Paus Benedictus XVI : Hij die ons over God sprak
31 December 2022
Een herinnering van Kardinaal Fernando Filoni
Paus Benedictus XVI was een profeet in onze tijd, een meester in de Kerk, een vader voor ons allen.
Peter Seewald, de befaamdste onder zijn biografen, schreef: “voor sommigen was hij een lastig iemand die zijn tegenstanders in de war bracht.” Hij bracht de Franse filosoof Bernard Henri Levy in herinnering die stelde dat zijn faam vaak aan vooringenomenheid onderhevig was en dat niet zelden vanuit kwader trouw en stoelend op foute informatie. “Daartegenover,” zo stelde Seewald, “wist Joseph Ratzinger doorgaans door zijn nobele manier van doen, door zijn verheven geest, door de eerlijkheid van zijn analyses en door de diepte en de schoonheid van zijn woorden zijn toehoorders meestal te fascineren Zijn boodschap mocht al eens verontrustend zijn, toch bleef hij steeds trouw aan de leer van het Evangelie, aan de leerstellingen van de kerkvaders en aan de hervormingen van het Tweede Vaticaans Concilie..” (Benedetto XVI – Una vita[1], Garzanti, 2020). Ik deel deze mening volkomen, ook vanuit de directe ervaringen die ik van deze "grote paus" – zoals zijn opvolger Franciscus hem noemde – mocht opdoen.
Ja, Benedictus XVI was inderdaad een profeet in onze tijd. Het verhaal van de profeten in de Heilige Schrift is rechtstreeks verbonden met de relatie tussen God en zijn volk. God heeft lief, Hij is een jaloerse God en roept onophoudelijk op tot bekering. In de periode tussen de 20ste en de 21ste eeuw zou ook Benedictus deze zending gedurende een halve eeuw vervullen. Dit was een tijd van grote veranderingen voor de samenleving en van revolutionaire bewegingen vanuit het wetenschappelijk onderzoek, een tijd die door de technologie werd beheerst en waarin het heilige nog nauwelijks of zelfs helemaal geen plaats meer kreeg. Hij was niet alleen getuige van een complexe periode, maar maakte er tevens deel van uit.
Als leraar en jonge medewerker aan het Tweede Vaticaans Concilie bezat hij ten volle de “sensus Ecclesiae” die de basis is van alle ware ecclesiologie. Hij nam afstand van allen die aanstuurden op een breuk tussen het verleden en de toekomst, maar was een ware voorvechter van de correcte interpretatie van de werking van de goddelijke openbaring die zowel op woorden als op daden stoelt. Deze interpretatie moest, volgens Benedictus XVI, in overeenstemming zijn met de stijl en het dictaat van de Bijbel en daarin diende de perceptie van de religieuze actualiteit in relatie tot het politieke en sociale denken te worden geplaatst. Het evangelie en de hoge patristische traditie werden de constante referentie om zijn boodschap, die zowel sterk als begrijpelijk was, te verrijken. Hierbij liet hij niet na om op de aanwezigheid van God in de geschiedenis te wijzen.
Het in gehoorzaamheid aan het geloof aanvaarden van de goddelijke Openbaring, zonder hierbij afbreuk te doen aan de intelligentie en de eigen wil, was voor Benedictus XVI een constant principe en dit bereikte zijn hoogtepunt in zijn discours over Jezus, bron en toppunt van de Openbaring. In zijn prachtige trilogie “Jezus van Nazareth” toonde hij als geen ander de rijkdom en de schoonheid van Jezus Christus. Dit werk zal in de kerkgeschiedenis als een geestelijk meesterwerk met grote culturele en theologische diepgang gebrandmerkt blijven.
Voor Benedictus XVI was de rol en de waarde van de Heilige Traditie die uit de apostolische leer voortkomt, van zeer groot belang. “De Kerk,” zo stelde hij, “gaat onder leiding van de Heilige Geest vooruit in waarheid, wanneer de Heilige Schrift en de herinnering van de Vaders, wordt bewaard, uitgelegd en verspreid.” Vanuit deze heilige schat heeft Benedictus XVI de dienst aan het levend leergezag van de Kerk ingeleid, en dit zal nooit boven het Woord van God staan.
Johannes Paulus II hield hem jarenlang aan zijn zijde om de Congregatie voor de Geloofsleer te leiden. Vervolgens werd hij zelf, als soeverein hoofd van de Kerk, de aandachtige “Servus servorum Dei” in de Kerk en in de wereld. Niemand zal zijn eerste belangrijke woorden vergeten toen hij tot als opvolger voor de troon van Petrus werd gekozen: “Na de grote paus Johannes Paulus II hebben de kardinalen mij, een eenvoudige en nederige werker in de wijngaard van de Heer, tot zijn opvolger gekozen. Ik voel mij getroost in de wetenschap dat de Heer zelfs met ontoereikende instrumenten weet te werken en te handelen. En bovenal vertrouw ik mij in de vreugde van de verrezen Christus toe aan uw gebeden.” (19 april 2005)
De nederigheid van de profeten was transparant en precies daarom werden ze geliefd of gehaat. De nederigheid van Benedictus XVI wordt algemeen erkend en hij werd alom door de mensen geliefd. Zij waardeerden hem omdat hij over God en zijn barmhartigheid sprak en hen aan Zijn aanwezigheid herinnerde. Zij die evenwel elk aspect van zijn leven en zijn woorden met een bevooroordeelde blik en met eigenwaan hebben ontrafeld, hebben de grootheid van hun eigen ziel verloren.
De 265ste paus van de Katholieke Kerk en Bisschop van Rome, kreeg dus de taak om op een manier die past bij onze geseculariseerde en geleerde wereld over God te spreken. Hij deed dit zowel op hoog (theologisch) niveau als in een eenvoudige begrijpelijke taal door het schrijven van homelies en toespraken. In zijn denken hanteerde hij altijd een zeer diepe antropologische visie die nooit van de Eeuwige werd losgekoppeld: “De mens verliest zichzelf als hij zijn Schepper, onze God, vergeet. Door God te vergeten, weet de mens niet meer hoe hij de boodschap van zijn natuur moet ontcijferen en vergeet hij zijn eigen maat. Zo wordt hij ook voor zichzelf een niet te beantwoorden raadsel zonder invulling.” (J. Ratzinger – Benedetto XVI, per Amore[2], LEV-Cantagalli, 2019). Evenzeer met betrekking tot de natuur stelde Benedictus: “Wanneer we God vergeten, worden de dingen stom. Ze zijn dan louter materieel en missen elk écht waarom. Ze blijven verstoken van elke diepe betekenis. Maar als we naar God terugkeren, beginnen de dingen te spreken." (ibid)
Benedictus XVI was een vader. Zijn vaderschap was nederig, bijna ingetogen van aard, maar tegelijk toch ook heel direct. Zij die hem mochten ontmoeten, getuigden dat zij zich door een vriendelijke man benaderd wisten. Hij was niet raadselachtig en nooit dubbelzinnig, hij aarzelde nooit tussen een populistische of mediatieke benadering en was nooit moraliserend.
Hij hield van de wereld omdat die ziek was en God nodig had. Hij voelde dat de Kerk een grote zending had. Hij zag de hulp van een God die volgens hem voor ons "knielde" en hij aanbad het mysterie ervan.
Benedictus XVI moet zeker onder de grote van de vorige eeuw worden gerekend. Wij zijn allen deze paus dankbaar omdat wij van hem de gave van zijn getuigenis hebben ontvangen.
Gedurende een korte tijd mocht ook ik van de nabijheid en de schaduw van deze majestueuze eik genieten, eerst als substituut op het Staatssecretariaat en daarna als Prefect van de Congregatie voor de Evangelisatie der Volkeren. Hierdoor was ik getuige van het denken en handelen van Paus Benedictus XVI. Ik waardeer eveneens zijn vriendelijke aandacht, ook nog na zijn aftreden als paus, en ik bewaar met diepe genegenheid de herinnering aan verschillende ontmoetingen en aan zijn korte aantekeningen die het geschenk van bepaalde publicaties discreet vergezelden: "Aan mijn dierbare vriend".
Hij zal als een doctor van de Kerk geëerd blijven.
Fernando Kardinaal Filoni
Grootmeester
Bron : Website Grand Magistère
Foto : © Grand Magistère
Vertaling : Luk & Karien De Staercke-Audoore
© Belgische Landscommanderij - Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem