Om de video te bekijken:
Klik HIER
Het was al laat op de avond. Toen kwam er een man, Jozef genaamd, die afkomstig was van Arimathea. Ook hij was een volgeling van Jezus geworden. Hij trok naar Pilatus en vroeg hem naar het lichaam van Jezus. Daarop gaf Pilatus het bevel om hem dit ter beschikking te stellen.
Nicodemus was eveneens in de nacht naar de plaats gekomen om Jezus te zien. Hij bracht een mengsel mee van mirre en aloë, zowat honderd pond. Zij namen vervolgens het dode Lichaam van Jezus, zalfden het met welriekende kruiden en wikkelden het in doeken, zoals dit bij de Joden gebruikelijk was.
Vervolgens nam Jozef het lichaam en legde het in een graf dat nog nooit was gebruikt en dat hij voor zichzelf uit de rotsen had laten uithouwen. Daarna rolde hij een grote steen voor de ingang van het graf en gingen zij heen. Samen met hen waren daar ook nog Maria Magdalena en de andere Maria.
Vertaling: Luk De Staercke