Potret van de religieuzen in het Heilig Land
De Zusters van de Karmel van Bethlehem
20 December 2022
Het Heilig Land – zij dragen zowel blauwe, zwarte, bruine of witte kledij en zij werken op kantoor, in scholen, instituten en kerken. Ze dragen een kruis om hun nek, ringen aan hun vingers en een sluier op het hoofd. Zij zijn de levende stenen van de moederkerk en de zielen die zich in alle discretie inzetten om de Kerk te laten schitteren. Na een ontmoeting met tien kleine vrouwelijke congregaties in het Heilig Land, nodigt de website van het Latijns Patriarchaat (lpj.org) ons uit om bij de Zusters van de Karmel in Bethlehem op bezoek te gaan.
Deze orde ontstond op de Berg Karmel, de plaats waar de Profeet Elia in Gods naam tal van wonderen heeft verricht. De orde kreeg pas in de 13de eeuw officieel vorm toen pelgrims en kruisvaarders, die zich door de spiritualiteit van Elia aangetrokken wisten, zich op deze berg vestigden, waaraan de Orde haar naam heeft ontleend. Hoewel men vandaag zowat overal ter wereld karmelieten en karmelietessen aantreft, is de Orde onafgebroken met haar roots verbonden gebleven. Zo hebben zij een klooster van religieuzen in Haifa, in Jeruzalem, in Nazareth en tenslotte ook in Bethlehem en zijn er paters Karmelieten in Haifa (Stella Maris) en in Muhraqa.
Een beetje geschiedenis
Het was omtrent 1209 dat de toenmalige Latijnse Patriarch – vandaag gekend als de Heilige Albertus van Jeruzalem – de regel schreef die de levenswijze van de leden van deze Orde zou bepalen.
Als gevolg van de veroveringen door de Mammelukken, moesten de kloosterlingen het Heilig Land verlaten en dienden zij hun levenswijze aan te passen. Ze moesten hun kluizenaarsbestaan opgeven en de Karmel transformeerde tot bedelorde. Doorheen de tijd onderging de regel verschillende wijzigingen, mede als gevolg van de reformatie. De bekendste is ongetwijfeld deze van de Heilige Teresa van Avila.
Deze hervorming leidde tot de oprichting van de Ongeschoeide karmelietessen, waarvan de regel een terugkeer naar de bronnen van de Berg Karmel en naar de levenswijze van de kluizenaars uit die tijd inhield. Dit zou meteen een groeiend verlangen naar een terugkeer naar het Heilig Land inluiden.
Maar het zou nog tot in de 19de en 20ste eeuw duren alvorens dit verlangen echt vorm zou krijgen. In 1873 werd het Pater Noster-klooster op de top van de Olijfberg opgericht. Daarna volgden in 1876 Bethlehem, in 1892 Haifa en tenslotte in 1910 Nazareth. “Elk klooster heeft een verschillende oorsprong,” vertelt ons zuster Anne-Françoise, Karmelietes in Bethlehem. “Ons klooster is bijvoorbeeld gesticht door de Karmel van Pau, waar de Heilige Maria van de Gekruisigde Jezus (Mariam Baouardy) in 1867 is ingetreden. Vierendertig jaar later stichtte de Karmel van Bethlehem op zijn beurt de Karmel van Nazareth. Wat de twee overige Karmels in het Heilig Land betreft, is deze in Jeruzalem door een zuster van de Karmel van Lisieux (Frankrijk) gesticht, die eigenlijk de intentie had om een Karmel in Saigon te stichten. De Karmel in Haifa werd dan weer de door zusters van de Karmel van Avignon (Frankrijk) gesticht.”
Een leven van gebed en arbeid
Heden telt de Karmel van Bethlehem twaalf zusters, waarvan een zuster haar eeuwige geloften nog niet heeft afgelegd. Een dag in het klooster verloopt in verschillende etappes, netjes verdeeld over perioden gewijd aan spiritualiteit, aan manuele bezigheden en tijd voor rustpauzen. De dag begint om 6u met gebed, de Lauden, de H. Mis en de Tertsen. Dan volgt van 9u. tot 11u40 het werk. “Hier in ons klooster in Bethlehem maken we hosties, liturgische ornamenten, verzorgen we publicaties of werken we in de tuin... Ikzelf bijvoorbeeld, werk aan de archieven van Zr. Mariam (Baouardy).”
Gezeten achter het hekken van de spreekkamer kijkt Zr. Anne-Françoise nauwelijks naar haar aantekeningen... Hoewel zij vreesde niet vlot over haar communauteit te kunnen spreken, zijn haar antwoorden volledig en nauwkeurig en vertonen ze niet de minste aarzeling. “Aangezien er hier veel bedevaarders langs komen, vervaardigen we eveneens rozenkransen en allerlei kleine zaken om te verkopen.”
Sedert enige tijd is het centrum voor de pelgrims volledig van het klooster afgescheiden. “Vroeger liep alles door mekaar en zaten we als het ware op elkaar geklemd. Het werd voor ons als maar moeilijker om ons contemplatief leven te vervullen. Daarom hebben we besloten om de pelgrims elders te ontvangen, in datgene wat wij vandaag het ‘centrum’ noemen. Dit wordt gerund met de hulp van enkele mensen uit Bethlehem.”
Voor Zr. Anne-Françoise is de beslotenheid van het slotklooster dat haar leven en dat van haar medezusters kenmerkt, essentieel voor zowel “hun gemeenschapsleven als voor hun gebedsleven. Mocht dit er niet zijn dan zouden wij onophoudelijk door de een of de ander in beslag genomen worden. Wij leven in afzondering om onze roeping van gebed voor de hele wereld te vrijwaren en niet om ons van de buitenwereld af te zonderen. Wij vormen een federatie met zeven karmelietenkloosters in het Midden-Oosten en in Noord-Afrika. Wij bieden mekaar broederlijke steun en vorming en wij organiseren van tijd tot tijd ook bijeenkomsten met mekaar.”
Wat mogelijke uitstappen betreft, moeten deze, indien mogelijk, zeldzaam blijven en deze kunnen alleen maar om specifieke redenen plaatsvinden. “Wij zijn als een gezin. Wanneer in de schoot van een gezin de ouders of de kinderen voortdurend hun eigen weg gaan, dan verdwijnt de familiale band en verliest het zijn gezinsstructuur.”
Tweemaal per dag hebben de zusters een recreatietijd, zoals Theresia van Avila destijds heeft voorgesteld, en aan deze momenten beleven we heel wat gezelligheid. Deze momenten worden afgewisseld met tijden van gebed, van rust, (spirituele) lezingen en liturgische diensten. Daarin wijden de zusters zich heel in het bijzonder aan het bidden voor de wereld en voor de Kerk.
Het vinden van de juiste weg
Om karmelietes te worden, is de weg van de vorming lang. Het begint met een of twee jaar als aspirant tijdens dewelke “men de nodige tijd neemt om te ontdekken, om kennis te maken, maar eveneens om – indien nodig – enige catechetische vorming op te doen,” verklaart Zr. Anne-Francoise. Daarna komt het postulaat (duurtijd ongeveer één jaar) en vervolgens een noviciaat van circa twee jaar. Daarop volgt de periode na de eerste geloften met een duurtijd van drie a zes jaar. “In het geheel duurt de vorming tussen negen en twaalf jaar.”
Zuster Anne-François was 29 jaar toen zij in het klooster trad. Voor die tijd behaalde zij een aggregatie in de wiskunde en gaf ze ook al les op een middelbare staatsschool. Ze kwam uit een diepchristelijk gezin en toch werd zij zich op haar levensweg pas vrij laat van een religieus leven bewust en dit dankzij de hulp van haar spirituele vader. “Bidden is voor mij altijd het belangrijkste in de wereld geweest, al wist ik vaak niet echt hoe ik daaraan moest beginnen. Ik wou ook steeds heel bewust bidden, maar wist niet hoe. Het was pas later dat ik tot het besef kwam dat de wil om te bidden op zichzelf reeds een gebed was. En na enige tijd ontdekte ik via dit gebed van het hart, dat de relatie met God er effectief al was. Ze was springlevend binnen in mij aanwezig.”
Door haar ontmoeting met andere zoekende mensen begon Zr. Anne-Françoise geleidelijk aan verschillende religieuze congregaties te bezoeken. Ze genoot van een ervaring in een karmelietenklooster in Frankrijk, maar voelde toch enige aarzeling. “Het contemplatieve leven trok me aan, maar toen ik het voor het eerst beleefde, werd ik toch door twijfel overvallen en wist ik het plots niet meer. Dus vroeg ik toen maar simpelweg aan God dat Zijn wil zou geschieden.”
Het antwoord dat ze toen kreeg, was duidelijk: “Op een gegeven moment wist ik wat God wou en wat ik moest doen. Al mijn twijfels waren verdwenen, al mijn vragen waren weg. En met alle twijfels en vragen verdween ook de angst om over mijn roeping te praten, vooral dan met mijn collega's leerkrachten. Overigens, bij mijn professie waren ze er allemaal, het schoolhoofd inclusief, alhoewel zijn reactie er een van onbegrip was.”
Zr. Anne-Françoise zou uiteindelijk eerst 23 jaar in een Karmel in Frankrijk doorbrengen alvorens zij naar het Heilig Land verhuisde. “Ik werd dank zijeen karmelietes die ik kende naar Haïfa gezonden. Drie maand later werd mij gevraagd om in de Karmel te Bethlehem een helpende hand toe te steken en deze wist mij meteen compleet te verleiden. Ik werd overweldigd door deze woestijn, en dan natuurlijk zeker door de figuur van Zuster Mariam [de Heilige Maria van de Gekruisigde Jezus], door haar leven en de weg die zij spiritueel had afgelegd. Dankzij haar heb ik de Arabische wereld met al zijn heiligen leren kennen, een wereld waarvan ik geen flauw benul had.”
Vandaag leeft Zr. Anne-Francoise, net zoals de zusters in de andere drie Karmels in het Heilig Land, aan de zijde van de huidige priores, Zuster Rafaela, en de overige zusters in een meertalige omgeving van Arabisch, Frans, Spaans, Kroatisch, Engels, Japans, Vietnamees...
“Deze mengelmoes van talen en culturen is zowel rijk als veeleisend. Sommige zaken zijn nogal ingewikkeld,” geeft zij toe. “Maar bovenal is het een bron van vreugde en eenvoud, die de schoonheid van onze Karmel weerspiegelt. Het geeft de charme weer van het broederlijke leven dat wij dagelijks ervaren, zoals de eerste kluizenaars van de Berg Karmel dit eens hebben beleefd.”
Kort Overzicht:
- Naam: Karmel (te Bethlehem)
- Stichters: Geen. De orde is ontstaan uit een groep kluizenaars op de Berg Karmel die pas later van de Heilige Albertus van Jeruzalem een orderegel zouden ontvangen. Nadien zou er ook nog een hervorming en nieuwe stichting volgen door de Heilige Theresia van Avila en de Heilige Johannes van het Kruis.
- Acroniem: OCD
- Charisma: “Offer de Heer een zuiver hart, dat door de beoefening van de deugd en door liefdadigheid wordt verkregen. Ervaar de kracht van de goddelijke aanwezigheid en van de eeuwige gelukzaligheid. Leef in gebed en in broederlijkheid voor de Kerk en voor de wereld.”
- Spiritualiteit: “Een zoektocht naar innerlijkheid, de vertrouwdheid en de intimiteit met God, met bijzondere aandacht voor de Maagd Maria, als patroonheilige, als moeder en als zuster en medezuster.”
- Land van oorsprong: het Heilig Land
- Huidige locaties: De Orde van de Karmel is over meer dan 100 landen over de hele wereld en over alle continenten verspreid.
- Habijt: bruin met een zwarte sluier en een schapulier die de bescherming voorstelt die de Karmelieten en Karmelietessen van de Maagd Maria genieten. Het schapulier, dat ook door andere religieuze congregaties wordt gedragen, vindt zijn oorsprong in de schort, en deze staat symbool voor een leven van dienstbaarheid dat kloosterlingen kenmerkt.
- Anekdoten: Naargelang de bronnen die zich over deze kwestie buigen, zou de term “Karmel” verwijzen naar een wijnstok, een tuin of naar een natuurlijk landschap dat gekenmerkt wordt door een overvloed aan struiken en heesters, zoals men dit op de Berg Karmel aantreft.
- Website: https://carmelholyland.org/?lang=fr
Cécile Leca
Bron : Website Latijns Patriarchaat van Jeruzalem
Foto: © Latijns Patriarchaat van Jeruzalem
Vertaling : Luk & Karien De Staercke-Audoore
© Belgische Landscommanderij - Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem