“Ik heb altijd de ridderslag met het zwaard binnen de Orde als een soort oproep binnen de oproep verstaan… het zwaard als instrument voor de groei in heiligheid en als symbool om, vertrekkend vanuit Jeruzalem, de Kerk te dienen. Ik vraag u… Ik heb vernomen dat u een nieuwe formule aanwendt in het verloop van het ritueel van de investituur en verkiest om de bisschopsstaf te gebruiken in de plaats van het zwaard. Kan u me soms verklaren op welke redenen men zich baseert om deze betekenisvolle wijziging door te voeren?” (Rid. Michele Bellino).
Op 15 februari had ik de eer en het genoegen mijn eerste investituur in Rome voor te gaan. Dit was voor de Landscommanderij van Centraal-Italië. Ik had de ritus met tal van medewerkers zorgvuldig voorbereid. Hierbij werd de traditionele symboliek ten volle gerespecteerd en wij wisten dat de investituur met het zwaard een symboliek vertegenwoordigde die ik toch niet meteen meer aangepast zie aan de actuele realiteit van onze Orde en aan de post-conciliaire ecclesiologie. Hierin heeft ook de Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem haar plaats en geniet zij de bijzondere welwillende bescherming vanwege de Apostolische Zetel.
Het zwaard geniet in het collectief geheugen en in de historiciteit de reputatie van de gewapende strijd en militaire veroveringen. Mede vanuit de optiek van de oorlogsvoering en de verschrikkelijke situaties die dit met zich meebrengt, staat het zwaard ook in de Schrift vaak als symbool voor bestraffing. Maar is dit symbool in een tijd als de onze, die evenmin van gewelddaden gevrijwaard blijft, niet eerder een anachronisme geworden?
In de Kerk is de bisschopsstaf daarentegen het symbool van een hoogverheven dienstbaarheid in het beschermen en ondersteunen van de christen gemeenschap. Daarom precies wordt de herdersstaf voorbehouden aan de bisschoppen en wordt hen deze bij hun wijding overhandigd. Daarbij wordt volgend gebed geciteerd: “Ontvang deze staf, teken van uw pastoraal ambt. Draag zorg van heel de kudde waarbinnen de H. Geest u als bisschop heeft aangesteld om Gods Kerk te leiden” (uit de liturgie). Vertrekkend vanuit deze betekenisvolle woorden kan men overwegen dat een ridder en een dame tijdens hun investituur door de aanraking van hun schouder met de bisschopsstaf de gave ontvangen om voortaan met al hun talenten te participeren aan de zorg voor de doelstellingen van de Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem en aan een leven in de Kerk.
Verder worden er zowel voor de ridders als voor de dames ook nog enkele andere kleine aanpassingen doorgevoerd opdat het ritueel van de investituur nog beter zou verlopen. Zo wordt er ook verwezen naar het doopselritueel wanneer zij worden bevraagd omtrent datgene wat zij van Gods Kerk verwachten. Er is immers een duidelijke band tussen het ridderschap en het doopsel. Het lidmaatschap van de Orde is immers de verwezenlijking van ons engagement dat wij aan ons doopsel ontlenen.
Fernando Cardinal Filoni
vertaling: Luk De Staercke