Kerstmis: Om op en top mens te blijven

20 December 2024

De Iraanse schrijfster Azar Nafisi schreef een boek dat door de Israëlische regisseur Eran Riklis werd verfilmd. Deze film kreeg in 2024 een bekroning op het Internationaal Filmfestival van Rome. In een recent interview vertelde de auteur, en dit ondanks het trieste verhaal over de jaren dat zij in Teheran (1983-85) verbleef, dat het de "wil van de geschiedenis is om je naaste lief te hebben", dat wil zeggen dat je altijd "menselijk moet blijven".

Daar ligt nu juist het grote probleem: mens blijven. Maar hoe kan je mens blijven te midden van geweld, oorlog en haat? Hoe kan een mens in oorlogsgebied enige menselijke waardigheid behouden: in Buchha (Oekraïne), in Reineh en omgeving – dit is de plaats van de massamoord op burgers door Hamas en zijn aanhangers gepleegd – in Gaza waar tienduizenden mensen bij de blinde aanvallen van het Israëlische leger omkwamen, in Opper-Galilea, Libanon, Syrië, Somalië of in de migratiegebieden, en zelfs in vele gevangenissen… het zijn allemaal oorden van onmenselijke gruwel. Maar waarom zouden wij zelfs dan onze menselijkheid moeten verliezen? Zelfs in onze diepste en meest intieme relaties die we bij onszelf ervaren, wanneer we met depressies of allerlei vormen van vreselijke mishandeling te maken krijgen, om nog maar over alle familiaal geweld binnen het gezin te zwijgen en zelfs tegen kinderen en mensen die ons dierbaar zijn, dan nog moeten wij steeds onze menselijke waardigheid behouden.

Hoe kunnen we menselijk blijven zonder dat we nog over veel menselijke referentiepunten beschikken? Is dat wel mogelijk? Menselijkheid wordt immers door een maatschappij, die zo sterk geseculariseerd en gedesoriënteerd is, sterk bemoeilijkt. In het Westen leven steeds meer gezinnen zonder ethische en spirituele kern. Zij hebben zich volop van de religieuze en zelfs culturele principes verwijderd en krijgen steeds meer met kunstmatige intelligentie te maken die de menselijke intelligentie gaat vervangen. Voor een christen kan zijn menselijke hoedanigheid niet worden losgemaakt van zijn referentiepunt, namelijk Christus. Want door Zijn menswording is het God zelf die tot in het diepst van zijn wezen mens is geworden. Hierin ligt de ware betekenis van Kerstmis en van het feest dat we ondanks alles in de pracht van het licht en met bescheiden geschenken blijven vieren.

Het Kerstfeest dat wij vieren, is de Kerst van God die tot ons komt en ondanks alle geweld, alle secularisme en alle innerlijke ontreddering mens blijft. Daarom is het moeilijk om, door enkel op de inzet van de goede wil een beroep te doen, menselijk te blijven, zeker wanneer men losstaat van de christelijke openbaring.

Charles Péguy, de schrijver-dichter waar ik in mijn jeugd naar opkeek, zei dat hij bang was voor de historiciteit van God, voor de Christus die de sluitsteen van de geschiedenis was, een geschiedenis die zoveel mensen vandaag de dag zouden willen zuiveren. Voor Péguy lag de historische pointe van Christus in dé gebeurtenis, dit wil zeggen in het goddelijke leven dat onverbiddelijk geschiedenis wordt. Het is dan ook niet ongewoon dat Jezus met mensen werd geconfronteerd die hem opzij wilden schuiven (net zoals eens de broers van Jozef, de zoon van Jakob, die hem zonder pardon aan nomadische handelaars verkochten), met mensen die Hem uit de weg wilden ruimen (zoals Herodes dat heeft geprobeerd). In “Het Mysterie van de Onnozele Kinderen” schrijft Péguy dat de Menswording alles ondersteunt en verlicht, omdat de Genade die Christus door zijn Menswording in de geschiedenis brengt, het Oordeel in de hoop op genade transformeert.

Franciscus van Assisi wilde de ervaring van een bezoek aan het Heilig Land in alle eenvoud en nederigheid beleven, om met zijn handen het Mysterie van de menselijke God aan te raken. Bij zijn terugkeer in Greccio wilde hij dan ook de kerststal tot leven wekken, dat wil zeggen, een voorstelling brengen van een mens in al zijn zuiverheid, een mens als pasgeboren kind, een mens die nog aan alles behoefte heeft. Wanneer er in een gezin of in de maatschappij een kind wordt geboren, dán is het echt Kerstmis. “Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons geschonken,” profeteerde Jesaja (Jes, 9:5). Hij beloofde dat, ondanks de heidense “onvruchtbaarheid” en de terreur die in zijn tijd door Aramese strijders werd veroorzaakt, wij toch de zegen van Christus zouden ontvangen. Daar, voor de ogen van een pasgeboren kind, kunnen we het kostbare van de mens ontdekken. In de zuiverste betekenis van het woord worden we ons daar bewust van hoe kostbaar het leven is.

Het is de Kerst van Christus die verzoening brengt en ons ten volle menselijk houdt. Het is Kerstmis die ons de kans biedt om met ontgoochelde en droefgeestige ogen te kijken naar de gebeurtenissen die ons verdrietig maken en beïnvloeden. Theologisch gezien herinnert “God met ons” ons niet alleen aan de eenvoud en de armoede van Bethlehem – dat er nu zo zonder pelgrims compleet verlaten bij ligt, maar laat het ons vooral Christus begrijpen die ons begeleidt op een reis zonder vooropgezette ideeën, zonder vooroordelen of barrières.

Midden in de nacht wilde God via Jezus volledig mens worden en volledig mens blijven. Hiermee wil ik zeggen dat het kritische punt tussen de existentiële historiciteit van Jezus, de waarachtig mens Christus, en zijn “Anders-zijn”, de waarachtige God, niet gemakkelijk te overbruggen valt. Het hele aardse leven van Jezus beantwoordt aan deze twijfel die velen van zijn tijdgenoten reeds hebben opgeworpen over de herkomst van de “prediker uit Galilea” ("Wij weten niet waar deze man vandaan komt", Joh. 9:29), tot en met de laatste vraag van Pilatus: "Waar kom jij vandaan?" » (Joh. 19, 9). Midden deze vragen over het zoeken naar betekenis, krijgt de stroom van woorden die nog nooit iemand heeft uitgesproken, zijn vrije loop ("Wat wil dit alles betekenen? Hier is een nieuwe leer, die met gezag wordt gepredikt!" Mc 1, 27). Maar er zijn ook de buitengewone signalen met betrekking tot de lijdende mens ("Ga en vertel Johannes wat u hebt gezien en gehoord: blinden die weer zien, kreupelen die weer lopen, melaatsen die worden gereinigd, doven kunnen weer horen en doden staan op," Lc. 7, 22), tot aan de sacramentele vergeving van de zonden.

Alleen in Christus, die als mens gestorven is en daarna weer opgestaan, wordt alles opgelost in het geloof dat alleen aan de mens wordt gegeven. Geloof wordt inderdaad alleen aan mensen geschonken. Niet aan engelen of demonen. Wij moeten dus via het geloof mens blijven, want in het geloof smelten het menselijke en het goddelijke samen.

Volgens Péguy kunnen we niet aan de Menswording ontsnappen, en dus keert Kerstmis telkens weer terug.

Fernando Cardinal Filoni
Grand Maître



Bron : Website Grootmeesterschap - Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem
Foto : © Grootmeesterschap
Vertaling : Luk & Karien De Staercke-Audoore
© Belgische Landscommanderij - Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem


De Ridderorde van het
Heilig Graf van Jeruzalem
Vogelzanglaan 2
1150 Brussel
Newsletter

Deze website maakt gebruik van cookies. Essentiële en functionele cookies zijn noodzakelijk voor de goede werking van de website en kunnen niet worden geweigerd. Andere cookies worden gebruikt voor statistische doeleinden (analysecookies) en worden alleen geplaatst als u met de plaatsing ervan instemt. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie.