociale evenementen in het kerkgebouw te blijven organiseren, werd voorgesteld om de geluidsinstallatie te renoveren. Ook hier konden dankzij de bijdragen van de landscommanderijen, die via het Grootmeesterschap aan het Patriarchaat ter beschikking werden gesteld, de betreffende werkzaamheden in april 2022 worden aangevat. In januari van 2023 waren de werken voltooid. Eerdere problemen met vervorming van het geluid, interferentie en geluidskwaliteit behoorden meteen tot het verleden, waardoor de meer dan 2.800 parochianen van Onze-Lieve-Vrouw van de Berg Carmel voortaan van dit moderne en functionele systeem konden genieten. Renovatie van vijf zalen voor de scouts van Al Misdar De Christus Koningparochie van Al-Misdar renoveerde vijf zalen om hun scouts de nodige accommodatie te bieden waar ze elkaar konden ontmoeten, vorming konden geven en hun uitrusting konden opslaan. Dankzij de bijdragen die zij van de Ridders en Dames in het voorjaar van 2022 ontvingen, zorgden de renovatie- en veiligheidswerken aan het terrein ervoor dat de ongeveer honderd verkenners van de parochie van Christus Koning voortaan over de nodige gastvrije ruimten konden beschikken. Renovatie van het priestertehuis in Marka De pastorie van Marka had heel wat last van vochtproblemen als gevolg van de hoge luchtvochtigheid en de permanente waterlekken. Daarom werden er diverse civieltechnische, mechanische, elektrische, sloop- en schilderwerken opgezet om het pand bouwtechnisch te verbeteren en om voor de bewoners een fatsoenlijke leefomgeving te creëren. Dankzij de bijdragen van de landscommanderijen die door de Ridders en Dames werden gefinancierd, zullen de priester en zijn medewerkers de resterende periode van hun dienst in de parochie waardig kunnen leven. Aankoop van een bus ten dienste van gehandicapte kinderen Het Centrum Onze-Lieve-Vrouw van de Vrede ligt in het bergachtig gebied van Khirbet Al Souq, ten zuiden van Amman. Het werd in 2004 door de koningin van Jordanië, H.K.H. Rania Al-Abdullah officieel geopend. Het centrum biedt therapeutische en onderwijsdiensten aan kinderen met geestelijke en lichamelijke handicaps en hun ouders, ongeacht ras, huidskleur of religie. De dienstverlening in het centrum wordt gratis verleend en gebeurt door gekwalificeerde therapeuten. Het gaat zowel om gezinsbegeleiding als om de ontwikkeling van sociale vaardigheden en revalidatie. Naast de diensten aan de bevolking van het gouvernement Amman, biedt het centrum ook soortgelijke programma’s in vijf andere districten in Jordanië. Deze onderafdelingen bieden voornamelijk fysiotherapeutische diensten voor kinderen en volwassenen, terwijl de vestiging in Aqaba een uitgebreide dienstverlening aanbiedt voor lichamelijke en geestelijke handicaps. Ten einde de gehandicapte kinderen in Akaba de kans te geven om van alle diensten en buitenschoolse activiteiten te kunnen genieten, zonder uitgesloten of gediscrimineerd te worden, was het belangrijk dat het centrum over een vervoermiddel kon beschikken dat aan de behoeften van deze kinderen is aangepast. Vooral dankzij de steun van de Ridders en Dames van het Heilig Graf kunnen de ongeveer 45 gehandicapte kinderen in het centrum te Aqaba de betreffende zorg en de nodige adviezen krijgen doordat zij van thuis naar het centrum worden vervoerd. Aankoop van een minibus voor de pastorale ondersteunende activiteiten van de JEC in Smakieh In Jordanië telt de Katholieke Studenten Jeugd (JEC) 30 jeugdafdelingen, met in totaal 3.068 geregistreerde leden, die over negen steden en dorpen zijn verspreid. Elke jeugdafdeling in elke plaats is in vijf leeftijdsgroepen verdeeld: werkenden (22-35 jaar), studenten (19-22 jaar), middelbare scholieren (16-18 jaar), voorbereidende scholieren (13-15 jaar) en leerlingen uit de basisscholen (6-12 jaar) Smakieh is een van de regio's die ongeveer 200 JEC-leden telt die aan tal van activiteiten, vormingssessies en workshops deelnemen, alsook retraites en spirituele bijeenkomsten, zomerkampen, religieuze festivals, sportevenementen, educatieve reizen en bijeenkomsten voorbereiden. Al deze evenementen gaan in principe door in Amman, op zowat 130 km van Smakieh, maar ook de overige locaties waar al eens activiteiten plaatsvinden, zijn eerder vrij afgelegen. Daarom was het noodzakelijk om de leden van de JEC van Smakieh van een vervoermiddel te voorzien zodat zij de kans hadden om aan de verschillende activiteiten deel te nemen. Met de steun van de Landscommanderij van West-Spanje kon het Latijns Patriarchaat van Jeruzalem de leden van de JEC van Smakieh een minibus bezorgen waarmee ze zich efficiënt konden verplaatsen, dat als medium voor interactie kon worden gebruikt en de algemene ervaringen van de deelnemers kon verbeteren. Door samen te reizen en samen aangename momenten te delen, kunnen zij voortaan tevens sterkere vriendschapsbanden smeden. Renovatie van de kerk van de martelaren en de parochiezaal van Marj el Hamam De parochie van Marj al-Hamam is in 1986 opgericht, en telt 350 gezinnen. Het interieur van de kleine kerk was dringend aan reparatie toe, omdat de muren, de plafonds en de vloeren heel wat scheuren vertoonden en vocht- en waterinfiltratie heel wat erosie en schade hadden veroorzaakt. Het project had tot doel de oude kerk en de parochiezaal te renoveren en tegelijk hun historische waarde te behouden, alsook om hun structurele integriteit te verbeteren en een gastvrije ruimte voor de gemeenschap te creëren. Dankzij de bijdragen van de landscommanderijen, die via het Grootmeesterschap aan het Latijns Patriarchaat ter beschikking werden gesteld, kon de volledige restauratie van de architecturale, elektrische, sanitaire en interieursystemen tot stand gebracht worden. Onderhoud van de elektrische installatie van het klooster Sint-Jozef in Ader Ader is een klein dorp in het zuiden van Jordanië met ongeveer 2.000 inwoners van Latijnse, Grieks-katholieke en Grieks-orthodoxe christenen. Daar bevindt zich de parochie St. Joseph met de gelijknamige kerk die tussen 1932 en 1933 werd gebouwd. Met de financiële hulp van het Grootmeesterschap werd de herstructurering en beveiliging van de elektrische installatie uitgevoerd, waardoor de ongeveer 500 gelovigen, de priesters en iedereen die het gebouw gebruikt en bezoekt, voortaan in een veiliger omgeving kunnen leven en werken. IN ISRAEL Restauratie van de binnenplaats en de onthaalruimte van Deir Rafat Verplaatsen we ons naar Israël en komen we in Deir Rafat , dan vinden we daar het heiligdom van Onze Lieve Vrouw, Koningin van Palestina en het Heilig Land . Dit maakt deel uit van een complex dat twee vleugels omvat. De ene is gewijd aan de gastvrijheid en aan de professionele ontwikkelingscentra, de andere huisvest de kloostergemeenschap. In 2022 werd met de financiële steun van de Australische Landscommanderij alsook vanwege de Landscommanderij van Zuid-Wales voor dit wereldvermaard bedevaartsoord een restauratieproject ontwikkeld. Zo werden de grote binnenplaats en de gastenvleugel van het klooster gemoderniseerd, waardoor voor bewoners en bezoekers een warme en comfortabele sfeer ontstaat. De sanitaire voorzieningen werden aan de hedendaagse vereisten aangepast en de verbetering van de dakisolatie en de renovatie van de dakbedekking hebben een duidelijke bijdrage geleverd aan de energie-efficiëntie en de lagere energiekosten. Esthetische verbeteringen, waaronder het snoeien van bomen, het schilderen en reinigen van de gebouwen, hebben het landgoed een meer serene en aangenamere uitstraling gegeven. De vervanging van oude waterreservoirs en de installatie van een efficiënter systeem van zonnepanelen bevestigde het engagement voor duurzaamheid en verantwoord beheer van de hulpbronnen. Over het geheel genomen heeft dit renovatieproject niet alleen de historische charme van Deir Rafat weten te behouden, maar heeft tevens de functionaliteit en duurzaamheid ervan voor de komende jaren gewaarborgd. Bron : Website Grootmeesterschap - Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem Foto : © Grootmeesterschap Vertaling : Luk & Karien De Staercke-Audoore © Belgische Landscommanderij - Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem
In een artikel dat in Italië door BeeMagazine werd gepubliceerd, presenteert Kardinaal Fernando Filoni een reflectie op het thema van de artificiële intelligentie (A.I.) en Gods schepping. Deze hedendaagse kwestie is ook voor de universele Kerk van belang. Dit werd reeds door de paus in zijn boodschap van 1 januari uitdrukkelijk benadrukt. We hebben ervoor gekozen om voor de leden van de Orde en hun vrienden op onze site de tekst van de Grootmeester. Een archeoloog aan wie ik vroeg of het mogelijk was om een oud terracotta object van een modern namaakproduct te onderscheiden, gaf mij als antwoord dat de aanraking het eerste directe beoordelingscriterium is. Natuurlijk zijn er nog andere. Zo legde hij mij uit dat de poreusheid van terracotta pas met de jaren tot stand komt en dat deze niet in een hedendaagse creatie, waarvan het oppervlak glad is, wordt aangetroffen. Dit is een empirisch criterium, maar wel één dat op het eerste zicht bruikbaar is bij de vele namaakobjecten die we overal aantreffen en die mensen te koop aanbieden. Wat is, in een tijd waarin we met allerlei soorten nieuws overspoeld worden, het eerste geldend criterium om onszelf te verdedigen en echt nieuws van “ fake news ” te onderscheiden? Deze vraag stelt zich vanwege het grote gemak waarmee nieuws vandaag de dag circuleert. Nu men het overal over een zogenaamde artificiële intelligentie heeft, volstaat het niet langer om zich voor dat onderscheid op de rede te beroemen. De artificiële intelligentie is immers in staat om informatie te deconstrueren, te vervaardigen, te vertekenen en zelfs misleidend te werken. In deze complexe tijden, waarin zoveel mensen zich in de studie van alle nieuwe communicatiemogelijkheden verdiepen en hiermee zelfs ook ons leven willen beïnvloeden, beseffen we dat de “ intellectuele rijkdom ” die mensen bezitten inderdaad in “ povere aarden vaten ” is opgeslagen. Deze uitdrukking gebruikte Paulus van Tarsus reeds, die aan de christenen van Korinthe schreef dat wij onze schat, d.i. onze hoop, in “ aarden vaten ” dragen. De buitengewone kracht komt immers van God en niet van onszelf. (vgl. 2 Kor. 4,7). Wat is de mens méér dan een “ eeuwenoud artefact ” wiens wezen en wiens bestaan dateert uit de tijd dat de Schepper het vanuit de klei vorm gaf en er leven, intelligentie en vrijheid in blies. Met deze gaven schiep hij de mens – bijbels gesproken – naar Zijn beeld en Zijn gelijkenis. De poreusheid van het menselijk bestaan bestrijkt dus millennia en is technologisch niet reproduceerbaar; zelfs als we alles zouden willen reduceren tot getallen en algoritmische combinaties, zou het nog steeds een “flexibel” variatie zijn. De onderliggende vraag is of de onderzoekers uit Silicon Valley of uit een andere entiteit die zich aan deze wetenschap wijden en die het nieuwe schepsel dat wij artificiële intelligentie noemen “ eigenhandig ” hebben gecreëerd, enige “ gelijkenis ” met de Allerhoogste God vertonen. De “ neo-scheppers ”, hoewel zeer bekwaam, lijken mij duidelijk bescheidener dan de Allerhoogste, die volgens Genesis hemel en de aarde heeft geschapen en orde in de chaos heeft gebracht (cf. Gn 1,2). De “ neo-scheppers ” maken weliswaar gebruik van hun scheppende kracht, maar als we onder de indruk zijn van hun vaardigheid, dan komt dit misschien omdat we zelf het gevoel voor kwaliteit en proportie van de Goddelijke schepping zijn kwijtgeraakt en ons met een overvloed aan cijfers en algoritmen tevreden stellen. Maar dan rijst de volgende vraag: wat zullen zij in hun “artefact” aan inhoud dragen, terwijl wij bedenken dat God volgens de Bijbel de mens mannelijk en vrouwelijk heeft geschapen (vgl. Gen 1, 27) en hem voorzag van levende relaties, van een gemeenschap van geest en lichaam en van de autoriteit over de schepping waarvan de mens niet mag afwijken? “ Moet de Bijbel dan herschreven worden ,” werd mij door een vriend gevraagd. In feite zal zelfs religie aan het perspectief van dit nieuwe wezen, aan de artificiële intelligentie, niet kunnen ontsnappen. Het heeft geen eigen bewustzijn en ontleent haar heilige karakter aan de logica van zijn onderzoekers. Wat wordt er uiteindelijk aangeboden? Wordt ze verboden? Zal zij in staat zijn fouten te maken of zonden te begaan? Zal ze kunnen beminnen? Eet ze van de “ verboden vrucht ”? Heeft zij recht op verlossing en is ze in staat om te bidden? Ja! Bidden is immers het meest eenvoudige en het meest aangeboren streven van het menselijk hart. Geen mens heeft ooit nagelaten te bidden. Misschien gebeurde dat zonder dit goed te beseffen, zoals je tot een moeder roept die je nooit hebt gekend. Augustinus van Hippo sprak over gebed waarvan het meest interessante onderdeel het autobiografische deel is. In feite verwees hij hierbij naar zichzelf waarbij hij als het ware een paradigmatische beschrijving gaf: onze stappen in het gebed verlopen volgens een algoritme dat niet uit een hart kan komen dat niet zou bestaan. Augustinus zei dat hij als kind, ook zonder al gedoopt te zijn, maar door zijn moederlijke opvoeding niet zozeer bad uit genegenheid voor God, hoe klein die ook was, maar om de volgende dag de klappen van zijn gewelddadige leraar niet te moeten incasseren (Confessions, 1, 9, 14). Als jongeman bad hij, in volle post-puberale uitbundigheid, opdat hij niet door de hartstocht zou overweldigd worden, maar dat deze hem anderzijds ook niet onmiddellijk zou ontnomen worden (Ib. 8, 7, 17). In een mengeling van enige crisis en het houden van enige afstand tot zijn gezinsopvoeding veranderde hij de inhoud van zijn gebed en vroeg hij om de verwezenlijking van zijn dialectische, filosofische en carrière-aspiraties. Maar hij was zich ook al snel bewust van de vernedering en de ijdelheid van zo’n gebed (Ib. 3, 4, 7). Als gevolg van teleurstellingen verviel hij in het toen dominante manicheïsme en beleefde dit bijna als een emancipatie. Zo kwam hij tot eerder formele en onopvallende gebeden maar dit werd op zijn beurt de oorzaak van een nieuwe en diepere desillusie. Zo bekende Augustinus dat hij in grote nood de oorzaak van zijn ongemak en de aard van zijn depressie had proberen te begrijpen. In een vorm van zeer hoge spirituele lyriek richtte hij zich tot de Heer: “ U heeft mij tot U bekeerd, waardoor ik het zoeken naar een vrouw en het verwezenlijken van alle hoop van deze wereld heb opgegeven " (Ib. 8, 12, 30). Toen kwam de doop in de katholieke kerk Ik spreek de hoop uit dat de artificiële intelligentie het plezier van de talrijke spirituele pelgrimstochten die existentieel het leven van de hedendaagse en de toekomstige mannen en vrouwen doorkruisen, niet zal wegnemen. Ik hoop dat deze intelligentie ons het gebed zal laten, dat zij een veelkleurig pluralisme niet zal verminderen en ons niet tot een enkelvoudig en uniform denken zal beperken! Maar wanneer deze intelligentie zich binnen aanvaardbare grenzen verder ontwikkelt, zal het ongetwijfeld een zeer nuttig “ schepsel ” van de mensheid zijn. Fernando Cardinale Filoni Grand Maître Bron : Website Grootmeesterschap - Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem Foto : © Grootmeesterschap Vertaling : Luk & Karien De Staercke-Audoore © Belgische Landscommanderij - Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem
Een overweging van de Gouverneur-Generaal , Ambassadeur Leonardo Visconti di Modrone We leven in een wereld vol symbolen. Men moet dan ook weten hoe men deze moet interpreteren. We mogen ons niet zomaar tot enkele uiterlijkheden beperken, hoe suggestief en plechtig deze ook mogen zijn. Het komt er vooral op aan om ons in de ware betekenis ervan te verdiepen en naar datgene te zoeken wat transcendent is. Kortom, we moeten het gevaar ontvluchten om door de uiterlijke aspecten verblind te worden, maar we moeten in de eerste plaats van de meer verlichtende en onthullende dimensie genieten. Laten we proberen naar symbolen te kijken met de ogen van de ziel en het hart. Denken we bijvoorbeeld eens aan ons belangrijkste symbool, met name onze riddermantel. Net zoals in de Apocalyps van de Apostel Johannes (Openbaring 7.2-4.9-14) zou men ons de vraag kunnen stellen: “ Die mensen daar in hun in witte gewaden, wie zijn zij en waar komen ze vandaan? ” Kunnen wij dan antwoorden: “ Deze […] hebben hun gewaden gewassen, ze hebben ze wit gemaakt in het bloed van het Lam ”. Het is inderdaad zo dat de mantel van onze Orde, die we tijdens de Investituur voor het altaar hebben ontvangen, ons uitnodigt om nooit met enig eenvoudig esthetisch genot tevreden te zijn, maar dat we uitgedaagd worden om het dieper begrip van de betekenis ervan te zoeken. Wat is zijn ware betekenis? Het dragen van de mantel herinnert de Ridder aan zijn verplichting van loyaliteit, gehoorzaamheid, respect, eer, discipline, opoffering, verantwoordelijkheid en solidariteit, om nog maar een paar ridderlijke deugden te vermelden. Degene die de riddermantel ontvangt, moet deze met waardigheid dragen en de vermelde deugden nauwgezet naleven. Voor een Ridder in de Orde van het Heilig Graf, die tevens het Kruis van Jeruzalem op zijn mantel draagt, herinnert dit kruis aan de vijf wonden van Onze Heer, hetgeen een diepere betekenis in zich draagt. De Dames dragen dan weer een zwarte mantel, al dan niet met handschoenen en een witte satijnen voering (zoals de traditie in bepaalde landen het wil) en wordt met een zwarte sluier of kanten mantille verfraaid. Dit accentueert hun vrouwelijkheid met sobere elegantie. Sint-Paulus herinnert ons eraan dat wij door het doopsel met “ Christus zijn bekleed ” (Gal. 3,27). Dit is hetgeen we zouden moeten voelen wanneer we onze mantel met het Jeruzalemkruis dragen, het is de herinnering aan het witte kleed van ons doopsel. Ik beef wanneer ik aan de verschrikkelijke scheldwoorden van Jezus denk: “ Wee u, schriftgeleerden en farizeeërs, schijnheiligen, u lijkt op witgekalkte graven, die er van buiten wel mooi uitzien, maar van binnen vol liggen met doodsbeenderen en allerlei onreinheid. ” (Mt 23, 27). Diegenen die uit ijdelheid op hun mantel prat gaan, hebben ongelijk, maar hetzelfde geldt evenzeer voor degenen die een tegenstrijdigheid menen te zien tussen de pracht van de mantel en de nederigheid die elke christen wordt aanbevolen. In wezen kan men in alle nederigheid een prachtig uniform dragen en anderzijds in een eerder slordige outfit zich volkomen hooghartig aanstellen. Er is dus geen enkele reden om zich tegen de schoonheid van de riddermantel te verzetten. Op de Berg Tabor veranderde onze Heer Jezus eveneens van gedaante. De mantel die we dragen is daarom niet zomaar een herinnering aan hetgeen we vertegenwoordigen, maar moet ons tevens helpen onszelf te transformeren tot authentieke Ridders en Dames die in het Lege Graf, en dus in het Mysterie van de Verrijzenis van Christus, het referentie-ideaal voor ons engagement vinden. Moge het enerzijds het lichtgevende teken van onze waardigheid als een herrezen volk zijn en anderzijds de weerspiegeling van wat we in ons hart dragen. Dit beleven wij in het besef dat de symbolische kracht van onze mantel in de totale identificatie tussen het kledingstuk en de persoon die het draagt, zijn doel bereikt. Bron : Website Grootmeesterschap - Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem Foto : © Fotoarchief lds Vertaling : Luk & Karien De Staercke-Audoore © Belgische Landscommanderij - Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem
Donata Maria Krethlow-Benziger, Landscommandeur voor Zwitserland en Liechtenstein, presenteert ons een persoonlijke reflectie op het belang van een bezoek aan de Moederkerk van het Heilig Land, gebaseerd op wat zij zelf in 2023 heeft beleefd. Dit artikel illustreert heel goed wat ridders en dames van over de hele wereld tijdens hun pelgrimstochten, die door de Orde worden georganiseerd, ervaren. Doorheen de eeuwen is een pelgrimstocht naar Jeruzalem voor de christenen steeds een nobel doel geweest. Het visioen van het hemelse Jeruzalem was alomtegenwoordig. Tegenwoordig stellen pelgrimstochten naar het Heilig Land ons in staat de heilige plaatsen te bezoeken en inzicht te krijgen in de situatie van de christenen die daar nog steeds wonen. Het is een sterk teken als uitdrukking van een intieme band die er is tussen ons, Ridders en Dames van de Ridderore van het Heilig Graf van Jeruzalem, en de plaatselijke christen bevolking bestaat. Het is tegelijk ook een getuigenis van onze liefde voor het land waar onze Heer Jezus Christus ooit heeft gewoond en geleefd. De mensen leven daar in een andere realiteit dan deze in onze Europese wereld. Hun bestaan wordt er door geweld en onrecht in velerlei vormen gekenmerkt. Wat een groot geluk en wat een enorme vreugde viel ons ten deel toen ik in mei 2023 met ruim 70 anderen van onze landscommanderij op pelgrimstocht naar het Heilig Land mocht vertrekken. Het warme onthaal in het Latijns Patriarchaat te Jeruzalem, met de overhandiging van de pelgrimsschelp, was voor mij het hoogtepunt van de reis. Het was voor ons een bijzondere eer dat de patriarch, Zijne Eminentie Kardinaal Pierbattista Pizzaballa, ons in Jeruzalem verwelkomde en aan elke Ridder en Dame, die het Heilig Land voor het eerst als lid van de Orde bezocht, persoonlijk de Pelgrimsschelp overhandigde. Daarna mochten wij in onze hoedanigheid van Ridders en Dames van de Orde de plechtige intocht in de Heilige Grafkerk meemaken. We wisten ons dan meer dan wie ook geraakt toen we de gebeurtenissen vernamen die het Heilig Land op 7 oktober 2023 op zijn grondvesten deden daveren. Sindsdien hebben de vreselijke feiten uit het Midden-Oosten een nieuw hoofdstuk van lijden aan de geschiedenis van het Heilig Land toegevoegd. Onze gedachten en gebeden zijn bij allen die door deze tragedie getroffen worden. Onze betrokkenheid bij diverse projecten en onze gehechtheid aan de christen bevolking van het Heilig Land blijft ongeschonden, ook al zullen we er in de nabije toekomst niet persoonlijk heen kunnen gaan. Maar we mogen de hoop niet verliezen en onze broeders en zusters in het geloof in het Midden-Oosten geenszins aan hun lot overlaten. Als Dames en Ridders van de Ridderorde van het Heilig Graf maken wij deel uit van de Moederkerk van het Heilig Land. We moeten de straten en de heilige plaatsen met onze aanwezigheid en onze gebeden blijven vullen. En we zullen er opnieuw naartoe moeten trekken zodra de politieke omstandigheden dit weer mogelijk zullen maken. Want de Basiliek van het Heilig Graf in Jeruzalem is niet zomaar een kerk. Zij bevindt zich precies op de plaats waar onze Heer Jezus Christus heeft geleden, is gestorven en uit de doden is opgestaan. En het is vanuit deze kerk dat door de Verrijzenis van Christus het licht in de wereld schijnt. Bron : Website Grootmeesterschap - Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem Foto : © Grootmeesterschap Vertaling : Luk & Karien De Staercke-Audoore © Belgische Landscommanderij - Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem
Tijdens hun bedevaart naar het Heilig Land eind december 2023 – begin januari 2024 hadden de Grootmeester en de Gouverneur-Generaal van de Ridderorde een ontmoeting met enkel bijzonder hulpbehoevende christen gezinnen die in Jeruzalem wonen en die dankzij de hulp vanwege leden van de Orde door het Latijnse Patriarchaat gesteund worden. Dima Kalak Khoury, Directeur van de sociale diensten van het Patriarchaat, stemde ermee in om onze delegatie verschillende concrete situaties voor te stellen die deze mensen in de appartementen van de Custode hebben ervaren. Dima Kalak Khoury trad tijdens deze bezoeken op als begeleider van de kleine delegatie van het Grootmeeterschap. EEN MOEDIGE MOEDER Nisreen, een 53-jarige moeder, voert elke dag een strijd om de vele moeilijkheden die zij sedert zij van haar man is gescheiden, te overwinnen. Ze woont met haar vier kinderen in een bescheiden appartement dat zij voor $ 500 kan huren. Zij lijdt aan diabetes en heeft hartproblemen. Hierdoor moet ze geregeld naar het ziekenhuis. Door haar gezondheidsproblemen is ze werkloos geworden en zo heeft ze moeite om de essentiële medicijnen aan te kopen. Ondanks de lovenswaardige inspanningen van haar oudste dochter, die dank zij een baan als verkoopster bij een kledingmerk een bijdrage aan het inkomen van het gezin kan leveren, heeft het gezin nog steeds met financiële moeilijkheden af te rekenen. De oudste zoon van Nisreen droomt ervan om elektriciteit te studeren en zo een professionele technicus te worden. Met de genereuze steun van de Orde willen we hem helpen deze droom waar te maken. De jongste zoon van het gezin studeert nog op de middelbare school. Door de rampzalige financiële situatie van het gezin hebben ze vaak niets te eten en kunnen ze de elektriciteitsrekening niet betalen. De financiële inbreng van het Latijnse Patriarchaat van Jeruzalem, of het nu om voedselbonnen of de betaling van elektriciteitsrekeningen gaat, betekent voor dit noodlijdend gezin een essentiële hulp. Bovendien zijn onze vormingsprogramma's erop gericht om de kinderen van Nisreen de vaardigheden en kansen te bieden die nodig zijn om op een zinvolle wijze aan de gezinsuitgaven bij te dragen. EEN GEZIN DAT VECHT OM TE OVERLEVEN Nancy is 32 jaar en moeder van vier kinderen. Zij kampt met aanzienlijke moeilijkheden. Haar man is 40 jaar en is taxichauffeur. Maar als gevolg van de aanhoudende oorlog heeft hij zijn inkomen ernstig zien dalen. Door de discriminerende houding van de Israëli’s kan hij geen Joodse passagiers meer afhandelen en bovendien wordt zijn werk door het voortdurende risico op aanvallen in de Israëlische gebieden nog verder belemmerd. Omdat ze moeite hadden om rond te komen, konden zij de huur niet langer betalen en werd het gezin uit hun huis in Beit Hanina gezet. Met de hulp van het patriarchaat en de pastoor kregen ze een klein appartement toegewezen. Maar de accommodatie is te klein waardoor sommige gezinsleden in de keuken moeten slapen. Om hun financiële lasten wat te verlichten, hielp het Patriarchaat Nancy aan een baan als assistent in de keuken in het Grieks-Orthodoxe klooster, wat haar een bescheiden inkomen opleverde. Ondanks deze inspanningen blijft de situatie in het gezin moeilijk en probeert het Patriarchaat, samen met de Custode van het Heilig Land, om een meer geschikt huis voor hen te vinden. De pastoor helpt ondertussen bij het betalen van hun huidige huur, en verder ontvangen zij via het Fonds Oost-Jeruzalem nog steun door middel van voedselbonnen en het betalen van de elektriciteitsrekeningen, van het schoolgeld voor de kinderen alsook van hun onroerendgoedbelasting (Arnona). In deze moeilijke situatie proberen de ouders van Nancy eveneens een helpende hand toe te steken, maar hun beperkt inkomen stelt hen niet in de mogelijkheid dit regelmatig te doen. Dit gezin heeft dringend hulp nodig en de steun van de Orde kan een aanzienlijke impact hebben op hun pad naar een stabielere gezinssituatie en een betere toekomst. EEN HUISGEZIN DAT MET WERKLOOSHEID WORDT GECONFRONTEERD Micheline, een gescheiden vrouw, heeft grote problemen met de zorg voor haar twee dochters van 21 en 24 jaar en haar 22-jarige zoon. Ze wonen in een krap huis dat door de Custode van het Heilig Land ter beschikking wordt gesteld maar waar het gezin als gevolg van de geringe ruimte zich permanent in onhygiënische omstandigheden bevindt. Micheline, die in een kinderdagverblijf werkte, verloor in de recente golf van ontslagen als gevolg van de oorlog haar baan. Helaas raakte ook een van haar dochters, die parttime in een hotel werkte, werkloos. De financiële problemen van het gezin worden als maar erger. Dit wordt mede veroorzaakt door het feit dat de zoon van Micheline, de enige die nog als hotelmedewerker de kost verdient, nog heel weinig uren kan werken en dit dan nog voor een heel laag loon. Als reactie op hun penibele situatie wordt het Fonds Oost-Jeruzalem aangewend om Micheline te helpen de gecumuleerde nationale verzekeringsschulden af te betalen. Daarnaast is er ook nog hulp geboden bij de betaling van de onroerende goedbelasting en de aankoop van voedselbonnen. Ondanks al deze inspanningen blijft hun situatie kwetsbaar vandaar de urgentie van voortgezette hulp. De noodsteun van de Orde betekent dan ook een reëel verschil in het verzachten van de moeilijkheden waarmee Micheline en haar gezin in deze moeilijke tijden te kampen hebben. DE MOEILIJKHEDEN VAN EEN VADER NA DE REPRESALLES DIE DOOR DE OORLOG WERDEN VEROORZAAKT Suleiman, vader van drie kinderen, wordt met heel wat uitdagingen geconfronteerd terwijl hij ernaar streeft om volop voor zijn gezin te blijven zorgen. Zijn dochter geniet een studiebeurs van de Custode van het Heilig Land en zet haar studies verder aan de Universiteit van Bir Zeit. De oudste zoon van Suleiman is 23 jaar oud en rondde met de hulp van het Latijnse Patriarchaat van Jeruzalem zijn studie optica met succes af. Hij is nu echter nog altijd op zoek naar een baan. Vandaag wil de tweede zoon met de bus leren rijden en vraagt ons om hem bij zijn project te helpen. De financiële problemen van het gezin zijn nog toegenomen door het feit dat de ongeschoolde echtgenote van Suleiman werkloos is. Suleiman zelf heeft hartproblemen, waardoor hij medicijnen moet nemen en doordat de slagaders verstopt zijn, moet hij regelmatig op controle. Suleiman en zijn twee zonen waren destijds werkzaam als bewakers bij de Westelijke Muur (Kotel) maar werden in het kader van de vergeldingsmaatregelen na de aanslagen van 7 oktober ontslagen. Om aan hun meest dringende noden tegemoet te komen, helpen we hen bij het betalen van de huur en de elektriciteitsrekeningen, alsook door het verstrekken van voedselbonnen. Het gezin blijft echter met aanzienlijke moeilijkheden kampen en heeft moeite om zichzelf van de nodige levensmiddelen te voorzien. Voortdurende steun is essentieel om dit veerkrachtige gezin in staat te stellen voor zichzelf te zorgen en een situatie van stabiliteit en autonomie te bereiken. MET ZEVEN KINDEREN IN ÉÉN EN DEZELFDE RUIMTE LEVEN Nakhleh is een vijftiger en staat voor aanzienlijke uitdagingen. Hij woont samen met zijn vrouw en zeven kinderen in een appartement met één slaapkamer in de oude stad van Jeruzalem. Zijn leven nam een drastische wending nadat hij de diagnose kanker kreeg en hij niet langer met zijn bestelwagen kon blijven werken. Hierdoor verslechterde plots ook de materiële situatie van het gezin. Ondanks deze moeilijkheden gloort er toch een sprankeltje hoop aangezien hun dochter, ondersteund door onze vormingsprogramma's, haar studie als medisch secretaresse kan verderzetten. Bovendien willen de twee volwassen zonen van Nakhleh buschauffeur worden. Een van hen geniet al van onze steun en er wordt actie ondernomen om ook de tweede te helpen. De situatie van het gezin blijft echter heel kwetsbaar. De vrouw van Nakhleh kan niet werken omdat zij voor hun groot gezin moet zorgen, terwijl de andere kinderen nog naar school gaan. Door hen te helpen met het betalen van voedselbonnen, elektriciteitsrekeningen, onroerendgoedbelasting en schoolgeld zijn we al tussen gekomen om hun financiële lasten te verlichten. De ernst van hun situatie maakt echter dat voortdurende hulp noodzakelijk blijft. Wij willen ervoor zorgen dat dit groot gezin zich niet alleen voor deze uitdagingen geplaatst weten. Bron : Website Grootmeesterschap - Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem Foto : © Grootmeesterschap Vertaling : Luk & Karien De Staercke-Audoore © Belgische Landscommanderij - Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem
Waarde Ridders en Dames van de Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem, Tussen de meest betekenisvolle passages in het Evangelie is er een waarin het “ woord ” van de Heer een “ gebaar ” is geworden. Dit gebaar is met een nieuwe inhoud geladen en het helpt ons het Pascha van de Heer binnen te treden. We weten dat gebaren altijd een vorm van taal zijn die de spraak versterkt en het is niet ongebruikelijk dat gebaren de taal zelfs suggestiever maken. Zo komen we bijvoorbeeld bij de passage van het relaas dat de evangelist Lukas ons heeft nagelaten. De Meester is in Jeruzalem ter gelegenheid van het Paasfeest. Hij sprak veel over waakzaamheid en waarschuwde tegen hypocrisie en bedrog. Terwijl hij achteraan in de Tempel stond, wou hij commentaar geven op een bijna onbelangrijk en quasi verborgen gebaar. Het betrof de offergave van een arme weduwe die, toen ze het Huis van God binnenging, haar bijdrage van twee cent gaf. Dat was alles wat ze had. Het was een heel mooi gebaar van liefde voor deze plaats, die symbool stond voor de glorieuze aanwezigheid van de Allerhoogste te midden van Zijn Volk, de Shekinah van God. Vervolgens voorspelde Jezus voor Jeruzalem de dag waarop de Heilige Stad vernederd, vernietigd en van haar geestelijke adel zou beroofd worden. Het was een vermoeiende dag geweest en ‘s avonds ging de Heer naar de top van de Olijfberg om er te bidden, met de stad van David voor zich. Wie de pelgrimstocht naar het Heilig Land reeds heeft gemaakt, kent deze suggestieve plek aan de overzijde van de imposante muur van de Tempelpromenade heel goed. De volgende dag, toen het feest van de ongedesemde broden naderde, stuurde Jezus, die het Paasmaal wou vieren, Petrus en Johannes uit om alles voor te bereiden wat nodig was: een geschikte plaats, brood, wijn en bittere kruiden. Hij zei hen: “ Ga de voorbereidingen treffen zodat we het paasmaal kunnen nuttigen .” (Lc 22, 8). Het Hebreeuwse Pascha, voor Israël zo rijk aan symbolen, was het laatste paasmaal voor Jezus, maar het was tevens de gelegenheid om een nieuwe gebeurtenis die hij in zijn hart droeg te creëren: de instelling van wat voor de Kerk het sacramentele Pasen, de Eucharistie, zou worden. “ Toen het uur was aangebroken, nam Jezus plaats aan tafel, en de apostelen met hem. Hij sprak tot hen: ‘Het is mijn groot verlangen dit paasmaal met jullie te eten, alvorens ik zal lijden! Toen nam Hij het brood, brak het en gaf het aan zijn leerlingen, terwijl Hij zei: ‘Dit is mijn lichaam... Doe dit ter nagedachtenis aan mij...' en voor de beker deed hij hetzelfde en zei: ‘Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed… ’ (Lc 22, 14e.v.).” Dit teken van “ het breken van het brood ” en “ het drinken uit de beker ” zal het teken van herkenning van de verrezen Meester worden. In dit gebaar van Jezus werd het “ Woord ” een “ betekenisvol gebaar ”, dat wil zeggen een sacrament. Het is hierrond dat de Kerk zich zal verzamelen en dat de christenen zichzelf zullen herkennen als Koinonia , dat wil zeggen een geloofsgemeenschap in de Verrezen Heer, waarin elke gedoopte een “ ecclesiologisch ” bestaan zal leiden waarmee hij voor altijd zal verbonden zijn. In de woorden van Jezus, die zo een gebaar zijn geworden, wordt het hele “ sacramentele teken ” aan de Kerk gegeven. In die betekenis, in dit geloof, verwelkomen ook wij de Heer. Net als Petrus en Johannes worden wij dit jaar opnieuw geroepen om ons op Pasen voor te bereiden. Wij moeten dit doen in het besef dat wij als Ridders en Dames van de Orde van het Heilig Graf onlosmakelijk met het Mysterie van Christus verbonden zijn. Wij kunnen de uitnodiging van Jezus “ Ga voorbereidingen treffen… voor het Paasmaal ” niet negeren zonder geestelijk en emotioneel bij de nieuwe gebeurtenis van de Heer in al zijn schoonheid en rijkdom betrokken te zijn. Dit verzoek van Jezus gaat ons rechtstreeks aan. Het zou geen zin hebben om op pelgrimstocht naar Jeruzalem te gaan als we geen diep besef hadden van wie we zijn en wie we willen zijn. Elke pelgrimstocht zou zinloos zijn indien we niet het verlangen hadden om het Pascha van de Heer opnieuw te beleven en om dit samen met de Heer te vieren. Want elke pelgrimstocht is een reis ter voorbereiding op het Pascha in ons leven, het Pascha in ons geloof. Pasen blijft de gebeurtenis die de brug slaat tussen de eeuwigheid van God in Christus en de mensheid in deze tijd. Laten we dit jaar, ondanks de tragedie die het Heilig Land teistert, opnieuw de uitnodiging aan Petrus en Johannes verwelkomen. Laten wij open staan voor de woorden van de Heer die Hij ons in een sacramenteel gebaar heeft geleerd. Het vieren van dit sacrament gaat niet zo maar om een gewoonte die vaak met feestelijkheden en verjaardagen gepaard gaat. Het moet de bedoeling zijn om de genade van Pasen aanwezig te maken alsof het de enige of zelfs de laatste genade in ons leven is. Het was tijdens het Laatste Avondmaal met Jezus, nog vóór zijn lijden, dat de apostelen de betekenis van het “Nieuwe Verbond” hebben begrepen, een Verbond dat op het mysterie van dood en verrijzenis is gebaseerd. Het “gebaar” dat Jezus tijdens het Laatste Avondmaal heeft gesteld en dat met het oog op het lijden en de dood van de Heer tot dan als het ware “uitgesteld” was gebleven, vindt zijn voltooiing in het Pascha van de opstanding van de Heer. Zo werd Jezus genadevol aan de Apostolische Gemeenschap en aan de Kerk teruggegeven. Om een overweging van Sint-Augustinus (over Psalm 60) te parafraseren, kunnen we zeggen dat Jezus de betekenis van het Hebreeuwse Pascha in zich heeft opgenomen door zich in een nieuw Verbond vernieuwd aan ons terug te schenken. Zo heeft Hij de vernedering van de zonde en het drama van de dood op zich genomen. Zo heeft hij ons, door dit aan ons in het Sacramentum Novum te overhandigen, de vergeving en de heerlijkheid van de Verrijzenis aangeboden. In de driedaagse van Pasen, dat met het Eucharistisch Avondmaal op Witte Donderdag (de eerste dag) begint, associëren wij ons met het lijden van Christus in Getsemane en volgen we Hem in de vernedering, de dood en de begrafenis (de tweede dag) en, terwijl we ons de sabbatstilte (de derde dag) eigen maken, blijven we wachten op het Pascha der Verrijzenis, zoals de Heer het heeft verkondigd. Zalig Paasfeest, Fernando Cardinal Filoni Grand Maître Bron : Website Grootmeesterschap - Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem Foto : © Grootmeesterschap Vertaling : Luk & Karien De Staercke-Audoore © Belgische Landscommanderij - Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem
Op 6 februari 2024 vond in de Basiliek van de Heilige Apostelen in Rome de uitvaart plaats van Professor Agostino Borromeo, Ere-Luitenant-Generaal van de Orde van het Heilig Graf van Jeruzalem. Deze viering werd voorgegaan door Kardinaal Fernando Filoni, Grootmeester van de Orde, in concelebratie met Mgr. Tommaso Caputo, Assessor van de Orde, en Mgr. William Shomali, Patriarchaal Vicaris voor Jeruzalem en Palestina. Deze laatste trad op als vertegenwoordiger van de patriarch van Jeruzalem. Kardinaal Edwin O’Brien, grootmeester in de periode van het ambt van Gouverneur-Generaal van Prof. Borromeo, alsook Fra’ John Dunlap, Grootmeester van de Orde van Malta, en Fra’ Alessandro de Franciscis, Groot-Hospitaalridder, namen aan de viering deel. Een delegatie van ridders en dames, onder leiding van de Gouverneur-Generaal, Ambassadeur Leonardo Visconti di Modrone, en vele vrienden waren uit verschillende landen gekomen om de familie van de overledene nabij te zijn. Aan het einde van de viering las P. Davide Meli, Kanselier van het Latijns Patriarchaat van Jeruzalem, in naam van Kardinaal Pierbattista Pizzaballa een ontroerende boodschap voor. Daarin bracht hij hulde aan het werk dat Professor Borromeo in dienst van de Kerk in het Heilig Land tot stand had gebracht. Hieronder publiceren we de homilie die Kardinaal Fernando Filoni als eerbetoon aan de professor heeft uitgesproken. “Ik ben de Verrijzenis en het leven. Wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven.” (Joh 11, 25) Illustere Autoriteiten, Waarde ouders en vrienden van Professor Borromeo, Waarde broeders in het episcopaat en het priesterschap. Het is met deze mooie en troostende woorden uit het Heilig Evangelie van de Apostel Johannes dat ik dit moment van bezinning in de afscheidsliturgie van onze broeder Agostino Borromeo wil aanvangen. Ons afscheid is een afscheid in gebed dat, zelfs in de droefheid van de scheiding, vervuld is met onze dankbaarheid aan God. Hij heeft immers ons de overledene geschonken als echtgenoot en vader voor zijn gezin, als een toegewijde zoon voor de Kerk en als een oprechte burger voor ons land waarvoor hij op diverse terreinen een memorabele zending heeft volbracht. Vooreerst kunnen wij onmogelijk vergeten dat Professor Borromeo tot de adellijke familie Borromeo behoorde. Zonder hier ooit prat op te gaan droeg hij de kenmerkende eigenschap in zich dat hij de grote aartsbisschop van Milaan, de Heilige Karel, tot een van zijn voorzaten mocht rekenen. Deze geestelijke belichaamde ooit op meesterlijke wijze de vernieuwing van de Kerk in zijn tijd. Als man met een grote historische cultuur heeft hij een zeer waardevolle bijdrage geleverd aan de kennis en de historische kritiek op tal van vaak complexe en controversiële gebeurtenissen. Agostino Borromeo studeerde af in de Politieke Wetenschappen, gespecialiseerd in Geschiedenis, aan de La Sapienza Universiteit van Rome, waar hij meteen hoogleraar Moderne en Hedendaagse Geschiedenis van de Kerk en van andere christelijke godsdienstige strekkingen werd. Vervolgens doceerde hij de geschiedenis van het christendom en de Kerken aan de Maria Santissima Assunta Vrije Universiteit van Rome (LUMSA). Hij behaalde het diploma van archivaris aan de school van het Vaticaanse Geheime Archief en volgde theologische cursussen aan het Instituut voor Religieuze Wetenschappen van de Pauselijke Gregoriana Universiteit. Hij werd tevens voorzitter van het Italiaanse Instituut voor Iberische Studies, medewerker aan het Italiaanse Instituut voor Geschiedenis alsook actief en academisch lid van talrijke Italiaanse en internationale wetenschappelijke en culturele verenigingen. Het zou ons te ver leiden om hier zijn talrijke publicaties en professionele en niet-professionele activiteiten in herinnering te brengen. Anderzijds kan ik niet nalaten zijn opname als lid van het Pauselijk Comité voor Historische Wetenschappen in 2002 te vermelden, dit op uitdrukkelijk aandringen van Paus Johannes Paulus II, alsook als lekenauditor van de Bijzondere Vergadering van de Synode van Bisschoppen voor het Midden-Oosten in 2010, deze keer op vraag van Paus Benedictus XVI. Ik wil hier ook nog zijn lidmaatschap van de Soevereine Militaire Orde van Malta en zijn genereuze inzet voor UNITALSI in herinnering brengen. Maar het was binnen de Ridderorde van het Heilig Graf, waarvan hij Ridder met Ordeketting was, dat hij de rijkdom van zijn talenten heeft getoond en zijn groot gevoel voor organisatie demonstreerde, eerst als kanselier en lid van het Grootmeesterschap, daarna als Gouverneur en Luitenant-Generaal en uiteindelijk Ere-Luitenant-Generaal. Als Grootmeester wilde ik hem ter gelegenheid van mijn officiële pelgrimstocht naar het Heilig Land onder de leden van de delegatie opnemen, een uitnodiging die hij met groot genoegen in ontvangst nam. Hij deelde mij toen evenwel mee dat dit zijn laatste reis naar het Heilig Land zou zijn. Dit was in mei 2022. Hij zou zich deze pelgrimstocht als een gedenkwaardige gebeurtenis blijven herinneren, alsof deze reis een voorafschaduwing was van de ultieme synthese van zijn toewijding aan het Land van de Heer. Graaf Borromeo had inderdaad een buitengewone passie voor het Heilig Land, waar hij altijd met de geest van de “pelgrim” naartoe trok, zelfs wanneer hij erheen ging om een direct zicht te krijgen op de werken die de Orde binnen het Latijnse Patriarchaat van Jeruzalem ondersteunde. Zoals we vaak onder mekaar hebben opgemerkt, mag het Heilig Land onder geen beding tot een eenvoudige archeologische plaats van geloof gereduceerd worden of tot een land waar we gedwongen worden hulpeloos getuige te zijn van de confrontatie tussen Israëli’s en Palestijnen. Alle christenen hebben daar een rol en een taak te vervullen en hij was er trots op dat de Orde van het Heilig Graf deze met nederigheid, eenvoud en efficiëntie vervulde. Waarde Professor Agostino, het mysterie van het lijden, de dood en de wederopstanding van de Heer heeft in uw geloof altijd centraal gestaan, en dit geloof in de Verrezen Heer is de zekere en betrouwbare lijn geweest die u in heel uw leven ononderbroken hebt gevolgd. Uw geloof was een levend geloof. Daarvan was u een waardige getuige en u deed dit met nederigheid, eenvoud en sereniteit, maar evenzeer met de nobele kracht van heel uw ziel en intelligentie. Het was een geloof dat diep geworteld was in de woorden van het Evangelie dat we zojuist hebben gehoord. Op dit intriest moment van de dood van haar broer Lazarus richtte Jezus zich tot Martha van Bethanië met de woorden: “ Ik ben de verrijzenis en het leven. Wie in mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven ” Vervolgens vroeg Hij haar: “ Geloof je dat?” Op deze vraag gaf jij, Agostino, hetzelfde antwoord als Martha: “ Ja Heer, ik geloof het: U bent Christus, de Zoon van de levende God. U bent degene die in de wereld is gekomen. ” Dit was het geloof van Agostino Borromeo. Dit was het geloof dat hij zijn hele leven op een vruchtbare en rijke manier heeft beleefd, terwijl hij een toegewijde zoon en dienaar van de Kerk bleef. Hij was dit steeds met een constante en ideale toewijding, bijna uit eerbied voor de geestelijke erfenis van zijn illustere voorvader, de Heilige Karel. Waarde Professor Borromeo, door uw trouw heeft u bijgedragen aan deze christelijke bezieling van de samenleving die de uitdagingen van de moderniteit aanvaardt. U deed dit zonder tegenstand en tegelijk met de nodige analyse en begrip van de feitelijkheid. Uw discrete inzet in dienst van de zieken bij UNITALSI heeft ons de betekenis van uw liefdadigheid leren kennen, terwijl u binnen de Ridderorde van het Heilig Graf onophoudelijk uw vrijgevigheid jegens de armen en de behoeftigen van het Land van Jezus heeft getoond. U deed dit alles met het karakter van een leek die zijn “roeping” met de helderziende en heilige “missie” van de gedoopte in de wereld gestalte wist te geven. Dank u voor uw helder getuigenis van geloof, dat onmogelijk in deze paar woorden kan worden samengevat. Maar sta mij toe hier ook nog een enkel woord aan toe te voegen over de Agostino die op een voorbeeldige manier een gezinsleven leidde. Daarin vond hij de sappen van een boeiende en verkwikkende sereniteit. Hier gaat tevens al onze sympathie en menselijke nabijheid naar zijn echtgenote Beatrice, hun kinderen Carolina, Renato en Francesco, alsook naar zijn zus Ludovica en zijn broer Gianalfonso. U hebt van hem gehouden en hij hield van jullie. Moge de herinneringen aan de onvergetelijke tijd die u samen hebt doorgebracht u vergezellen en troosten, zelfs als zijn vertrek een leegte in uw bestaan achterlaat. Weet dat zijn getuigenis van het goede voor u en voor ons allemaal nooit zal verloren gaan. Moge deze gedachte ons de betekenis en de volheid van een leven schenken dat de dood en de christelijke troost overstijgt. Vandaag vertrouwen we allen onze broeder Agostino toe aan de Heer Jezus Christus en door ons gebed vragen we de Verrezen Heer om hem in Zijn barmhartigheid van al zijn zwakheden en fouten die hij mogelijk in zijn bestaan heeft begaan, te zuiveren en hem zo als een goede en trouwe dienaar in het Vaderhuis te verwelkomen. Moge hij voor zijn familie en voor ons allen bidden en moge hij ons met zijn genegenheid voor de Heer blijven steunen. Als afsluiting zou ik Ignatius van Antiochië, een grote bisschop uit de apostolische tijden, willen citeren. Hij sprak tot zijn christenen: “ Het is goed voor mij om mijn einde tegemoet te gaan en deze wereld te verlaten om mij bij God te voegen, om in Hem op te stijgen .” En het is precies dit, beste confrater Agostino, wat de Heer voor u in petto heeft. Amen. Bron : Website Grootmeesterschap - Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem Foto : © Grootmeesterschap Vertaling : Luk & Karien De Staercke-Audoore © Belgische Landscommanderij - Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem