Enkele jaren geleden heeft de Israëlische regering beslist om doorheen dit vreedzame oord, midden de olijfbomen en de wijnstokken, de scheidingsmuur tussen de Israëlische Staat en Cisjordanië verder door te trekken.
De bouw van de muur in de Cremisanvallei werd reeds in 2004 door het Internationaal Gerechtshof in Den Haag als illegaal verklaard. De muur respecteerde immers geenszins de grenzen van vóór 1967, die door de UNO werden erkend, maar hij zou tevens de Palestijnse bezittingen steeds verder versnipperen. De bouw van de 8 meter hoge muur betekent voor de Israëlische Staat een kostenplaatje van om en bij de 2,5 miljoen euro per lopende kilometer, en dat over een totale lengte van 700km. Momenteel is hiervan slechts 60% voltooid. Maar Fadi Kattan zou over het cijfermatig aspect heen ons vooral wijzen op de gevolgen van de muur voor de persoonlijke situatie die de muur voor de talrijk Palestijnse bevolking met zich meebrengt. Zo scheurt de muur de Cremisanvallei letterlijk in tweeën en is hij hier een deel van de kilometerlange grens. Deze kan slechts via ver afgelegen checkpoints overschreden worden. Concreet betekent dit in de Cremisanvallei dat de zusters, die langs de Palestijnse kant wonen, letterlijk van de paters (met hun wijngaarden) aan de Israëlische kant gescheiden zijn.
De gezinnen van Beit Jala, alsook het klooster en het meisjespensionaat van de Salesianen dat door de Société de Saint Yves wordt vertegenwoordigd, hebben zich tot het Hoog Gerechtshof van Israël gewend. Daarop werden in 2015 de eerste plannen voor de bouw van de muur in deze prachtige vallei door de rechters verworpen. Maar in 2016 kwam het Gerechtshof op deze beslissing terug. Vorig jaar reeds werden de eerste olijfbomen die zich op het tracé bevonden dan ook ontworteld en werd met de bouw van de muur begonnen. Volgens de laatste beslissing van het Hoog Gerechtshof blijft het mannenklooster en het zusterklooster als één entiteit erkend en zullen zij van een kleine directe doorgang kunnen blijven beschikken. Deze zal evenwel alleen door bewoners van het district Bethlehem kunnen gebruikt worden. Vele andere eigenaars uit Beit Jala, waaronder een aanzienlijk aandeel christenen, hebben deze kans niét gekregen en dreigen in de komende maanden van hun gronden, hun eigendommen (en hun families) geïsoleerd te geraken.
Het is dan ook hard te moeten vaststellen dat de internationale druk, bijvoorbeeld van de Europese Unie die de bouw van de muur in de Cremisanvallei met felheid heeft veroordeeld, nog niet het gewenste resultaat heeft opgeleverd.
Na dit aangrijpend bezoek verlieten we Beit Jala en onze gids Fadi Kattan. We deden dit niet zonder hem te beloven de families die het slachtoffer zijn van deze onzinnige situatie in onze gebeden op te nemen. Het bracht ons tegelijk ook de zevende zaligspreking in herinnering: “Gelukkig zij die vrede brengen, want zij zullen kinderen van God genoemd worden” (Mt 5, 9).
Benoît Kohl
Vertaling: Luk De Staercke